Ooit moest met deze bezwering het roken op de werkvloer in goede banen worden geleid. Niet gelukt, want uiteindelijk kwam er toch een keihard verbod.
Ooit moest met deze bezwering het roken op de werkvloer in goede banen worden geleid. Niet gelukt, want uiteindelijk kwam er toch een keihard verbod.
Maar toch, in werkverbanden, zoals in alle relaties trouwens, pakt een samen bedachte oplossing vaak wel goed uit. Neem de werknemer die met een burnout thuis zit. Soms veroorzaakt door een reeks van factoren, al dan niet in de privésfeer, maar soms ook keihard werkgerelateerd: de nieuwe chef van wie opeens alles anders moet, een slechte beoordeling na jarenlang goed functioneren, vage bezwaren en achterklap zonder precies te horen bij wie en waar de schoen wringt.
Dat kan er toe leiden dat het allemaal teveel wordt en de werknemer uitvalt. De bedrijfsarts vindt dan vaak dat de werknemer wel in gesprek moet met de werkgever. De werknemer wil eigenlijk eerst het oud zeer bespreken, terwijl de werkgever dóór wil zonder al te veel bij het verleden stil te staan. In die situaties kan mediation nog wel eens helpen. Onder leiding van een onafhankelijke derde kan dan worden geprobeerd de verhoudingen te verbeteren en een oplossing te bereiken.
De rechter heeft al meermalen uitgesproken dat degene die mediation frustreert of traineert het deksel op de neus krijgt. Als de schuldige de werknemer is, dan leidt het veelal tot een einde aan het dienstverband en als de werkgever dwarsligt, zal het in ieder geval tot een extra ontslagvergoeding leiden.
Soms doet een van beide partijen ‘net alsof’ bij de medewerking aan mediation. Dat was het geval in een zaak waarover het Hof Amsterdam moest oordelen. Er was een arbeidsconflict en weliswaar startte de werkgever een mediationtraject, maar pas nadat het vertrouwen in de werknemer al was opgezegd.
Bovendien lag het er dik bovenop dat de werkgever met de mediation de exit van de werknemer voor ogen had en niet een serieuze poging tot verbetering van de samenwerking. Kijk, en dat vindt de rechter niet oprecht. Het prematuur streven naar het einde van het dienstverband heeft volgens de rechter juist bijgedragen aan de verstoring van de arbeidsrelatie. Bij een arbeidsconflict wordt (ook) van de werkgever verwacht dat hij zich inzet om tot een oplossing te komen.
Dat kan heel goed met mediation. Maar als mediation alleen wordt ingezet om een soepel einde aan het dienstverband te forceren, zonder een poging te komen tot oplossing van de problemen, dan heeft de werkgever zich niet genoeg ingespannen en dat heeft gevolgen. En dus ontving de werknemer naast de gewone transitievergoeding een extra vergoeding ter hoogte van zes maandsalarissen. Dat krijg je ervan als je niet je best doet er samen uit te komen.