Verborgen camera

Het heimelijk opnemen van beeld en geluid is niet snel geoorloofd. Uitsluitend in gevallen waarin een maatschappelijke misstand aan de kaak wordt gesteld en deze misstand op geen enkele andere wijze kan worden aangetoond, is het gebruik toegestaan. Een ‘ja, mits noodzakelijk dus’, maar ook dan zal een afweging plaats moeten vinden tussen het belang van nieuwsgaring en de privacy van de betrokkenen. Ondanks dat sprake kan zijn van een gerechtvaardigd doel (maatschappelijke misstand, debat van publiek belang) moet steeds zorgvuldig worden omgegaan met de persoonlijke levenssfeer van degene die wordt gefilmd. Dat kan bijvoorbeeld door gezichten te blurren en stemmen onherkenbaar te maken. Als er geen aanwijzingen zijn voor een misstand, dan zal de rechter deze methode al snel als ontoelaatbaar betitelen.

Het uitgangspunt blijft het ‘open vizier’, dat wil zeggen dat je jezelf als journalist bekend maakt en duidelijk bent over je journalistieke bedoelingen, zo staat het ook in de Leidraad voor de Journalistiek. Rechters verwijzen regelmatig naar de Leidraad.

Rechtszaken

1. Telemarketing (2008)

Het consumentenprogramma Radar besteedde in 2008 aandacht aan de telemarketingpraktijken van het bedrijf Pretium. Voor de opnames maakte de redactie gebruik van een verborgen camera. Pretium probeerde de uitzending te verbieden, maar kort daarna werd het programma alsnog uitgezonden, met inbegrip van de met een verborgen camera gemaakte gedeeltes. Deze beelden waren wel bewerkt, zodat de gefilmde personen niet herkenbaar waren. Pretium wilde rectificatie en verwijdering van het programma van de website. Tot aan de Hoge Raad is hierover geprocedeerd. De Hoge Raad oordeelde uiteindelijk dat wat naar journalistieke maatstaven toelaatbaar is, voor de rechter bij zijn belangenafweging niet doorslaggevend hoeft te zijn, maar wel iets is waar rekening mee zal worden gehouden. In 2017 werd de kwestie definitief in het voordeel van Radar en de omroep TROS beslist, waarbij veel gewicht werd toegekend aan art. 10 EVRM: het recht op vrije meningsuiting en vrije nieuwsgaring in relatie tot de beginselen van subsidiariteit (is het lichtste middel ingezet?) en proportionaliteit  (staat het middel in verhouding tot het doel?).

2. Undercover in Nederland (sinds 2005)

Bekend om het werken met een verborgen of draaiende camera (de zogenaamde overvaljournalistiek) is Alberto Stegeman, die sinds 2005 het programma Undercover in Nederland maakt voor SBS 6. Meerdere malen heeft hij het gelijk aan zijn kant gekregen in rechtszaken waarin zijn werkwijze ter discussie werd gesteld. Zo was het hof in Amsterdam van mening dat de zeggingskracht van de opnamen groot en functioneel was voor het aan de kaak stellen van de gesignaleerde ernstige maatschappelijke misstand (onder meer misleiding bij de koop van paarden en slechte behandeling van de dieren). Het privacybelang van de gefilmde persoon werd van ondergeschikt belang geacht, al moest SBS de stem wél onherkenbaar maken.

Een andere zaak was die waarin Undercover in Nederland wilde aantonen dat in Nederland illegale polygame huwelijken worden gesloten en religieuze functionarissen als imams daaraan meewerken.  Het programma filmde een imam met een verborgen camera. De rechtbank oordeelde dat de aangeduide misstand op deze manier aan de kaak mocht worden gesteld, waarbij werd overwogen dat de imam een publieke figuur was. Daarbij bleef de opname binnen de toelaatbare grenzen. De inbreuk op de privacy bleef beperkt tot datgene wat met de positie van de man in de moskee en zijn handelen als imam verband hield.

3. Meelopen met de FIOD (2019)

Voor de documentaire Nederland Fraudeland van KRO-NCRV en geproduceerd door Selfmade Films liet het Openbaar Ministerie de makers maandenlang achter de schermen meekijken in een lopend en vertrouwelijk strafrechtelijk onderzoek. De verdachten werden gefilmd zonder dat zij dit wisten. De rechter oordeelde dat voorop staat dat iedereen vrij is een documentaire te maken over de FIOD en belastingfraude, een onderwerp dat in de publieke belangstelling staat. Dat zij daarbij gebruik maakten van een concrete casus is een journalistieke keuze die aan hen is. Eisers waren in dit verband wellicht gefilmd zonder hun medeweten, maar op zichzelf maakt dit de handelwijze van gedaagden niet op voorhand onrechtmatig. De rechter achtte van belang dat de eisers werden verdacht van grootschalige belastingfraude, die zij hadden bekend en waarvoor zij een transactie met de Belastingdienst hadden getroffen. Daarover was ook in het verleden al gepubliceerd. De makers voerden terecht aan dat verdachten als voormalig eigenaar en medeaandeelhouder van een grote restaurantketen met duizenden werknemers, door hun positie en hun handelwijze de publieke arena hadden betreden en dat hen daarom minder privacybescherming toekomt dan een willekeurig ander persoon.

Uit rechtspraak van het EHRM van de laatste jaren blijkt onder andere dat het uitmaakt of de opgenomen en uitgezonden beelden gemaakt zijn in een publieke ruimte. In dat geval is gebruik van een verborgen camera eerder geoorloofd dan op particulier terrein of in een privéwoning. Wel ziet het Europese Hof het gebruik van de verborgen camera als een uiterste middel dat slechts met terughoudendheid mag worden ingezet. Steeds wordt getoetst of voldaan is aan de criteria van noodzakelijkheid, subsidiariteit en proportionaliteit.