Jelin over stagevergoeding: ‘Van leuk kun je geen huur betalen’
COLUMN - Vers in de Pers-lid Jelin Schut liep stage bij het Leidsch Dagblad in 2021 en afgelopen voorjaar bij Het Parool tijdens haar UvA master journalistiek. Voor beide stages ontving ze 350 euro per maand, voor 36 uur werk per week. Ze steunt de inzet van de NVJ die de stagevergoeding in de cao Uitgeverijbedrijf wil verhogen naar 750 euro plus indexatie, ongeacht het opleidingsniveau. In deze column schrijft ze over haar ervaring.
Foto: Stijn Kuiper
Ik wil voorop stellen dat ik de stages bij het Leidsch Dagblad en Het Parool als de meest waardevolle onderdelen van mijn studententijd heb ervaren. Bij beide kranten mocht ik heel veel doen en heb ik ontzettend veel geleerd, over het vak en over mezelf. Deze stages waren echt onmisbaar in de ontwikkeling van mijn journalistieke doelen en ambities.
Twee keer heb ik drie maanden lang de rest van mijn leven op pauze gezet, want we weten allemaal dat er voor journalisten geen 9 tot 17 weggelegd is. Zeker als stagiaire voelde ik (vooral vanuit mezelf) veel druk om goed te presteren. Zelden bleef het bij die 36 uur. Ik woon in Leiden, dus zeker tijdens de stage in Amsterdam bestond mijn leven alleen uit de krant. Mijn wekker ging om 06.45 uur en ik was zelden eerder thuis dan 18.30 uur.
Een bijbaan in het weekend was voor mij niet te doen, want ik moest bijkomen van de intensieve stageweken
Nogmaals: het waren allebei fantastische ervaringen die ik voor geen goud had willen missen, maar financieel was het niet makkelijk. Met 350 euro per maand was de huur voor mijn kamer (500 euro) nog niet betaald (ik doe nu toevallig onderzoek naar studentenkamers en 500 euro is bijzonder gemiddeld). Een bijbaan in het weekend was voor mij niet te doen, want ik moest bijkomen van de intensieve stageweken. De enige uitweg die je als student dan hebt, is het verhogen van je studielening (wat alles behalve een prettige oplossing is, maar daar kan de NVJ ook niet veel aan doen).
Nu snap ik dat je als stagiair vooral op de redactie rondloopt omdat je moet leren. Redacteuren en chefs moeten moeite in je steken en dan is het maar te hopen dat het je lukt om dat gaatje in de krant te vullen. Alsof 350 euro (lees: nog geen 2,50 per uur) het ‘risico’ is dat een krant voor een gemiddelde stagiair kan lopen. Bakken ze er niets van? Dan is de stagevergoeding een gelukje. Blijken ze wel goed? Dan hebben ze pech.
Het leven van een student is er bepaald niet goedkoper op geworden. Als schoolvoorbeeld van de pechgeneratie is het sowieso al lastig te bevatten dat studeren tien jaar geleden zo veel goedkoper was (van 700 euro minder collegegeld tot goedkopere boodschappen en het ontbreken van het leenstelsel/het vooruitzicht op een hoge rente). Dan blijkt ook nog eens dat stagiairs een decennium geleden een hogere vergoeding kregen. Dat vind ik niet uit te leggen.
Behalve de financiële dystopie , en dit voelt arrogant om te zeggen, voelde de vergoeding ook als onderwaardering van mijn werk, zeker als masterstudent (met al journalistieke ervaring). Na afloop was mijn feedback dat ik ‘meedraaide als volwaardig redacteur’. Die vergoeding staat daar natuurlijk helemaal niet tot in verhouding. Maar óók als ik er niets van zou hebben gebakken, was de vergoeding te laag. Want stagiairs zijn op de redactie om te leren, en dat bracht voor mij ook veel druk mee om te presteren. Je wil goede stukken schrijven, sterke onderwerpen pitchen, en dat terwijl je moet wennen aan de nieuwsdruk en de continue deadlines die bij een krant horen. Je wil een goede indruk achterlaten, want voor én na jou staat een nieuwe lichting klaar.
Ik kan natuurlijk alleen maar vanuit mijn eigen ervaringen vertellen, en daarom is het goed als meerdere (oud-)stagiairs dat doen. Wellicht spreek ik voor mijn beurt, nu de studiebeurs weer is ingevoerd (ik zou het niet weten, want schoolvoorbeeld pechgeneratie), maar ik zou het ontzettend zonde vinden als studenten een journalistieke stage aan zich voorbij laten gaan vanwege de stagevergoeding. Ik had de luxepositie dat mijn ouders mij konden en wilden ondersteunen, maar dat zal niet voor iedereen gelden. Er zullen genoeg studenten zijn die naast zo’n intensieve stage móéten werken.
Bijna elke journalist zal begonnen zijn als stagiair. Het is de tijd waarvan je wil dat het gaat om het leren van het mooiste vak van de wereld, maar vaak gaat het gepaard met gevoelens van onderwaardering en stress om de financiële situatie. En dat is zonde. In de laatste stageweek bij het Leidsch Dagblad zei ik: ‘Dit werk zou ik voor niets doen, zo leuk vind ik het.’ Maar van leuk kun je geen huur betalen, en van 350 euro ook niet.
Jelin Schut