Woordprijsinflatiepijn
Een bevriende hoofdredacteur van een vakblad vertelde me laatst dat hij een tijdje terug de fototarieven had verhoogd. Aanleiding was gemor over prijsstelling én een daarop volgend gesprek met een aantal freelance fotografen, die vertelden over hun bedrijfsvoering, urenbesteding aan reistijd en nabewerking.
Lang verhaal kort: er kwam een nieuw, gedifferentieerd tarief-gebouwtje, uitlopend tot 190 en 290 euro. Alle partijen blij met nog beter beeld en een reëlere waardering van ervaring en creativiteit.
Meer eisen, minder beloning
Uit eigen beweging serieus praten met leveranciers is geen routine in de mediawereld. Natuurlijk, over de inhoud wil iedereen wel borrelen, brainstormen, sparren en pitchen, maar economische voorwaarden zijn vaak een moeizaam sluitstuk. Sterker: heel wat grote uitgeverijen dicteren beloning en voorwaarden per post, en elk nieuw dictaat eist meer en beloont minder. Soms lijkt er een beetje financieel vooruitgang in te zitten, maar moeten er meer rechten worden afgestaan.
137.000 woorden
Het is allemaal geen verrassing, en ook niet van recente datum. Toch krijgt het gesprek over waardering en beloning van freelancers in medialand de komende jaren echt een andere lading. Torenhoge inflatie zet namelijk alles onder druk. In 2019 liet een aantal freelancers van Bureau Wibaut al zien wat normale inflatie doet met de waarde van woordtarieven, die in absolute zin over vijftien jaar hooguit één of twee cent zijn opgehoogd.
In een begeleidende grafiek geven ze een interessant overzicht van tariefontwikkeling bij uiteenlopende media van NRC tot Elsevier. Conclusie: journalisten krijgen sinds 2004 voor hetzelfde schrijfwerk 23 procent minder. In een hoekje van de grafiek staat een terloopse opmerking: voor een jaarinkomen van 48.000 euro moet je bij een woordtarief van 35 cent ruim 137.000 woorden produceren, ofwel 76 spreads in de Volkskrant. En dan is 35 cent mijlen verwijderd van wat veel regiotitels per woord bieden. Het is kortom geen verrassing dat het gemiddeld jaarinkomen van Nederlandse journalisten in dienstverband en freelance (foto)journalisten op 60.000 en 25.000 euro ligt.
Uitholling
De inflatie schommelde jarenlang heel voorspelbaar rond de twee procent. Je kunt je voorstellen wat er gebeurt met de waarde van een woordtarieven als dat oploopt richting 6 of 7 procent. Wie een beetje gevoel bij wil krijgen wat de invloed is van inflatie, kan sinds kort terecht bij de NVJ-indexatietool. De tool corrigeert tarieven met indexatie, kortweg het CAO-percentage waarmee salarissen van journalisten in loondienst worden verhoogd om de gevolgen van inflatie te compenseren.
Die vergelijking en rekentruc zijn niet zo gek, want voor de waarde van journalistieke arbeid maakt het niet uit waar je je werk doet, en inflatie knaagt net zo hard aan ieders koopkracht. De indexatietool maakt net als de rekensom van Bureau Wibaut duidelijk dat jaren van gebrek aan indexatie van tarieven een uitholling heeft opgeleverd van de waarde van freelance journalistiek. Een correctie op tarieven van twee procent is daarmee vergeleken niet meer dan een kleine, eerste druppel. Wie de afgelopen jaren een beetje heeft geluisterd naar zijn leveranciers weet dat natuurlijk allang.
Arno van ’t Hoog schrijft als freelancer over wetenschap, en begeleidt studenten in wetenschapsjournalistiek en factchecken. Hij zit in het Beleidsteam Werkvoorwaarden van de NVJ.