Eindvoorstel Sociale Regeling Publieke Omroepen aan de leden voorgelegd

donderdag 4 april 2019

De omroepwerkgevers hebben aan de vakorganisaties, waaronder de NVJ, een eindvoorstel voor een Sociale Regeling Publieke Omroepen gesteld. Leden van de sectie Omroep zijn woensdag via e-mail gevraagd hun stem uit te brengen voor 15 april over dit eindvoorstel. Vanwege de complexiteit van de inhoud en totstandkoming van deze overgangsregeling organiseren de NVJ, FNV en CNV op woensdag 10 april een informatiebijeenkomst. Hieronder volgen 7 vragen over de achtergrond van de sociale regeling en de inhoud van het eindvoorstel.

1.    Wat was ook alweer de achtergrond waardoor er onderhandelingen over een sociale regeling moesten komen?

In november 2018 maakten de omroepwerkgevers bekend de bestaande sociale regeling eenzijdig op te zeggen. In december en januari vonden meerdere gesprekken plaats tussen de werkgevers en werknemersvertegenwoordigers, maar die leidden niet tot een verlenging van de oude regeling, waarna de omroepwerkgevers eenzijdig een nieuwe sociale regeling oplegden. De bonden waren op zijn zachtst gezegd niet blij met deze handelwijze. Deze actie was onwenselijk en ongebruikelijk. Daarnaast was de inhoud van de eenzijdig opgelegde sociale regeling veel te mager. In de formule voor de berekening van de regeling zat een aantal “weeffouten” die zeer nadelig bleken voor de omroepmedewerkers.

2.    Wat was er mis met deze eenzijdig opgelegde sociale regeling?

In de eenzijdige regeling waren de verschillen ten opzichte van de oude, geëxpireerde regeling zeer uiteenlopend en vaak nadelig voor de medewerkers. Zo waren er groepen werknemers die slechts 50 procent van de oude regeling kregen, terwijl er ook een kleine groep was die er een paar procent op vooruit gingen. Dat was voor ons moeilijk uitlegbaar. We konden vanwege het grote verschil in de rekenformule tussen de oude en de nieuwe, eenzijdige regeling niet goed overzien.

3.    Hoe kwamen de partijen weer in gesprek met elkaar?

We zijn een aantal keren informeel in gesprek gegaan om de weg terug te vinden naar een acceptabele regeling. Die informele gesprekken hebben uiteindelijk geleid tot een hervatting van het formele onderhandelingsoverleg op 25 maart.

4.    Wat was de uitkomst van de onderhandelingen op 25 maart?

Na een urenlang onderhandelingsgesprek besloten de omroepwerkgevers een formeel eindvoorstel te doen. Dit voorstel is een veel betere regeling ten opzichte van de eerdere eenzijdig geïntroduceerde regeling maar het verschil is nog steeds groot. We zijn elkaar heel dicht genaderd op 25 maart, maar niet dicht genoeg om de uitkomst als een onderhandelingsresultaat te accepteren. Procedureel gezien moeten we dit voorstel bij onze achterban ter stemming brengen.

5.    Waarover zijn de partijen het eens geworden waarmee de “weeffouten” zijn hersteld?

De NVJ, FNV en CNV en werkgevers zijn het wel eens geworden over herstel van de “weeffouten” in de eerder door de werkgevers eenzijdig geïntroduceerde regeling. Deze hebben betrekking op de looptijd, ontslagvergoedingen, 50+ regeling, de maximale vergoeding uit de wettelijke regeling transitievergoeding.

6.    Er is lange tijd onderhandeld over een zogenoemde garantieregeling als onderdeel van het eindbod. Wat houdt die in?

Teneinde de variatie en verschillen in achteruitgang ten opzichte van de oude sociale regeling enigszins te kunnen corrigeren stellen de werkgevers voor om 80% van de oude regeling te vergoeden. De werkgevers zijn bereid om deze garantieregeling overeen te komen, maar uitsluitend als onderdeel van de overgangsregeling, gedurende de eerste drie jaar van de sociale regeling en tot een maximum bedrag van € 194.000. Deze garantieregeling geldt niet voor de werknemers met een tijdelijke contract.

7.    Wat is het verschil tussen het eindvoorstel van de werkgever en voorstel van de werknemersvertegenwoordigers?

  • De maximale grens van de transitievergoeding is de Wet Normering Topinkomens (WNT) norm geldend voor het jaar waarin de dienstbetrekking voor de boventallige werknemer tot einde komt. In het voorstel van de werkgevers wordt voor de gehele looptijd een maximum van €194.000 voorgesteld gelijk aan de WNT norm voor 2019.
  • De nu nog voor de berekening van de transitievergoeding geldende 50 plus regeling blijft gedurende de gehele looptijd van de sociale regeling gelden. In het voorstel van de werkgevers loopt dat tot en met 2021.
  • 80% als minimale ondergrens van de oude regeling. Dat betekent dat de ontslagvergoeding eerst op basis van de transitievergoeding en de multiplier wordt berekend en daarna getoetst op basis van de oude regeling. Mocht de uitkomst van de berekening gelijk of hoger zijn dan 80% van de oude regeling dan krijgt de werknemer de vergoeding op basis van de nieuwe regeling.
  • Zie de bijlage voor een samenvatting van de verschillen

8.    Waarom wordt het eindvoorstel ter stemming gebracht terwijl de werknemersvertegenwoordigers dit niet als een onderhandelingsresultaat hebben geaccepteerd?

Naar aanleiding van het eindvoorstel hebben de bonden een tegenvoorstel gedaan, die door de werkgevers is afgewezen. Aan beide kanten is hard geprobeerd om tot een gezamenlijke oplossing te komen, maar de mogelijkheden zijn niet eindeloos. Het eindvoorstel van de werkgevers betekent nog steeds, ondanks de verbeteringen, een flinke achteruitgang ten opzichte de oude regeling. Vanwege het ingewikkelde proces en uitkomst organiseren we een informatiebijeenkomst op 10 april.

Informatiebijeenkomst voor leden en niet-leden

  • Woensdag 10 april, 16.30 tot 18.00 uur
  • Zaal Twitter, begane grond Mediapark, Joop van den Endeplein 1, Hilversum

Heb je vragen? Neem contact op

Heb je vragen of wil je reageren? Neem dan contact op met Wais Shirbaz, secretaris Omroep, wshirbaz@nvj.nl, 06 50 235 577.