Fotojournalist vind ik een heerlijke titel. 'Ik noem mezelf graag fotojournalist. Fotograaf én journalist. Beter kan het niet worden. Daarom heb ik lang geleden bewust een opleiding gevolgd aan de School voor Journalistiek in Utrecht. Ik had naar een fotovakschool kunnen gaan maar daar zou ik de journalistieke kant zeker gemist hebben. De fotografische kant miste ik dan wel weer een beetje op de School voor Journalistiek maar dat is gelukkig goed gekomen.
Ik zie fotograferen als een ambacht. Het is werk, ik moet snel leveren en weer door. Daarom voel ik mij ook zo thuis in die journalistieke wereld. Ik kan er vol voor gaan, mijn uiterste best doen en het vervolgens ook afronden. En dus ook afsluiten in mijn hoofd. Niet elke journalistieke productie die ik maak is hemelbestormende journalistiek. Dat is ook niet erg. Het moet toch gemaakt worden. Neem nou het Veiligheidsberaad. Dat zijn vijfentwintig burgemeesters die sinds de uitbraak van corona elke maandag met Minister Grapperhaus overleggen. Niet echt hoogstaand, toch ben ik er bijna elke week bij geweest. Het moet gemaakt worden. Niet iedereen realiseert zich dat voorzitter Hubert Bruls en zijn vierentwintig kornuiten een flinke vinger in de pap hebben als het gaat om lockdown-maatregelen, handhaving en boetes. Die vijfentwintig burgemeesters bepalen in grote mate het beleid. Dus daar moet je gewoon elke week staan. Gelukkig denkt het ANP er ook zo over en ben ik namens hen elke week van de partij. Kern van dit voorbeeld is dat ook de minder sexy onderwerpen vastgelegd moeten worden.
Als je werkt voor kranten is de realiteit dat tachtig procent van je werk bestaat uit portretten van mensen die op dat moment in het nieuws zijn. En dan ontmoet je echt mensen uit allerlei lagen van de bevolking. Van vuilnisman tot professor, van BN'er tot Truus van zeshoog achter. Dat is het grootste plezier in mijn werk. Bij iemand binnen komen die je totaal niet kent. Je weet vaak wel wat achtergrond maar dat is het dan. Je moet in een korte tijd iemand proberen te lezen. En zij jou natuurlijk. Dat zie ik als een spel. Het klinkt misschien gek, maar je moet vertrouwen zien te winnen, je moet iemand soms gerust stellen. Daarnaast moet je ook nog eens de ruimte scannen, een plaatje in je hoofd krijgen en dan uiteindelijk ook nog eens beginnen met het eigenlijke werk, het portretteren. En dat allemaal in een belachelijk korte tijd. Als ik dan wegloop met beeld dat recht doet aan de persoon, zijn of haar achtergrond en als het even kan passend bij het karakter ben ik elke keer weer tevreden. Uiteindelijk ben ik gaan beseffen dat een goed portret van iemand zeker voor driekwart bestaat uit gesprek en sociale interactie. De camera is dan het sluitstuk.
Ik moet leven van mijn werk, daarom ijver ik samen met collega's voor goede tarieven. Terugkomend op dat woord ambacht, ik creëer iets waar ik betaling voor verwacht. Ik maak iets, je kan het van me afnemen. Boter bij de vis. Dat is ondernemen. Projecten aangaan, jezelf in de schulden steken en het dan proberen te slijten is niets voor mij. Ik ken bijvoorbeeld geen enkele loodgieter die zijn ziel en zaligheid steekt in kunstig aangelegd leidingwerk en het dan aan de eigenaar van het huis probeert aan te bieden. En het dan uiteindelijk maar voor een bedrag ver onder de kostprijs verkoopt. Zo'n ondernemer is snel aan de bedelstaf. Een gezonde en gelijkwaardige relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer is belangrijker dan je denkt.'
Voor de artikelreeks ‘Uitgelicht’ op de NVF-website, de -nieuwsbrief én NVF-pagina’s in Focus Magazine is de redactie altijd op zoek naar collega’s die hun werk aan andere NVF-leden en het bredere publiek van Focus Magazine willen laten zien.
Wil je meedoen? Mail dan even naar NVJ-sectie-NVF@nvj.nl