Hoogte schadevergoedingen

Als een publicatie onrechtmatig blijkt te zijn, kan de rechter – in het uiterste geval – verwijdering van de onrechtmatige publicatie opleggen, een rectificatie voorschrijven en tot een schadevergoeding veroordelen. De schadevergoeding betreft meestal slechts immateriële schade, namelijk de schade in verband met aantasting van de eer en goede naam. Over het algemeen wordt dit soort schade – indien de rechter die al toekent – begroot op bedragen rond de € 1.000,- tot € 5.000,-. Uitschieters zoals de € 30.000,- voor Patricia Paay komen alleen voor bij zeer ernstige privacyschendingen. Soms krijgt een bedrijf als gevolg van een publicatie te maken met omzetdaling. De materiële schade is dan gederfde winst of omzetderving. Dat kan tot hoge schadebedragen leiden, zoals bij de zogeheten Exota-affaire en bij een uitzending van de TROS over hondenkennels (zie ook hoor en wederhoor).

Rechtszaken

1. Naakte Karin Bloemen (2003)

Tijdens haar vakantie op Jamaica was cabaretier Karin Bloemen naakt gefotografeerd. Deze foto’s werden gepubliceerd door Weekend. De rechter oordeelde dat de foto’s niet nieuwswaardig waren en alleen dienden om ‘het ontblote lichaam tegen haar zin tot een bezienswaardigheid te maken’. Karin Bloemen had € 30.000,-schadevergoeding geëist, maar het blad hoefde slechts € 2.500,- aan immateriële schade te betalen. Weekend moest wel rectificeren.

2. Rapper met kort lontje (2013)

Het Parool publiceerde in 2013 een artikel met de kop ‘Van P. rapper met een kort lontje’, vergezeld van een duidelijk herkenbare portretfoto. Van P. werd op dat moment verdacht van het doodsteken van een jeugdhulpverleenster en het zwaar verwonden van twee anderen. De foto was afkomstig uit een documentaire van anderhalf jaar eerder, waaraan de rapper had meegewerkt. De Hoge Raad oordeelde uiteindelijk dat het feit dat Van P. had meegewerkt aan een documentaire niet rechtvaardigde dat Het Parool zijn portret publiceerde. De krant had een balkje over de ogen kunnen plaatsen. De krant moest een immateriële schadevergoeding van € 1.500,- betalen. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens bevestigde de uitspraak.

3. Exota (1970)

In 1970 werd in het VARA-programma De Ombudsman door presentator Marcel van Dam aandacht besteed aan mensen die het slachtoffer waren geworden van exploderende frisdrankflessen. In de tweede uitzending over dit onderwerp riep hij consumenten op om ervaringen te melden, in het bijzonder die met het merk Exota. In de derde uitzending (in 1971) las Van Dam citaten uit de ontvangen brieven voor. Na elk citaat werd een filmpje met een exploderende fles vertoond. Exota werd daarbij twee keer uitdrukkelijk genoemd. Na het laatste citaat meldde Van Dam dat aan TNO was gevraagd om te laten zien wat er gebeurt als een fles ontploft. Door de montage namen veel kijkers aan dat het om een exploderende Exota-fles ging. Het ging echter om een sherryfles, waarbij de explosie werd veroorzaakt door er een kogeltje in te schieten. Na deze uitzending kelderde de verkoop van Exota. Na zeven jaar werd het merk uit de markt genomen.

In 1996 veroordeelde het hof de VARA tot betaling van 2,2 miljoen gulden (circa € 1 miljoen) aan gederfde winst. Over dit schadebedrag moest ook nog wettelijke rente worden betaald, waardoor de omroep uiteindelijk 7,7 miljoen gulden (ongeveer € 3,5 miljoen) kwijt was. In 1998, dus 28 jaar na dato, bevestigde de Hoge Raad dit arrest.