Een sociaal onveilig gevoel op de werkvloer gaat vaak helemaal niet over grote excessen
Een sociaal onveilig gevoel op de werkvloer gaat vaak helemaal niet over grote excessen. ‘Dit gaat over een cultuur waarin we niet zien wat uitspraken met iemand kunnen doen, of dat we ons onvoldoende kunnen inleven in de ander.’ Dinsdagmiddag vond het debat plaats Niets gezien, niets gehoord, niets gedaan. Hoe nu verder?. Een volle zaal programmakers ging in gesprek met Frederieke Leeflang, voorzitter van de NPO, Peter Kuipers, directeur van KRO-NCRV, en Gert-Jaap Hoekman, hoofdredacteur (NOS Sport).
Foto: Dingena Mol
Bij de NPO staat het onderwerp van sociale (on)veiligheid al sinds 2022 op de agenda, aldus Frederieke Leeflang. Het onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag moest zich niet beperken tot DWDD maar veel breder plaatsvinden. Inmiddels ligt er na het rapport van Van Rijn het plan van aanpak voor een veiliger werkcultuur. De raad van bestuur en directeuren bij de publieke omroep moeten voortaan voor hooguit tien jaar worden benoemd. Leidinggevenden krijgen trainingen. Er komt een gemeenschappelijke gedragscode, een klachtenregeling, een commissie nazorg voor slachtoffers en presentatoren krijgen een clausule in hun contract over hun voorbeeldfunctie.
Onderwijl zijn er ook andere zorgen. Frederieke Leeflang: ‘Dat we door de PVV worden weggezet als een nutteloos apparaat, of dat we wel kunnen worden opgedoekt, doet iets met de mensen op de werkvloer. Het thema van vanmiddag is superbelangrijk, maar de druk vanuit de politiek vind ik een lastige. Dat levert per definitie ook onveiligheid op.’
Grote impact
Er is sinds het rapport ‘Niets gezien, niets gehoord, niets gedaan’ veel in gang gezet, van overkoepelend cultuurplan, tot cultuurplannen per redactie, tot e-learning over grensoverschrijdend gedrag. Hoe belangrijk alle initiatieven ook zijn, een sociaal onveilig gevoel op de werkvloer gaat vaak helemaal niet over grote excessen, maar dikwijls over bijna terloopse, schijnbaar kleine kwesties die een grote impact kunnen hebben. Bijvoorbeeld over een ongepaste opmerking nadat je naar eer en geweten hebt gehandeld maar er vervolgens wordt gedreigd dat er naar de leiding wordt gestapt met de opmerking “en ik weet zeker dat hij dit niet op prijs zal stellen”. Of zware seksistische en racistische opmerkingen door één iemand die de hele sfeer in de ruimte bepaalt. Of dat je jarenlang freelancer bent - en geeneens een vast contract wíl, maar dat je wel als een mens wil worden behandeld. Uit de zaal klinkt: ‘Dit gaat over een cultuur in een organisatie waarin we niet zien wat uitspraken met iemand kunnen doen, of dat we ons onvoldoende kunnen inleven in de ander.’
Praat met elkaar, luister naar elkaar
Meerdere malen kwam de deur voorbij die altijd openstaat, refererend aan eerdere uitspraken van leidinggevenden en presentatoren die zich helemaal niet konden herkennen in de beschreven angstcultuur op hun afdeling. Maar ook al worden vanaf nu alle deuren opengegooid, het werkt niet zo. De opdracht is ogenschijnlijk simpel: praat met elkaar en luister naar elkaar. Zowel op het podium als in de zaal was iedereen het daarover eens. Peter Kuipers (van KRO-NCRV): ‘We zijn nu een half jaar verder, we hebben veel acties in gang gezet en toch gaat het steeds om één ding: zorg dat die deur niet alleen openstaat, maar ook dat mensen er doorheen gaan. Dat je contact hebt en dat er geen angst is. Gewoon het gesprek met elkaar hebben. En dat is het allermoeilijkste, want als ik op de redactie kom, dan ben ik de directeur, ben ik de macht. Hoe kom je dan tot het echte gesprek?’
Bij NOS Sport gingen collega’s met elkaar in gesprek. Van radio, televisie, social, productie, tot juridische zaken. Hoofdredacteur Gert-Jaap Hoekman (NOS Sport): ‘De aanleiding was beroerd, maar wat was het fijn om met elkaar van verschillende disciplines te praten.’
Niets gebeurd met meldingen
Toch zijn er programmamakers die hun mond niet (meer) opendoen. ‘Ik heb meldingen gedaan, er is nooit iets mee gebeurd. Hoe gaan we dan het gesprek faciliteren als je je niet veilig genoeg voelt om iets te zeggen? Want ik heb niet het idee dat er wederzijds wordt geluisterd of dat iedereen wordt gezien en gehoord wordt. Dan kunnen weliswaar alle deuren openstaan en vertrouwenspersonen aangewezen zijn, maar dan nog is er geen vertrouwen. We zitten in een vak waar netwerken cruciaal zijn. Kies je voor je eigen netwerk? Voor welke belangen kies je? Uiteindelijk doe ik dan niet meer mijn mond open, want dan kom ik ook niet in de problemen.’
Stem aan de makers
Het is goed dat de omroep de handschoen oppakt, aldus Thomas Bruning van de NVJ, maar dit vraagt niet om op directieniveau afgestemde afvinklijstjes. ‘Dit vraagt om het organiseren van tegenmacht tegenover de macht. Die tegenmacht komt per definitie van onderop, daarom vinden wij dat de makers een stem moeten kunnen hebben in de aanpak van dit probleem. Die stem kun je alleen laten horen als je je daarin veilig voelt. Met goede vaste contracten, bijvoorbeeld. Dat proces is zeker nog niet afgerond met de laatste cao. En ook via goede medezeggenschap, met ondernemingsraden en redactieraden die écht betrokken worden in de oplossingen. En tenslotte door bijeenkomsten zoals deze waarbij de makers in gesprek kunnen met de top. Het is immers niet de NVJ, maar het zijn de makers die de best passende oplossingen bedenken die voor een veilige en vooral prettige weeksfeer zorgen. De NVJ wil vooral faciliteren, luisteren en ervoor zorgen dat de suggesties ook opgepakt worden.’