Kan iemand verbieden dat bepaalde beelden uit een documentaire worden vertoond?

Als documentairemaker word ik er af en toe mee geconfronteerd dat personen die eerst aan een documentaire hebben meegewerkt daar later op terug willen komen. Kunnen zij verbieden dat bepaalde beelden worden vertoond?

Antwoord

Nee, dat kan niet.  Alleen de rechter kan een uitzendverbod geven.  Die zal echter niet snel tot een uitzendverbod overgaan want in beginsel is preventieve censuur niet toegestaan, tenzij er duidelijk sprake is van onrechtmatigheid. Bij de beoordeling of de beelden onrechtmatig zijn moet de rechter een afweging maken tussen enerzijds het recht op vrijheid van meningsuiting en anderzijds het recht op bescherming van eer en goede naam. Beide rechten zijn verankerd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).  Van onrechtmatigheid is (onder meer) sprake als het recht op privacy en bescherming van de eer en goede naam te veel wordt aangetast.

Onlangs diende een kort geding waarin de moeder van een door de politie neergeschoten en gedode man op de dag van de première de uitzending van de documentaire probeerde te verbieden. Op de rechtszitting laat zij weten nooit toestemming te hebben gegeven voor het maken van de film en voor het gebruik van de door haar verstrekte informatie.  Zij wil niet dat haar overleden zoon herkenbaar en met voornaam in beeld wordt gebracht omdat dit inbreuk zou maken op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van haar als nabestaande en op het portretrecht van haar zoon.

De rechter signaleert dat het gevraagde uitzendverbod een beperking in zou houden van het grondrecht op vrijheid van meningsuiting. Dat recht kan alleen worden beperkt ‘indien dit bij wet is voorzien en noodzakelijk in een democratische samenleving’.  Daarvoor geldt een hoge drempel en de rechter laat in deze zaak meespelen dat iemand zich over een overledene vrijer moet kunnen uitlaten dan over levende personen.  

Tevens speelt een rol dat de uitspraken van de geïnterviewde personen hier niet zijn gepresenteerd als feiten. Daarom heeft de documentairemaker niet de plicht om iedere bewering te verifiëren. Ook is de weergave daarvan niet eenzijdig negatief of onnodig kwetsend. Tot slot had de moeder in een eerder stadium gelegenheid gekregen om haar mening te geven, maar daarvan geen gebruik gemaakt. De rechter besluit dat het niet vertonen van een enkel beeld niet opweegt tegen het belang van de documentairemaker, die de film op de dag van de première niet meer kan aanpassen. De première kan dus gewoon doorgaan.

Yolanda Pattiasina, NVJ Advocaten en Juristen

mag dat zomaar