Regeerakkoord: een eerste reactie vanuit de NVJ

vrijdag 17 december 2021

Na een recordtijd van onderhandelen is er een regeerakkoord. Op woensdag 15 december maakten coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie hun plannen bekend voor de komende vier jaar. Wat betekent het regeerakkoord voor de journalistiek? Een eerste reactie vanuit de NVJ op de plannen.

Foto Sem van der Wal/ANP

Persvrijheid

Het spreekt voor zich dat de NVJ blij is dat het regeerakkoord het belang van de journalistiek in onze democratie onderstreept. Dat begint met veilig je werk kunnen doen. Daarom is de NVJ blij met de uitgesproken steun voor het initiatief PersVeilig, zodat dit de komende jaren verder kan worden uitgebouwd.

Ook de belofte van 20 miljoen euro voor lokale journalistiek en 10 miljoen euro voor onderzoeksjournalistiek beschouwt de NVJ als positief. Met dit geld kunnen de meest kwetsbare delen van de journalistiek worden versterkt. 

Daarbij ziet de NVJ de keuze om het budget voor lokale omroepen voortaan landelijk te verdelen als een verstandig besluit. Het komt de onafhankelijkheid van lokale omroepen ten goede en maakt de landelijke overheid verantwoordelijk voor een goed lokaal media-aanbod in alle gemeenten. Wel vraagt de NVJ zich af of het hiervoor uitgetrokken bedrag voldoende is. Verder wil de nieuwe regering de Mededingingswet aanscherpen en nieuwe criteria ontwikkelen voor het toelaten van publieke omroepen.

Het regeerakkoord laat een kans liggen om private mediapartijen te ondersteunen bij hun journalistieke, informerende rol. Om op duurzame wijze een pluriform journalistiek aanbod te garanderen zou een btw-0%-tarief voor private mediabedrijven een logisch besluit zijn geweest, zeker nu op Europees niveau de barrières hiervoor zijn weggenomen. Algemeen secretaris Thomas Bruning: "Onafhankelijke informatie is in onze optiek net als groente en fruit een levensbehoefte in een gezonde democratie. Naast een stevig publiek media-aanbod moeten ook privaat gemaakte nieuwsproducten betaalbaar en aantrekkelijk blijven voor het brede publiek."

Arbeidsmarkt en positie zelfstandigen

In het regeerakkoord staat dat het eindrapport van de commissie Regulering van Werk (commissie-Borstlap) en het hoofdstuk “Arbeidsmarkt, inkomensverdeling en gelijke kansen” uit het SER MLT-advies de leidraad vormen voor hoe de inrichting van de arbeidsmarkt van de toekomst eruit komt te zien. 

Zo wil de nieuwe regering de verschillen tussen vast en flex verkleinen en in lijn met het SER-advies oproep-, uitzend- en tijdelijke arbeidscontracten beter reguleren. Dit laatste is vooral goed nieuws voor jonge journalisten en journalisten bij de omroep. Secretaris Vers in de Pers (a.i.) Lisa Koetsenruijter: "We merken dat veel, vooral jonge programmamakers in een haast eindeloze carrousel van tijdelijke contracten vastzitten. Het zou mooi zijn als met hulp van de nieuwe regering aan deze praktijken een einde wordt gemaakt."

Wel had de NVJ graag gezien dat zaken uit het SER-akkoord wat betreft freelancers concreet waren benoemd in het coalitieakkoord, bijvoorbeeld het minimum uurtarief van 30 tot 35 euro. Wat betreft de NVJ is dat minimum tarief onlosmakelijk verbonden met een aantal kostenverzwarende afspraken - zoals een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov) en de afbouw van de zelfstandigenaftrek - die wel concreet in het regeerakkoord staan. 

De afbouw van de zelfstandigenaftrek vanaf 2023 heeft een forse impact op de freelancerspraktijk. In het akkoord leest de NVJ dat zelfstandigen hiervoor deels zullen worden gecompenseerd via de verhoging van de arbeidskorting. De uitwerking hiervan roept veel vragen op bij de achterban van de NVJ. Secretaris zelfstandigen (a.i.) Milen van Boldrik: "De arbeidsmarktparagraaf blinkt uit in open eindjes, vooral met betrekking tot zelfstandigen. Dat is teleurstellend, want wij hadden bij zo’n urgent thema wel meer ambitie verwacht in de uitwerking, met meer duiding over de rol en plaats van de zelfstandige op de arbeidsmarkt." 

Investeringen in creatieve en culturele industrie

Ten slotte is de NVJ positief over de structurele investering van 170 miljoen per jaar in de creatieve en culturele industrie. Het nieuwe kabinet benoemt hier expliciet dat zij de arbeidsmarktpositie van makers en werkenden wil verbeteren. Dat lijkt de NVJ niet alleen een terecht voornemen en goed nieuws voor collega’s in de cultuursector, het raakt ook een belangrijk deel van de journalistieke makers, die op het snijvlak van cultuur en media actief zijn.

De NVJ heeft de afgelopen jaren hard gewerkt aan een gelijk speelveld voor werknemers en freelancers in de journalistiek, en hoopt dat het nieuwe kabinet in haar plannen deze inzet ondersteunt.