De NVJ Code vat in tien korte regels samen waar het journalistieke vak voor staat. In deze interviewserie worden de tien coderegels uitgelicht. Wat behelst een coderegel, hoe moet je daarmee omgaan en welke lessen zijn er te leren? Frits van Exter over het corrigeren van fouten. ‘Risico’s van onzorgvuldigheid zijn snelheid en sneeuwblindheid. Sommige journalisten hebben zich vastgebeten in een dossier. Dan helpt het als je een collega hebt die meekijkt.’
Soorten fouten
‘Klassiek zijn de fouten met cijfers, getallen, percentages en verkeerd gespelde namen. Slordigheden en misverstanden die makkelijk zijn te corrigeren. Van een andere orde is de categorie “bij nader inzien zaten we hier echt fout”. Dit is een lastiger categorie omdat het vaak gaat om de erkenning dat er iets is misgegaan, bijvoorbeeld dat de zaak veel te lang van één kant is belicht.
De basis voor een journalist is dat hij zoekt naar de waarheid, maar het kan gebeuren dat die waarheid niet tot achter de komma vast te stellen is. Er worden in het maakproces fouten gemaakt. De praktijk leert dat het voor redacties soms nog moeilijk is om fouten in de eerste plaats te erkennen, en in de tweede plaats te handelen door snel en ruimhartig te corrigeren.’
“Wij maken geen fouten”
‘Op veel redacties heerste lange tijd een cultuur van onfeilbaarheid. Gechargeerd: wij maken geen fouten en als we fouten maken, dan herstellen we die misschien maar we gaan daar geen ruchtbaarheid aan geven. Die cultuur is ten goede veranderd. Dit zou samen kunnen hangen met het publiek dat zichtbaarder, kritischer en mondiger is geworden. Redacties zijn beter gaan luisteren, al was het maar om te voorkomen dat het publiek wegloopt. Bij de Raad voor de Journalistiek was ik aangenaam verrast door de bereidheid van veel collega's om het serieus te hebben over fouten en ook serieus te hebben over de mores van het vak.
Een andere ontwikkeling is dat je bij grotere onderzoeksproducties meer een uitgebreide verantwoording ziet over bronnen en hoe daarmee is omgegaan. Journalisten moeten meer bewijzen dat ze betrouwbaar zijn. In de journalistiek heb je twee kwaliteiten die er echt toe doen en dat zijn onafhankelijkheid en betrouwbaarheid en die moet je elke keer weer waarmaken. Mijn indruk is dat de journalistiek aanmerkelijk is verbeterd in de afgelopen decennia. Gelukkig maar!’
Mediakritiek
‘Wat je nog wel mist is een gestructureerd mechanisme om van binnenuit kritisch de media te volgen op wát ze doen hóe ze dat doen. Neem de Covid-crisis. We hebben tot nu toe onvoldoende kritisch teruggekeken. Natuurlijk was dit een uitzonderlijke periode maar daar kwam zoveel samen als het gaat om de relatie tussen media, overheid en publiek. Een crisissituatie waar ook journalisten voor allerlei dilemma’s stonden, inclusief hun eigen thuissituatie en afwegingen.
Meer dan twintig jaar geleden hebben we ook al eens teruggekeken middels het onderzoek naar Srebrenica met een uitgebreid deelonderzoek naar het functioneren van de media. Dat was een verhelderend verhaal.’
Mediakritiek bestaat wel in de vorm van reacties op social media waar je soms ook wat aan hebt. Zoals specialisten die hun vinger opsteken en zeggen dat iets niet klopt. Helaas is de goede kant van Twitter/X geheel verdwenen en hebben andere social media deze functie van wisdom of the crowd niet overgenomen.’
Risico’s op onzorgvuldigheid
‘Risico’s op onzorgvuldigheid zijn snelheid en een zekere sneeuwblindheid. Sommige journalisten hebben zich vastgebeten in een dossier. Dan helpt het heel erg als je een collega hebt die meekijkt. Een collegiale toetsing of kwaliteitscheck. Snelheid moet je niet als excuus gebruiken. Soms moet je even kunnen stoppen om na te denken. Wat hieraan bijdraagt is dat je als redactie ethische afwegingen inbedt en dat je met elkaar evalueert, mensen traint of een externe gast uitnodigt die samen met je terugblikt.’
Verwachtingsmanagement
‘Je ziet bij klachtenprocedures tussen burgers en journalisten nog weleens dat ethische regels niet worden herkend. Sommige mensen denken dat wederhoor betekent dat je ook kunt beslissen dat een verhaal niet wordt gepubliceerd. Of bestaat het idee bij een geïnterviewde dat hij of zij mede-eigenaar is geworden van een artikel. Soms hebben mensen totaal andere verwachtingen over wat de journalist komt doen en wat de effecten kunnen zijn. Je zou als journalist wel wat aan dat verwachtingsmanagement kunnen doen.
We leven in een tijd dat je op zijn minst aan mensen een argument moet geven waaróm je iets wel of niet doet
Ook als je als krant niet wil ingaan op een verzoek na een publicatie, geef dan op zijn minst een argument. Een voorbeeld is een reportage over drugsgebruik op Lowlands. Drie jongens vertellen stoere verhalen en gaan voor hun tentje op de foto. In het artikel komen meerdere mensen anoniem aan het woord, maar op de foto staan de drie jongens met daaronder hun volledige namen. Ze vragen de krant om de foto’s uit het online archief te halen maar krijgen nul op het rekest. Er kan niet over worden gepraat. De Raad vindt na verschillende afwegingen dat de krant had moeten voldoen aan het verzoek van de jongens. We hebben het hier later met het Genootschap van Hoofdredacteuren over gehad. De integriteit van het (online) archief is uitermate belangrijk, maar we leven in een tijd dat je op zijn minst aan mensen een argument moet geven waaróm je iets wel of niet doet. Het is niet meer van deze tijd is om daarin een arrogante houding aan te nemen.’
NVJ Code
De NVJ Code bestaat uit tien prima regels. Deze zouden nog krachtiger worden als ze toetsbaar zijn. Laagdrempelig en zonder rechter. En dat journalisten ook bereid zijn de bevoegdheid van onafhankelijke zelfreguleringsorganen te erkennen die open staan voor het publiek. Juist omdat journalistiek een vrij beroep is, is zelfregulering belangrijk en wordt alleen maar belangrijker naarmate de professionele journalistiek zich duidelijker wil profileren aan het publiek in wat ze doet, waarom ze dat doet en waarom dat nuttig en relevant is.
Dit is één bouwsteentje in het bouwwerk dat laat zien dat je onafhankelijk en betrouwbaar bent en rekenschap aflegt. Je maakt duidelijk dat je bereid bent om verantwoording af te leggen en klachten serieus neemt. De grootste categorie klachten die de Raad voor de Journalistiek ontvangt is onjuiste/tendentieuze berichtgeving, gevolgd door hoor en wederhoor en privacy. De klachten bieden een doorkijkje in wat er nou eigenlijk gebeurt op een redactie, op een dossier of in het eigen functioneren. Heb je op dat telefoontje of mailtje gereageerd; wat was de gang van het artikel van verslaggever naar eindredacteur? Vaak haal je de kou al uit de lucht als je de moeite had genomen om dat ene extra telefoontje te plegen.’
Frits van Exter
Frits van Exter is voorzitter van de Raad voor de Journalistiek en voorzitter van het Stimuleringsfonds van de journalistiek. Hiervoor was hij dagbladjournalist en hoofdredacteur van Trouw en Vrij Nederland.
DE NVJ CODE
Een journalist:
- Zoekt de waarheid op basis van feiten
- Is onafhankelijk
- Doet evenwichtig verslag
- Werkt transparant
- Beschermt bronnen
- Corrigeert fouten
- Maakt onderscheid tussen feiten en meningen
- Respecteert de privacy, tenzij er een publiek belang is
- Zet niet aan tot haat, discriminatie en racisme
- Maakt zich niet schuldig aan plagiaat, smaad en laster