Home Actueel Rutte III: NVJ kritisch optimistisch over plannen zzp, met uitzondering zelfstandigenaftrek
Terug

Rutte III: NVJ kritisch optimistisch over plannen zzp, met uitzondering zelfstandigenaftrek

Het kabinet Rutte III wil aan de onderkant van de markt het aantal zelfstandigen beperken. Dit gebeurt door een minimumtarief in te voeren voor zelfstandigen (tussen €15,- tot €18,- per uur) en de zelfstandigenaftrek met ingang van 2020 af te bouwen. Afbouw van de zelfstandigenaftrek vindt de NVJ onacceptabel, zolang er geen collectieve afspraken gemaakt kunnen worden voor zelfstandigen zonder onderhandelingspositie.

  • De NVJ is kritisch optimistisch omdat concurrentie op arbeidsvoorwaarden licht wordt ingeperkt en Rutte III bereid is om een uitzondering te maken voor bepaalde sectoren op de Mededingingswet. Als er een uitzondering wordt gemaakt voor de land- en tuinbouw dan moet dit ook mogelijk zijn in de journalistieke sector, waar de marktverhouding niet in balans is.

  • De NVJ is optimistisch over de afschaffing van de Wet DBA, maar vindt dat de webmodule voor de groep zzp’ers die tussen €15,- en €75.- per uur verdienen nog veel onzekerheid biedt.

  • De afbouw van de zelfstandigenaftrek vindt de NVJ onacceptabel zolang tarieven en voorwaarden eenzijdig worden opgelegd door opdrachtgevers. De onderhandelingsmacht van zzp’ers moet volgens de NVJ eerst worden hersteld.

Hieronder de plannen voor zzp’ers en de impact op een rij:

Economische definitie zelfstandigen

Zelfstandigen worden niet langer uitsluitend juridisch gedefinieerd maar economisch. Zelfstandigen die minder dan €15,- per uur verdienen en langer dan drie maanden voor één opdrachtgever werken worden beschouwd als werknemer.

Minimumtarieven

Door minimumtarieven in te voeren voor zelfstandigen (€15,- per uur) wil Rutte III de daling van tarieven stoppen aan de onderkant van de markt. Voor andere groepen in de markt wordt er gerept over een minimumtarief dat gelijk staat met de laagste schalen in de cao.

Voor startende journalisten is dit goed nieuws maar voor meer ervaren journalisten niet. Het verschil tussen het inkomen van een journalist in vast dienstverband en een zelfstandige (foto)journalist blijft bestaan. Verder is het de vraag of het minimumtarief ‘normtarief’ gaat worden in de journalistiek. De NVJ pleit in haar campagne ‘Journalistiek heeft een prijs’ voor een koppeling tussen de tarieven en de journalistieke cao. Ervaren journalisten zouden volgens de NVJ tussen de €60,- en €80,- per uur moeten kunnen vragen. Voor fotojournalisten dient het uurbedrag aanzienlijk hoger te zijn per uur omdat fotojournalisten hoge apparatuurkosten hebben.

Media betalen nu per woord of foto en niet per uur. De invoering van het minimumtarief dwingt opdrachtgevers om niet langer per stuk maar per uur te betalen. Uit het brancheonderzoek Monitor Freelancers en Media 2016 bleek dat in 2016 freelancers gemiddeld 37 uur per week werken en maar 22 uur krijgen betaald. De vraag is of media bereid zijn om het daadwerkelijk aantal gewerkte uren te betalen of dat ze gaan beknibbelen op het aantal uren.

Hieruit volgen volgens de NVJ en de NVF enkele vragen: Gaat de opdrachtgever met de klok in de hand uren tellen en uitsluitend betalen voor de hoeveelheid arbeid? Of betaalt de opdrachtgever voor de verkoop van de licentie en wordt dat in het uurtarief verdisconteerd? Gaat de fiscus de jaaromzet van de freelancer en het urencriterium betrekken in de beoordeling van het uurtarief en het toekennen van de zzp-status? Zo ja, dan krijgen de freelancers in de journalistieke sector een probleem. Zij voldoen dan mogelijk niet aan het minimumuurtarief en raken hun status en Zelfstandigenaftrek kwijt.

Concurrentie op arbeidsvoorwaarden wordt door Rutte III met bovengenoemde maatregelen marginaal aangepakt.

Payroll

Payroll blijft mogelijk, aldus het Regeerakkoord, maar payrollers moeten hetzelfde betaald krijgen als werknemers (primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden worden gelijk getrokken). Dit is gunstig voor journalisten die in een payroll-constructie zitten.

Wet DBA

De Wet DBA is van de baan. Hiervoor in de plaats moeten opdrachtgevers die zzp’ers tussen de €15,- en €75,- per uur betalen voor een klus een opdrachtgeversverklaring afgeven. Opdrachtgevers moeten een formulier invullen om te verifiëren of een opdracht door zzp’ers kan worden uitgevoerd.

Voor zzp’ers die meer dan €75,- per uur uitonderhandelen geldt een opt-out mits zij niet langer dan een jaar voor een opdrachtgever werken. Opdrachtgevers hoeven voor hen geen opdrachtgeversverklaring af te geven. Zzp’ers aan de bovenkant van de markt hebben onderhandelingsmacht en worden daarom automatisch als ondernemer erkend.

Rutte III gaat verkennen met partijen, zoals de NVJ, of de definitie van ‘gezag’ kan worden aangepast. De NVJ vindt dit een positieve ontwikkeling, omdat hierdoor niet de relatie tot de werkgever maar het werk dat de zzp’er verricht centraal komt te staan.

Zelfstandigenaftrek

Met ingang van 2020 wil Rutte III de zelfstandigenaftrek jaarlijks afbouwen met 3 procent. Dit percentage wil zij in vier jaar laten afbouwen met 12 procent tot het niveau basistarief inkomstenbelasting van 37 procent. De NVJ vindt dit onacceptabel zolang er geen collectieve afspraken gemaakt kunnen worden voor zelfstandigen zonder onderhandelingspositie. Veel opdrachtgevers leggen immers voorwaarden en tarieven op. Daarnaast herinnert de NVJ Rutte III eraan aan dat de zelfstandigenaftrek sinds haar invoering is bedoeld om het ondernemersrisico van zelfstandigen te beperken.

Arbeidsongeschiktheidsverzekering

Er komt geen verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers. Dit is ook de wens van de zelfstandige leden van de NVJ. Dit biedt de mogelijkheid om conform het SER rapport ‘Passie gewaardeerd’ en conform de Position Paper van de NVJ om gecontroleerd te experimenteren met een arbeidsongeschiktheidsverzekering, die voldoet aan de voorwaarden van de zelfstandige leden. Deze voorwaarden zijn: vrijwillig, betaalbaar, maatwerk, flexibel, zekerheid over uitkering.

Mededingingsrecht

Rutte III past voor de land- en tuinbouw de Mededingingswet aan zodat samenwerking mogelijk wordt gemaakt. Dit doet zij om de ongelijke marktverhouding in de keten te compenseren. Met andere woorden: er wordt een uitzondering gemaakt voor de land- en tuinbouw om prijsafspraken te maken. De NVJ – die al jaren lobbyt voor het maken van collectieve afspraken – ziet haar  kans om ook voor journalisten een uitzondering op de Mededingingswet aan te vragen. De NVJ is hierover volop aan het lobbyen.

Logo NVJ

NVJ, het journalistieke netwerk

© 2024 NVJ - Alle rechten voorbehouden