)
De noodzaak van cultuurverandering
BESTUURSBLOG - Mariëtte Hamer, de regeringscommissaris grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld, stelt dat er ruim een jaar na de publicatie van het rapport Van Rijn nog bar weinig concrete veranderingen zijn doorgevoerd in Hilversum. De Commissie-Van Rijn constateerde op 1 februari 2024 in haar rapport dat driekwart van de medewerkers bij de publieke omroepen grensoverschrijdend gedrag zag of er zelf mee te maken had. Blijkbaar is de handschoen nog steeds niet voldoende opgepakt. Vraag is: hoe komt dat? Bestuursblog van Sander 't Sas.
)
Fotograaf: Dingena Mol
Van Rijn was snoeihard in zijn conclusies: Er is sprake van ‘ontbrekend leiderschap bij eind- en hoofdredacteuren, leidinggevenden of directieleden: een passieve rol bij personeelsbeleid en het begeleiden van medewerkers. Er was egocentrisch leiderschap bij vooral presentatoren en dj’s die zich verheven voelen en geen zelfreflectie hebben en er is sprake van wispelturige en onvoorspelbare besluitvorming. Verder kon sprake zijn van toxisch leiderschap: destructieve gedragingen die invloed hebben op medewerkers, de organisatie en het algehele werkklimaat’.
Hilversum moest op de schop, aldus Van Rijn.
Ook mijn ervaring is dat er met het vuistdikke rapport van Van Rijn nog weinig gebeurd is, alhoewel bij de ene omroep meer gebeurt dan bij de ander. “Nee, het zal niet in een la verdwijnen”, reageerde oud NPO-bestuursvoorzitter Frederieke Leeflang nogal verbeten op mijn vraag of er nu wel echt iets concreets zou veranderen. Natuurlijk: een aantal bestuurders moest de afgelopen maanden noodgedwongen het veld ruimen. Onder grote publicitaire belangstelling verlieten zij - ook Leeflang zelf - het Mediapark via de achterdeur, tot opluchting van sommige melders. Maar een structurele oplossing was het niet.
En inderdaad: de meeste omroepen gingen braaf aan de slag met de vele aanbevelingen. Zo werden speciale sessies belegd, waarbij werd benadrukt dat het inschakelen van vertrouwenspersonen goed is. En dat de deuren van de directie ‘altijd open staan’. Bij de sommige omroepen werd zelfs een speciale projectleider ‘sociale veiligheid’ aangesteld. Dat zijn natuurlijk mooie initiatieven, goed voor de bewustwording, maar veel concreets heeft dat tot dusverre niet opgeleverd. Om het heel flauw te zeggen: met een theekransje los je het probleem van grensoverschrijdend gedrag niet op. Intussen hebben sommige medewerkers nog altijd te maken met pestgedrag of anderszins. Dit roei je niet zomaar uit, er is een cultuurverandering voor nodig. En alle extra loketten ten spijt, nog steeds vinden deze mensen het heel moeilijk om zich te melden. Ik vraag me bovendien af hoe vaak zo’n melding uiteindelijk toch zal eindigen in een ‘arbeidsconflict’, omdat een omroep uiteindelijk nou eenmaal niets te winnen heeft bij gedoe, en het proces om te bepalen wat er daadwerkelijk gebeurd is en hoe dit te verbeteren, uitermate ingewikkeld, traag en delicaat is. Hierbij zal de ondergeschikte in de meeste gevallen aan het kortste eind trekken, die de omroep dan teleurgesteld verlaat door -moegestreden- een vaststellingsovereenkomst te tekenen, waarmee ‘grensoverschrijdend gedrag’ met de mantel der liefde kan worden bedekt met een zakje geld en de afspraak om te zwijgen. Oogjes dicht en snaveltjes toe.
Wat moet er gebeuren om Mariëtte Hamer, en vooral de omroepmedewerkers, alsnog tevreden te krijgen? De genoemde cultuurverandering is noodzakelijk, en daar moet je spelregels voor maken. Het adviescollege Publieke Omroep, onder leiding van oud-CDA staatssecretaris Pieter van Geel, stelde anderhalf jaar geleden in het rapport ‘Eenheid in Veelzijdigheid’ voor dat er bijvoorbeeld een maximum van tien jaar (twee keer vijf) moet komen aan de bestuurstermijn van omroepdirecties. Een goed idee, vond ook voorzitter Arjan Lock van het College van Omroepen, en zelf sinds 2008 directeur bij de EO. Maar voor hem zou dat niet moeten gelden, alleen voor nieuwkomers, aldus Lock.
Kijk: daar gaat het fout. De regeling zou voor alle huidige bestuurders, toezichthouders en ook voor hoofdredacteuren (en andere leidinggevenden) moeten gelden. Na het uitkomen van het rapport bleven de meeste bestuurders gewoon op hun plek zitten. Business as usual. Immers: Zij hadden toch niks fout gedaan? moeten ze gedacht hebben. Maar dat is natuurlijk niet het punt. Machtsposities, zeker in een publieke organisatie waar de ‘checks and balances’ altijd op orde horen te zijn, moeten niet te lang in stand blijven. Het leidt altijd tot verkokering. En het kan leiden tot scheve verhoudingen, en tot onwenselijke machtsverhoudingen.