Vrijheid van nieuwsgaring en strafrecht

De vrijheid van nieuwsgaring is niet onbeperkt, hij wordt begrensd door onder meer de strafwet en de civielrechtelijke zorgvuldigheidsnorm. Het strafrecht zelf maakt geen onderscheid tussen journalisten en ‘gewone’ burgers’. Een journalist die een verkeersovertreding begaat, zal gewoon de bijbehorende boete moeten betalen.

Slechts in uitzonderlijke gevallen kan een journalist zich beroepen op de vrijheid van nieuwsgaring en zo een strafrechtelijke veroordeling ontlopen. In 1999 oordeelde het EHRM dat journalisten zich bij de nieuwsgaring in beginsel aan de normen en regels van de strafwet moeten houden. In 2007 oordeelde hetzelfde hof dat nieuwsgaring geen rechtvaardigingsgrond is om de strafwet te overtreden. Toch kan een strafrechtelijke veroordeling onder bepaalde omstandigheden op gespannen voet staan met het recht op vrije nieuwsgaring. Om een misstand aan te kunnen tonen, is het soms nodig de wet te overtreden.

Op of over de grens?

Onderzoeksjournalist Alberto Stegeman zoekt met enige regelmaat de strafrechtelijke grens op om misstanden aan het licht te kunnen brengen. Dit levert vaak belangrijke jurisprudentie op. De Hoge Raad heeft zich maar liefst twee keer moeten buigen over de vraag of hij vervolgd en veroordeeld moest worden omdat hij een KLM-personeelspasje had vervalst. Hij deed dit om het bedrijventerrein van Schiphol-Oost te kunnen betreden, waar het regeringsvliegtuig in een hangar stond gestald. Stegeman wilde aantonen dat de beveiliging niet op orde was en beging hierbij meerdere strafbare feiten. Het kopiëren van het pasje was er één van. Na jaren procederen oordeelde de rechter uiteindelijk dat dit niet mocht. De rechter vond dat er een minder vergaande manier was om het beveiligingslek aan te tonen, daarvoor had Stegeman niet de strafwet hoeven overtreden. Stegeman werd veroordeeld tot duizend euro boete.

Geen andere weg

De maatstaf die uit de zaken rondom onderzoeksjournalist Alberto Stegeman naar voren komt is deze: de journalist moet kunnen aantonen dat er geen ander middel is om de misstand bloot te leggen dan door zelf een strafbaar feit te begaan. De lat ligt hoog; er moet daadwerkelijk geen andere weg openstaan. Als die drempel gehaald wordt, zijn er vervolgens andere omstandigheden die meewegen bij de beoordeling of daadwerkelijk tot vervolging en veroordeling wordt overgegaan. Het gaat dan om de ernst van het strafbare feit. Zo mag je geen zwaar, illegaal vuurwerk bezitten en vervoeren, want dat is zeer gevaarlijk voor de omgeving. Uiteraard mag een journalist bij het plegen van een strafbaar feit nooit verder gaan dan noodzakelijk is voor het doel van de publicatie. Het gedrag van de journalist speelt ook een rol. Handelt de journalist in overeenstemming met de beroepsethiek? En natuurlijk legt de ernst van de misstand die wordt blootgelegd gewicht in de schaal. Voor het blootleggen van zeer ernstige misstanden zal een overtreding van de strafwet eerder gerechtvaardigd zijn dan voor de onthulling van een akkefietje.