Vergelijkbaar werk, vergelijkbaar salaris

donderdag 21 januari 2021

Ook in 2021 streeft de NVJ ernaar om de kloof in beloning tussen journalisten die wel en niet in loondienst zijn te dichten. We streven naar een looneis van 1,5 procent, bovenop de inflatie. De Fair Practice Code voor de publieke omroep laat zien dat het mogelijk is om goede afspraken te maken met werkgevers om ondermijning van de cao te voorkomen. Zo’n code moet er ook voor de uitgeverijsector komen.

Het NVJ Arbeidsvoorwaardenbeleid 2021 bevat onder andere voorstellen op het gebied van gelijk speelveld, waardering, werkdruk, beloning, duurzame inzetbaarheid, pensioen en opleidingen. Op woensdag 27 januari wordt het arbeidsvoorwaardenbeleid tijdens de ALV vastgesteld. Het volledige arbeidsvoorwaardenbeleid is te lezen via deze link.

Hieronder een samenvatting van de belangrijkste onderwerpen:

Professionalisering

Journalisten moeten op elk moment van de dag voor alle platformen werken, vaak onder hoge tijdsdruk. Kwaliteit en betrouwbaarheid kunnen alleen worden bereikt als journalisten over genoeg tijd en (financiële) middelen beschikken om hun vakmanschap inhoud te geven en zich te kunnen blijven ontwikkelen.

Gelijk speelveld

De Fair Practice Code Goed Opdrachtgeverschap Publieke Omroep die op 1 december is ingegaan, is een enorme stap voorwaarts naar een situatie waarin voor vergelijkbaar journalistiek werk een vergelijkbaar salaris wordt verdiend. Freelancers bij de publieke omroep hebben recht op minstens 1,5 keer het bruto uurloon dat is afgeleid van de cao. We streven ernaar zo snel mogelijk ook voor alle freelancejournalisten in de uitgeverijsector collectieve afspraken te maken, liefst verankerd in de cao.

Ook in 2021 blijven we strijden voor een gelijk speelveld. Een grote steun in de rug is de uitspraak uit 2019 in de zaak van twee freelancers tegen DPG Media. De rechter oordeelde dat hun tarieven met 50 procent moesten worden verhoogd. Inmiddels zijn drie andere freelancers met onze steun begonnen aan een juridisch traject om betere betaling af te dwingen.

Nu is het zaak voort te bouwen en stappen te zetten om de kloof in beloning tussen journalisten die wel en niet in loondienst zijn te dichten. Veel journalisten die in opdracht werken, verrichten exact dezelfde werkzaamheden als hun collega’s in vaste dienst, vaak ook met een structureel karakter, maar tegen veel slechtere beloning en voorwaarden.

Om uitholling van cao-afspraken te voorkomen vindt de NVJ dat structureel werk binnen redacties moet worden gedaan door journalisten die onder een journalistieke cao vallen en dat incidenteel, specialistisch of specifiek freelancewerk tegen vergelijkbare voorwaarden en van de cao afgeleide tarieven moet worden beloond.

Schijnconstructies/payrolling

De NVJ wil ontduiking van de cao via schijnconstructies, waarbij vast journalistiek werk wordt ingevuld door flexibel werkende journalisten zonder arbeidscontract, voorkomen. Dit vraagt om heldere en controleerbare cao-afspraken. De NVJ is ook tegen payrollconstructies omdat werkgevers daarmee hun verantwoordelijkheid afschuiven en cao-afspraken omzeilen. Alleen voor piek en ziek-gevallen zijn uitzendconstructies aanvaardbaar. Deze zijn per definitie tijdelijk en kunnen hooguit voor 5 procent van het personeel gelden.

Voorbeeldtarieven

Basistarieven die zijn afgeleid van de loonschalen uit de cao kunnen helpen de onderhandelingspositie van opdrachtnemers te verbeteren. Die tarieven moeten ruimte bieden om pensioen op te bouwen, een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid af te sluiten en aan scholing te doen. Daarvoor is een opslag van 50 procent op het cao-salaris nodig. De NVJ heeft in 2020 een nieuwe tarievencalculator geïntroduceerd om een passend tarief te berekenen. 

Looneis

Verbetering van de koopkracht blijft het uitgangpunt. Daar is ook in coronatijd in de journalistiek ruimte voor, zij het niet over de hele linie in gelijke mate. We zien dat bij verschillende mediabedrijven goede rendementen worden behaald en volop wordt geïnvesteerd in de transitie van print naar digitaal. 

Dat betekent dat er na jaren van loonmatiging, naast inflatiecorrectie ruimte moet zijn voor verbetering van salarissen en tarieven. We gaan daarbij uit van een looneis van 1,5 procent per jaar, bovenop de inflatie. 

De NVJ wil een deel van de beschikbare loonruimte benutten om de positie van journalisten die niet in loondienst zijn te verbeteren. Dat betekent dus dat de NVJ aan de cao-tafels afspraken op maat wil maken om de positie en de tarieven van deze collega’s te verbeteren.

Gelijke beloning is ook een thema in de verhouding man/vrouw, print/digitaal en jong/ervaren. Een studiecommissie gelijke beloning heeft enkele gespecialiseerde bureaus gevraagd een voorstel te doen voor een onderzoek bij de uitgeverijbedrijven.

Pensioen

De NVJ zet zich in voor goede pensioenregelingen voor iedereen die werkt in de journalistiek, waarin sprake is van solidariteit en collectieve risicodeling. Cao's voor journalisten moeten een stevige pensioenparagraaf bevatten, met minimumnormen voor het budget dat werkgevers en werknemers over hebben voor pensioenregelingen van journalisten.

Freelancejournalisten moeten aan kunnen haken bij collectieve pensioenregelingen, via een opt-insysteem.

Werkdruk

Mediabedrijven hebben structurele omzetdalingen vooral beantwoord met kostenbesparingsprogramma’s, waarbij vaste banen zijn verdwenen of zijn ingeruild voor flexwerk, terwijl de eisen die aan redacties worden gesteld juist zijn toegenomen. Zo moet er op elk moment van de dag, op meerdere platformen en met gebruik van meerdere technieken, geproduceerd worden.

Wij willen een breed onderzoek naar de ervaren werkstress op redacties dat moet leiden tot afspraken met werkgevers om deze het hoofd te bieden.

Duurzame inzetbaarheid

Leeftijdsbewust personeelsbeleid kan journalisten helpen een gezonde balans te vinden tussen werk en vrije tijd. Voor journalisten van alle leeftijden geldt dat er voldoende gelegenheid moet zijn om opleidingen te volgen onder werktijd en goede mogelijkheden om werk en privé te combineren.

Jong-voor-oud-regelingen zijn een beproefde methode om redacties te voorzien van nieuw bloed. Door 60-plussers via generatiepact of variaties daarop korter te laten werken kunnen jongeren de vrijkomende ruimte invullen.

Bij instroomprojecten, werkervaringsplaatsen en contracten voor jonge journalisten hoort ook een volwaardig trainee-programma, zodat bedrijven ook laten zien inhoudelijk te willen investeren in een nieuwe generatie journalisten. 

Thuiswerken

In de coronacrisis heeft thuiswerken een grote vlucht genomen. Mediabedrijven bereiden zich al voor op een toekomst waarbij een deel van de week thuiswerken gemeengoed zal zijn. Daarbij passen goede cao-afspraken om thuiswerken te reguleren. De NVJ streeft naar een thuiswerkvergoeding voor alle journalisten op basis van de kostenberekening die het Nibud heeft gemaakt. 

Stages

Vergoedingen voor stages moeten naar een niveau dat recht doet aan de inzet die tijdens de stage gevraagd wordt. Stages moeten altijd een educatief karakter hebben. Stageplekken zijn een kans voor jonge journalisten om het vak te leren en zijn niet bedoeld ter vervanging van volwaardige werknemers.

Medezeggenschap

Het is belangrijk dat journalisten invloed uitoefenen op het beleid van redacties en mediabedrijven. De NVJ probeert de positie van de medezeggenschap te versterken, onder andere via cao-afspraken, en zet zich in om freelancers een volwaardige plek te geven in de journalistieke medezeggenschap.