Aftrekposten
Aangezien je als freelancer geen werkgever hebt die de afhandeling van de sociale premies voor zijn of haar rekening neemt, zul je dit zelf moeten regelen. Er bestaan verschillende manieren om toch voor een bron van inkomsten te zorgen op de momenten dat je niet in staat bent te werken, bijvoorbeeld als gevolg van zwangerschap, een ongeval of ziekte.
Particuliere verzekering
Om te voorkomen dat er geen geld binnenkomt op het moment dat je niet (volledig) in staat bent te werken, kun je bij een verzekeringsmaatschappij een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) afsluiten. De AOV is een particuliere verzekering. De meeste verzekeringsmaatschappijen bieden een verzekering die is toegesneden op je situatie en wensen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor het aantal dagen dat de arbeidsongeschiktheid (in eerste instantie) voor je eigen risico komt, de hoogte van het inkomen dat je verzekerd zou willen zien (overigens maximaal 80% van je bruto jaarinkomen), de uitkeringsduur en de eindleeftijd van de verzekering. Je kunt de premie of de uitkering overigens in beginsel aftrekken van je inkomstenbelasting, als ‘uitgave voor andere inkomensvoorzieningen’ of als ‘inkomsten uit vroegere dienstbetrekking’. Of de premie aftrekbaar is en of je over de uitkering belasting moet betalen, is afhankelijk van de gekozen AOV. In het algemeen is het zo: als de premie niet aftrekbaar is, is de uitkering niet belast. Is de premie wel aftrekbaar, dan is de uitkering ook belast.
Het afsluiten van een AOV is (nog) niet verplicht. Veel freelancers sluiten geen AOV af en nemen de risico's voor lief. Uit onderzoek van TNO uit 2019 bleek dat 40% van de freelancers geen enkele voorziening voor arbeidsongeschikt heeft. Als onderdeel van het in juni 2019 gesloten pensioenakkoord met de sociale partners zijn deze uitgenodigd om met een voorstel te komen voor deze verzekeringsplicht. In maart 2020 heeft de Stichting van de Arbeid een voorstel voor een verplichte AOV voor zzp’ers gepresenteerd. In grote lijnen komt het erop neer dat alle zzp’ers straks standaard verzekerd zijn voor langdurig inkomensverlies na ziekte of een ongeval. De hoogte van de premie hangt af van de gekozen periode voor eigen risico: een halfjaar, één of twee jaar.
De invoering heeft nog wat voeten in de aarde: de premie-inning zal door de Belastingdienst gebeuren, de verdere uitvoering door het UWV. Hiervoor is een wetswijziging noodzakelijk. De verwachting is dan ook dat áls die er al mocht komen, het nog enige jaren zal duren voor de standaardverzekering er zal zijn. Er is vanuit zzp’ers met name kritiek op de kosten en het verplichte karakter van de verzekering.
Broodfonds
Een andere mogelijkheid om je te ‘verzekeren’ tegen de gevolgen van inkomstenverlies bij ziekte en arbeidsongeschiktheid is het broodfonds. Dit is een zogenoemde ‘schenkkring’, waarbij verschillende freelancers periodiek (doorgaans maandelijks) geld inleggen in een fonds, waarbij tot uitkering overgegaan wordt in het geval een bepaalde omstandigheid zich voordoet. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van de hoogte van je eigen inleg.
Een broodfonds is gebouwd rondom het idee van solidariteit en zorgt ervoor dat je in ieder geval verzekerd bent van een relatief kortdurend en bescheiden basisinkomen op het moment dat je niet kunt werken. De inleg voor een broodfonds is vaak lager dan de AOV-premie en duurt tot een bepaald bedrag binnen het broodfonds is bereikt. De uitkering valt onder het schenkrecht, waardoor de schenking belastingvrij is.
Het broodfonds heeft ook nadelen. Zo wordt een groot beroep gedaan op het vertrouwen dat de andere deelnemers geen misbruik zullen maken van de situatie. Er is immers geen bedrijfsarts die controleert of iemand wel echt ten gevolge van ziekte niet kan werken. Ook geldt een maximaal aantal leden, waardoor er beperkte mogelijkheden zijn met betrekking tot de hoogte van de uitkering. Buffers kunnen opraken en er bestaat dikwijls geen regeling voor het moment dat iemand weer moet beginnen met werken. De inleg is niet belastingvrij, maar wordt - omdat het een storting is op je eigen broodfondsrekening - beschouwd als een storting in je eigen vermogen en valt voor de inkomstenbelasting in box 3. Zowel de stortingen als de uitkeringen gaan in feite buiten je onderneming om en zijn privébestedingen, met als doel het kunnen ontvangen en doen van schenkingen.
Crowdsurance
Inmiddels zijn er ook andere schenkkringen ontstaan die vergelijkbaar zijn met het broodfonds, zoals het crowdsurance-platform Share People. Voornaamste verschil met het broodfonds en diverse andere alternatieven is dat de deelnemende ondernemers elkaar niet kennen en in potentie groter in aantal zijn. Ook weten zij niet van elkaar of zij zich ziekgemeld hebben, want ziekmeldingen lopen via een externe, onafhankelijke arbodienstverlener. Het is dus anoniemer dan het broodfonds en bovendien wordt er minder een beroep op solidariteit en onderling vertrouwen gedaan. Er bestaat dus geen noodzaak om elkaar te ontmoeten of elkaar op de hoogte te houden van de persoonlijke gezondheidssituatie. Voorwaarde voor toetreding is dat je als ondernemer door de Belastingdienst wordt aangemerkt en bent ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Zowel zzp’ers als ondernemers met een VOF of BV kunnen deelnemen aan deze crowdsurance. Bij inschrijving moet je 100 procent arbeidsgeschikt zijn en jonger dan 60 jaar.
Het systeem werkt eenvoudig. Maandelijks betaal je een donatie, waarvan de hoogte afhankelijk is van het bedrag dat je zelf wilt verzekeren bij arbeidsongeschiktheid. Het te verzekeren bedrag moet overeenkomen met wat je nu minimaal netto verdient. Bij ziekte wordt na een wachttijd van twee maanden maximaal twee jaar uitbetaald. De maandelijkse donatie varieert, afhankelijk van het aantal zieken. Zijn die er niet, dan hoef je ook niet te doneren. Naast inschrijfgeld betaal je wel een kleine maandelijkse bijdrage voor administratie en de onafhankelijke arbodienst; deze deelnamekosten zijn zakelijke kosten die aftrekbaar zijn. De inlegschenkingen zijn echter niet aftrekbaar en mocht je een schenking ontvangen, dan is die vrijgesteld van belasting.
Best of both worlds
Om de bezwaren van de verschillende manieren van verzekeren te ondervangen, kun je ook kiezen voor een combinatie. Zo is het mogelijk om de AOV in te laten gaan na een periode van twee jaar; de maximale uitkeringsperiode van de meeste schenkkringen. Dit voorkomt dat je na de eerste twee jaar van arbeidsongeschiktheid in de bijstand terechtkomt. Je kunt ook een AOV-verzekering afsluiten die het broodfonds aanvult.