De transitievergoeding is in 2015 in de plaats gekomen van de kantonrechtersformule (de zogenoemde gouden handdruk). De transitievergoeding is een financiële compensatie die in de wet is vastgelegd. De werkgever moet deze vergoeding aan de werknemer betalen wanneer aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan.
- De overeenkomst is opgezegd na een ontslagprocedure bij het UWV.
- De overeenkomst is ontbonden door de rechter.
- De overeenkomst is van rechtswege geëindigd door het aflopen van een tijdelijk contract.
De transitievergoeding is dus niet verschuldigd als de werknemer zélf ontslag neemt. De transitievergoeding maakt geen onderscheid tussen een einde via de ontbinding door de kantonrechter en een einde via opzegging na toestemming door het UWV.
De transitievergoeding is ook niet verschuldigd voor jonge werknemers (jonger dan 18 jaar) met een klein dienstverband (minder dan 12 uur), bij een einde aan het dienstverband op de pensioengerechtigde leeftijd, bij ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer en bij faillissement van de werkgever.
Hoe hoog?
De hoogte van de transitievergoeding is in de wet geregeld. De transitievergoeding is voor elk jaar dat de arbeidsovereenkomst heeft geduurd gelijk aan een derde deel van het loon per maand. De transitievergoeding is (in 2021) maximaal € 84.000, of een jaarsalaris als dat meer is.
Meer weten?
Neem contact op met de afdeling Advocaten & Juristen NVJ.