Meebeslissen over pensioenakkoord
Alle leden van de NVJ ontvangen woensdag 12 juni (alleen) een digitale uitnodiging om hun stem uit te brengen in het pensioenreferendum van FNV. Stemmen kan vanaf dat moment tot uiterlijk zaterdag 15 juni 12.00 uur. Heb je geen inlogcode voor het referendum ontvangen en was je tijdens het bereiken van het akkoord wel lid? Neem dan contact op met de FNV via 020 753 2660.
Het concept pensioenakkoord is tot stand gekomen nadat FNV samen met de andere vakorganisaties actie hebben gevoerd voor een goed pensioen. Met dit akkoord kunnen meer mensen op tijd stoppen met werken en daarna genieten van een goed pensioen. Er zijn afspraken gemaakt op het gebied van AOW- leeftijd, zwaar werk, kortingen op pensioen, een nieuw pensioencontract en op het gebied van ZZP en uitzendwerk. Het bestuur van de NVJ roept je op je stem uit te brengen. Zo heb je als NVJ lid ook invloed op de toekomst van onze pensioenen. Hieronder lees je per onderwerp meer over het akkoord.
Wil je meer informatie dan kun je zelf ook de volgende documenten raadplegen:
Vragen kun je ook per mail stellen aan Jochem Dijckmeester via JDijckmeester@nvj.nl
AOW-leeftijd
In het akkoord zijn afspraken gemaakt over de stijging van de AOW-leeftijd. Ook bij de NVJ kwamen veel signalen binnen dat de snelle stijging van de AOW ervoor zorgt dat veel werkenden in de problemen komen. De afspraken die zijn gemaakt gelden voor iedereen die in Nederland recht heeft op AOW, dus alle werkenden (zowel mensen in loondienst als ZZP) hebben zicht op eerdere ingang van de AOW.
Met dit akkoord wordt om te beginnen de AOW-leeftijd de komende twee jaar bevroren op 66 jaar en 4 maanden. In de plannen van het kabinet zou de AOW-leeftijd in 2020 omhooggaan naar 66 jaar en 8 maanden en in 2021 naar 67 jaar. Deze verhogingen gaan dus niet door.
Na de bevriezing op 66 jaar in 4 maanden, in 2022, stijgt de AOW veel minder hard dan in de huidige wetgeving:
In 2022 stijgt de AOW naar 66 jaar en 7 maanden, dit was 66 jaar en 8 maanden
In 2023 stijgt de AOW naar 66 jaar en 10 maanden, dit was 67 jaar
In 2024 stijgt de AOW naar 67 jaar, dit was 67 jaar en 3 maanden
In plaats van een stijging die één-op-één omhooggaat met de stijging van de levensverwachting betekent na 2024 een toename van 1 jaar in levensverwachting 8 maanden later AOW. Dit betekent ook voor mensen die verder van hun AOW af staan dat zij veel baat hebben bij deze AOW-afspraken.
Zwaar werk
In dit akkoord is afgesproken dat afspraken over vroegpensioen kunnen worden gemaakt in de cao. Deze afspraken richten zich op de 3 jaar vóór de AOW-leeftijd. Met de vertegenwoordigers van de werkgeversverenigingen is afgesproken dat werkgevers hieraan meebetalen, de overheid maakt mogelijk dat dit zonder boete kan.
Concreet is afgesproken dat er geen “RVU-boete” meer geldt bij regelingen dit zich richten op vertrek maximaal 3 jaar voor AOW tot € 19.000 per jaar. Alles dat boven de € 19.000 wordt uitgekeerd krijgt wel RVU-boete. Hiermee wordt het mogelijk om de 3 jaar voor AOW de nog niet ingegane AOW te compenseren. Werkgevers moeten deze AOW-vervanging betalen via cao-afspraken (de aan tafel aanwezige werkgeversvertegenwoordiging heeft dit toegezegd).
De medewerker kan zelf sparen voor aanvulling van deze AOW compensatie in de drie jaar voor AOW of hiervoor een deel van het pensioen naar voren halen. Zo kunnen afspraken worden gemaakt over belastingvrij sparen voor eerder stoppen. Ook kan hiervoor 100 weken verlof worden opgespaard. Er komt een fonds van 800 miljoen euro beschikbaar voor maatwerk in de sectoren.
Op de lange termijn komt een onderzoek naar uittreden na 45 dienstjaren. Zolang dit onderzoek nog niet tot uitkomsten heeft geleid, blijft de bovenstaande regeling bestaan.
Kortingen op pensioen
Er komen geen kortingen bij een dekkingsgraad boven 100%. Daarmee zijn de kortingen bij een aantal grote fondsen afgewend. Bij de twee grote pensioenfondsen die actief zijn in onze sector, PNO Media en Pensioenfonds PGB, was de komende twee jaar de kans op korting sowieso al klein omdat zij nu al voldoen aan de minimale vereisten. Tot de ingang van het nieuwe pensioencontract geldt dat als je in het nieuwe contract de pensioenen niet hoeft te verlagen, dat er dan nu ook niet gekort hoeft te worden.
Een nieuw pensioencontract
In de komende jaren komt er een ander soort pensioencontract. Dit nieuwe solidaire contract komt in de plaats van de huidige uitkeringsovereenkomst waarin de meeste collega’s in onze sector nu pensioen opbouwen. In deze overeenkomst bouw je elk jaar een recht op een uitkering tijdens pensioen op, het is dus geen individueel spaarpotje waarbij je op pensioendatum nog pensioenrechten in moet kopen.
Belangrijk verschil tussen het nieuwe pensioencontract en het huidige pensioencontract is dat pensioenfondsen minder hoge buffers hoeven aan te houden. Hierdoor kunnen bij voldoende rendement de pensioenuitkeringen en pensioenopbouw gemakkelijker meestijgen met de prijzen (indexatie). Dat betekent wel dat bij een tegenvallend rendement het korten van pensioen ook eerder plaats moet vinden. Wel is afgesproken om de kortingen nog uit te spreiden om te voorkomen dat je na je pensioendatum te veel schommelingen in je inkomen kan krijgen.
Op verzoek van het kabinet wordt de zogenaamde ‘doorsneesystematiek’ afgeschaft. Afgesproken is dat hierdoor geen groepen erop achteruitgaan. Er volgt nog een advies over de rekenrente die pensioenfondsen moeten gebruiken om hun verplichtingen te berekenen (de rekenrente) en mogelijk nog over de wijze waarop de premie moet worden vastgesteld. Omdat aanpassingen van het contract veel effecten kan hebben voor verschillende groepen die pensioen opbouwen of ontvangen is afgesproken dat het nieuwe contract de komende jaren wordt uitgewerkt onder leiding van een Stuurgroep met vertegenwoordigers van vakbonden, werkgevers en kabinet. Zij houden in de gaten of het nieuwe contract aan alle afspraken voldoet en trekken indien nodig aan de bel. De uitgangspunten die zijn afgesproken zijn:
Geen bezuinigingen
Geen pech en geluk generaties tijdens transitie of structureel
Voldoende compensatie afschaffen doorsneeopbouw
Eerder perspectief op koopkrachtig pensioen/ pensioen beweegt mee met financiële markten
Stabiele uitkeringen door uitsmeren van plussen en minnen over 10 jaar
Betere aansluiting arbeidsmarkt
ZZP en uitzendwerk
In het nieuwe collectieve pensioenstelsel kunnen zelfstandigen gemakkelijker aansluiten. Hiervoor wordt nu onderzoek gedaan in verschillende sectoren. In het uitgeverijbedrijf wordt gesproken tussen de werkgevers, werknemers, waaronder de NVJ, en het pensioenfonds PGB. De huidige wetgeving beperkt de mogelijkheden van het vrijwillig aansluiten van ZZP-ers bij een pensioenfonds. De NVJ is een groot voorstander van de mogelijkheid om als ZZPer in de sector je vrijwillig aan te kunnen sluiten bij het pensioenfonds in die sector.
Ook is afgesproken dat er voor zelfstandigen een arbeidsongeschiktheidsverzekering komt, net als voor andere werkenden. Hoe die verzekering er precies gaat uitzien, moet nog verder worden uitgewerkt. De NVJ begrijpt dat er veel vragen zijn en ZZP-collega’s zich zorgen maken over de vraag of zij de premie wel kunnen betalen. Veel ZZP-ers geven aan niet verplicht te willen worden. Tijdens de onderhandelingen bleek een verplichting echter de enige oplossing om de arbeidsongeschiktheid toegankelijk en betaalbaar te krijgen voor iedereen.
Er wordt nog gesproken over wie de regeling uit moet gaan voeren, maar in ieder geval komt er een acceptatieplicht en omdat iedereen meedoet daalt de premie. Veel moet nog worden ingevuld, wij blijven ons inzetten voor een regeling die aansluit bij de wensen van onze leden. Denk aan een goede opt-out mogelijkheid, een inkomensafhankelijk premie en als belangrijkste een betaalbare regeling. Ook zullen wij opdrachtgevers natuurlijk aanspreken op hun verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat alle werkenden in de journalistiek voldoende beloning krijgen voor hun werk, waarbij rekening wordt gehouden met opslagen voor verzekering en pensioen.