Journalistieke beroepscodes

Journalisten zijn de waakhonden van de democratie. Zij controleren autoriteiten, instituties en het bedrijfsleven. Maatschappelijke misstanden, belangenverstrengeling en machtsmisbruik worden onderzocht en aan het licht gebracht. Journalisten moeten deze belangrijke taak onafhankelijk en in volledige vrijheid kunnen vervullen. Maar het werk van een journalist brengt ook verantwoordelijkheden en verplichtingen met zich mee, want de impact van een journalistiek verhaal kan gigantisch zijn. Hoe ver die verantwoordelijkheden gaan, wordt mede bepaald door de journalistieke ethiek. Lees verder in het dossier Ethische regels.

Journalistieke codes

Er zijn maar liefst drie uitgebreide journalistieke codes: de Code van Bordeaux (inmiddels: Global Charter of Ethics for Journalists - .pdf), de Code voor de Journalistiek en de Leidraad van de Raad voor de Journalistiek. Daarnaast hebben sommige kranten en journalistieke programma’s hun eigen beroepsnormen schriftelijk vastgelegd, bijvoorbeeld in een redactiestatuut of in (alweer) een eigen code.

1. Code van Bordeaux / Global Charter of Ethics for Journalists

De Internationale Federatie van Journalisten (IFJ) heeft in 1954 de Code van Bordeaux afgesproken. Deze code gold jarenlang als de internationale standaard en werd in 1986 voor het laatst aangepast.  In juni 2019 is door de IFJ een nieuw handvest aangenomen. Deze Global Charter of Ethics for Journalists bouwt voort op de oorspronkelijke Code van Bordeaux en bevat basisregels voor het journalistieke werk. In zestien artikelen en een preambule worden de ethische rechten en plichten van journalisten opgesomd.

2. Code voor de Journalistiek

Het Nederlands Genootschap van Hoofredacteuren heeft in 1995 een eigen journalistieke code opgesteld. Deze bundeling van ethische regels is in 2008 voor het laatst aangepast. De huidige Code is bedoeld voor zowel journalisten als niet-journalisten. Voor journalisten biedt de code houvast, voor het publiek maakt de code duidelijk op welke regels journalisten kunnen worden aangesproken. De code is op geen enkele wijze bindend, noch zijn er sancties aan verbonden. Dit zou volgens het genootschap strijd opleveren met de vrijheid van meningsuiting, zoals verwoord in artikel 7 van de Grondwet.

3. Leidraad van de Raad voor de Journalistiek

De Raad voor de Journalistiek heeft in 2007 voor het eerst een uitgebreide Leidraad vastgesteld. Hierin wordt beschreven wanneer sprake is van zorgvuldige journalistiek en wanneer niet. De laatste versie stamt uit 2019.

4. Eigen gedragsregels

Sommige journalistieke programma’s en kranten hebben hun eigen gedragsregels op papier gezet. Zo heeft het programma Nieuwsuur een eigen journalistieke code, een verzameling richtlijnen en afspraken waaraan de journalisten van het programma zich moeten houden. Ook de Volkskrant heeft haar eigen Volkskrantcode.

5. Redactiestatuut

Een redactiestatuut beschrijft meestal de identiteit van het medium en de medezeggenschap van de redactie. Daarnaast waarborgt het statuut de redactionele onafhankelijkheid binnen een commerciële onderneming. In een redactiestatuut kunnen echter ook beroepsnormen zijn opgenomen. Denk hierbij aan bepalingen over de journalistieke zorgvuldigheid en waarheidsgetrouwheid, ongebondenheid en onpartijdigheid (geen persoonlijke of zakelijke belangen, geen belangenverstrengeling) en het met open vizier werken (geen verborgen camera/microfoon).