Paul Teixeira over het onderhandelingsresultaat cao voor het Uitgeverijbedrijf

donderdag 14 januari 2021

Sinds woensdag kunnen de leden die onder de cao voor het Uitgeverijbedrijf vallen hun stem uitbrengen op het onderhandelingsresultaat. De NVJ legde dit resultaat neutraal voor aan haar leden. Paul Teixeira, secretaris Dagbladen, Lokale Media en Tijdschriften, legt uit waarom.

Oorspronkelijk zouden de onderhandelingen in maart 2020 zijn begonnen, maar ze werden destijds noodgedwongen uitgesteld, ingegeven door de eerste golf van de coronapandemie. Mensen hadden wel wat anders aan hun hoofd en werkgevers konden toen geen uitspraken doen over de toekomst en de financiële situatie. Hoe was die stemming een half jaar later toen de onderhandelingen online werden opgepakt?

De stemming was verdeeld en dat had vooral te maken met de sectorbrede samenstelling aan de cao-onderhandelingstafel: dagbladen, lokale media, uitgevers van educatief materiaal en tijdschriften. De grote nieuwsmediabedrijven, de dagbladen, waren voorzichtig positief. Ze kregen weliswaar te maken met een behoorlijke advertentieterugval maar die konden ze deels opvangen met een record aan nieuwe abonnementen. Veel dramatischer was het gesteld bij de lokale media en de publieks- en vaktijdschriften.

De grote onzekerheden van dat moment hebben de start van de onderhandelingen bepaald. Het openingsbod van de werkgevers was een product van enorme aarzeling naar aanleiding van de coronapandemie. Het bod was minder dan mager. Dat we gekomen zijn tot in totaal 2 procent noemen we ‘relatief bevredigend’.

De feitelijke onderhandelingsduur was vrij kort, ruim een maand. Zeker de werknemers hebben vaart achter de onderhandelingen gezet, ingegeven door het feit dat de vorige cao per augustus 2020 was afgelopen. En de vaart had ook wel te maken met de grote voortdurende onzekerheid vanwege de pandemie. Niemand heeft enig idee hoe dit zich verder gaat ontwikkelen en hoe lang de maatregelen duren.

Voorafgaand aan de cao-onderhandelingen gaven de leden aan dat zij de onderwerpen salaris, freelance problematiek en werkdruk de belangrijkste onderwerpen vonden. Hoe werden deze punten tijdens de onderhandelingen besproken?

Over de onderwerpen salaris en freelance beloning is uitputtend gesproken. Voor wat dat laatste betreft, werd een studiecommissie in het leven geroepen die de standpunten en mogelijkheden verder onderzoekt. Vanuit de NVJ namen we de Fair Practice Code bij de publieke omroep als voorbeeld. Daar zijn bindende afspraken gemaakt over een ondergrens voor zzp-tarieven gerelateerd aan de cao-lonen: zzp-programmamakers krijgen tenminste 150 procent van het cao-loon dat past bij de functie die vervuld wordt. Deze Fair Practice Code hebben we geprobeerd te vertalen naar de uitgeverijbedrijven. Dat is in onze optiek goed gelukt, al praat je wel over een andere markt.

Het is echter niet op tijd gelukt om dit als discussiestuk mee te nemen in deze onderhandelingen. De studiecommissie komt in de loop van het jaar met een advies dat paritair wordt opgesteld; een eenduidig advies waar zowel werknemers als werkgevers aan hebben gewerkt. Dat het hoofdstuk freelance beloning nu niet aan de cao-tafel ter sprake is gekomen, was voor ons reden om het onderhandelingsresultaat neutraal aan de leden voor te leggen. Het positieve is wel dat er nu wel naar wordt gekeken, terwijl freelance beloning in het verleden voor werkgevers tijdens de cao-gesprekken volstrekt onbespreekbaar was. Zij wezen er steevast op dat de cao’s van toepassing waren voor werknemers en niet voor zelfstandige ondernemers die als toeleverancier optraden. Daar is nu een belangrijke verandering in gekomen.

De leden vonden ook werkdruk een belangrijk onderwerp.

Werkdruk is zeker aan de orde gekomen, en dan in relatie tot de coronapandemie. Dus met name over thuiswerken, hoe om te gaan met verhoogde werkdruk onder corona, de balans tussen werk en privé en wat de werkgevers hieraan kunnen doen. De werkgevers zeggen hun best te doen om ervoor te zorgen dat mensen voldoende worden gefaciliteerd. Iets dat door ons overigens nauwlettend in de gaten wordt gehouden, mede dankzij de input van onze leden.

Tijdens de onderhandelingen is ook gesproken over vormen van thuiswerkvergoedingen. Hier zagen wij dat individuele mediabedrijven hun eigen invulling aan vergoedingen en faciliteiten gaven. Sommige grote concerns hebben bijvoorbeeld een bedrag uitgekeerd over 2020, anderen hebben dat weer in de vorm van inkoopvergoeding voor meubilair gedaan, terwijl anderen alleen de vergoeding voor woon-werkverkeer hebben gehandhaafd. In het onderhandelingsresultaat is nu afgesproken dat de werkgevers zich daarover samen met de respectievelijke medezeggenschapsorganen moeten buigen.

Wat zijn de vervolgstappen?

Er ligt een onderhandelingsresultaat dat neutraal wordt voorgelegd. Het is nu aan de leden om hun stem uit te brengen. Dat kan tot en met 21 januari.