Freelance journalisten zetten belangrijke stap in rechtszaak tegen De Persgroep

vrijdag 17 mei 2019

De freelance (foto)journalisten Britt van Uem (Tubantia) en Ruud Rogier (Brabants Dagblad) zetten een belangrijke stap in de rechtszaak tegen De Persgroep. Inzet van de rechtszaak is een billijk tarief dat in overeenstemming is met wat journalisten in vast dienstverband verdienen. Nu krijgen deze freelancers gemiddeld 16,50 euro per uur, terwijl (foto)journalisten in vast dienstverband met een vergelijkbare staat van dienst 60 à 80 euro per uur verdienen. In het tussenvonnis dat vandaag verscheen, zegt de rechter dat het voor de bepaling of een vergoeding al dan niet billijk is relevant is wat een freelance (foto)journalist per uur aan een opdracht verdient. Nu betalen media niet per uur maar per woord of per foto of foto-opdracht. Relevant is volgens de rechter ook wat journalisten in loondienst voor datzelfde werk verdienen. Dat de rechter deze twee omstandigheden mee laat wegen bij het bepalen van een billijke vergoeding is nieuw. 

foto: Ingrid de Groot 

De rechter kijkt bij de beoordeling of een tarief billijk is naar nog een omstandigheid en dat is wat er qua tarieven gebruikelijk is in de markt. De rechter geeft aan daar nu nog niet voldoende zicht op te hebben. Van Uem en Rogier krijgen daarom tot 14 juni 2019 de gelegenheid om aan te tonen dat de tarieven die zij van De Persgroep krijgen niet marktconform zijn. Daarna krijgen partijen tot uiterlijk 12 juli de tijd om elkaars ingebrachte stukken te reageren. Vervolgens bepaalt de rechter hoe de procedure verder gaat.
 
Er moet naar alle omstandigheden worden gekeken

De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) en de Nederlandse Vereniging van Fotojournalisten (NVF) hebben Van Uem en Rogier ondersteund bij deze rechtszaak. Secretaris Rosa García López: 'Dit is voorlopig goed nieuws voor Van Uem en Rogier die hun nek hebben uitgestoken. De rechter maakt inzichtelijk waar hij een billijke vergoeding op baseert. Dat hij erkent dat het relevant is wat een freelancer per uur overhoudt, is pure winst. Stuksprijzen zijn op zichzelf volgens de rechter niet bepalend. Er moet volgens hem naar alle omstandigheden worden gekeken. Hieronder valt ook wat een journalist op basis van een stuksprijs per uur overhoudt. Dat de rechter ook erkent dat er een verband is tussen de verdiensten van een journalist in vast dienstverband en een freelancer is ook pure winst.’
 
Wet Auteurscontractenrecht

‘Van Uem en Rogier hebben een belangrijke eerste stap gezet. Deze twee freelance journalisten deden een beroep op de Wet Auteurscontractenrecht. Die is bedoeld om de positie van de maker te verbeteren en dus de marktmacht aan te pakken. Deze wet geldt nu bijna drie jaar. Dit is de eerste rechtszaak die hierover gevoerd wordt. Uit dit vonnis blijkt dat de rechter de mogelijkheden die de Wet Auteurscontractenrecht biedt aangrijpt om de onderhandelingspositie van individuele freelancers ten aanzien van grote exploitanten zoals De Persgroep te verbeteren. Dat is een gunstig teken’, aldus Garciá López.
 
De NVJ en de NVF zullen zich blijven inzetten voor billijke tarieven en voor een sterkere onderhandelingspositie voor freelance (foto)journalisten.
 
Reacties
 
Otto Volgenant – Advocaat van Van Uem en Rogier: ‘Rogier werd door de Persgroep op pad gestuurd voor een foto in het Brabants Dagblad, was daar zo’n 2,5 à 3 uur mee bezig, en kreeg daar dan 42 euro voor. Van Uem kreeg voor een artikel van 500 woorden in Tubantia, waar ze zo’n 4 uur mee bezig was, 13 cent per woord. Dat is te weinig om van te leven. Bij de rechter hebben we een billijke vergoeding gevorderd. Wat we vroegen was zeker geen vetpot, maar wel redelijk, zeker als je het afzet tegen de nettowinst van meer dan 100 miljoen euro die de Persgroep per jaar maakt.’
 
Britt van Uem – Freelance journalist: ’Ik vind het jammer dat de rechter het niet heeft aangedurfd om een oordeel te vellen over deze materie maar het heeft doorgeschoven. Wat mij betreft heeft het lang genoeg geduurd dat ik en mijn collega’s freelancers niet op dezelfde manier gehonoreerd worden als de collega’s in vaste dienst die hetzelfde werk doen en bijdragen aan de winst van De Persgroep.’
 
Ruud Rogier – Freelance fotojournalist:  ‘Geheel ontevreden kan ik niet zijn bij deze uitspraak, wel jammer dat de zaak nog niet geheel duidelijk is en kan worden afgesloten. Er is nu de gelegenheid om de zaak, onbillijke vergoeding voor geleverd auteursrechtelijk werk, verder te duiden. Over het algemeen zijn journalisten goed in het duiden van complexe zaken. Mits men de essentie niet uit het oog verliest bij dit verlengde traject. Het gaat niet over de miljoenen waar de Persgroep zich graag mee verweert, maar over het handhaven van de Wet Auteurscontractenrecht. Een wet waar twee freelancers een beroep op doen.’