Is mijn opdracht­gever verplicht mijn vordering te betalen?

Een van mijn opdrachtgevers werd onlangs failliet verklaard en geeft aan dat hij mijn openstaande vordering van 1.500 euro niet meer gaat betalen. Mag dat zomaar?

Antwoord

JA, dat mag. Sterker nog: het is voor je opdrachtgever zelfs verboden om betalingen te doen nadat hij failliet is verklaard. In het geval van een faillissement is de kans helaas erg klein dat je vordering betaald zal worden.

Het faillissement van een persoon of onderneming kan worden aangevraagd als hij meer dan één schuldeiser heeft en is opgehouden te betalen. Een failliete onderneming mag geen onderhandse regelingen treffen en eventuele beslagleggingen vervallen door het faillissement. Om je vordering betaald te kunnen krijgen is het van belang dat je je vordering indient bij de curator. In het geval van een faillissement moeten alle vorderingen opnieuw ingediend worden, ook als een rechter eerder in een vonnis je vordering heeft toegewezen.

De curator heeft bij elk faillissement als taak om de belangen van de gezamenlijke schuldeisers te behartigen. Hij beheert alle bezittingen van de gefailleerde (de boedel) en probeert die zo veel mogelijk te gelde te maken, met als doel dat iedere schuldeiser zo veel mogelijk uitbetaald krijgt. Vaak wordt daarbij een faillissementsverkoop gehouden.

De curator betaalt de verschillende schuldeisers uit op basis van hun rangorde volgens de wet. Daarnaast zijn er ook nog schuldeisers die buiten het faillissement om hun vordering kunnen verhalen omdat zij een speciaal recht bezitten. Zo bezit de bank doorgaans een hypotheekrecht op het bedrijfspand en eventueel een pandrecht op de inventaris als onderpand voor verstrekte leningen. Daarnaast bezit de fiscus een bijzonder voorrecht dat voorrang heeft op de rechten van pandhouders op bodemzaken – daaronder vallen bijvoorbeeld de computers en printers in een kantoor.

Nadat deze schuldeisers hun vorderingen hebben voldaan begint de curator aan het verdelen van de boedel. Als eerste betaalt hij zijn eigen salaris uit en vergoedt hij de kosten voor het beheren van de boedel. Vervolgens worden de schuldeisers met een preferente vordering, zoals de fiscus en het UWV betaald. Zij worden in rang gevolgd door de niet-uitbetaalde werknemers van de gefailleerde.

Als laatste zijn de concurrente schuldeisers aan de beurt, waaronder de freelancers met hun vorderingen. Vaak is er voor deze laatste groep geen geld meer over. Als dit wel het geval is wordt het overgebleven bedrag evenredig aan de hoogte van hun vordering onder de concurrente schuldeisers verdeeld.

Maurits Wiesenekker, NVJ Advocaten en Juristen

mag dat zomaar