Oudere leden zijn nog lang niet uitgewerkt
Driekwart van de journalisten die hun pensioendatum in zicht hebben, zegt door te gaan met werken na het bereiken van de aow-leeftijd. Het merendeel doet dit voor hun plezier. Toch geeft ook een kwart aan door te werken uit financiële noodzaak. Dit blijkt uit een enquête die is gehouden onder de leden van 62-65 jaar. Het onderzoek is een vervolg op de eerdere enquête onder Plus+ leden.
Net als binnen de gehele journalistenpopulatie is ook binnen de groep leden van 62 tot en met 65 jaar de verhoudingen freelance en loondienst sterk verschoven. Inmiddels werkt 42 procent van de respondenten als freelancer en 32 procent is in loondienst. Ook is er een kleine groep die niet meer werkt (6%), of zowel als freelancer werkt als in loondienst (4%). De meeste respondenten zijn werkzaam bij een dagblad (35%), gevolgd door tijdschrift (25%), als fotograaf (17%), internet (14%), omroep (10%), lokale media (9,8%) en persbureau (6%).
Dat veel journalisten zichzelf beschouwen als journalist voor het leven, blijkt wel uit de vraag of ze verwachten door te werken na het bereiken van de aow-gerechtigde leeftijd. De aow-leeftijd is niet zonder meer een grens om te stoppen. Maar liefst 73,3 procent verwacht door te gaan en 32 procent denkt er zelfs over na om meer dan 16 uur per week te blijven werken. Het goede nieuws is dat het merendeel (63%) van hen dit doet voor hun plezier. Ze gaan door “zolang het leuk is” en omdat “zij zich nuttig willen voelen”; omdat “er nog verhalen zijn die geschreven moeten worden”; of omdat “de journalistieke voelhoorns altijd uit blijven staan”. Maar doorgaan na de aow-leeftijd is niet alleen maar “voor de leuk”. Meer dan een kwart van de respondenten (26%) geeft aan dit uit financiële noodzaak te moeten doen.
Pensioen
Voor deze groep oudere journalisten is de pensioendatum niet meer ver weg. Op de vraag met hoeveel vertrouwen zij aankijken tegen hun pensioen antwoordt het merendeel (85%) dat zij vertrouwen heeft in de financiële positie na hun pensioendatum. Meer dan de helft (53%) heeft een idee hoe hoog dat pensioen zal zijn. Toch antwoordt ook ruim de helft (56%) dat er zorgen zijn over het inkomen op latere leeftijd. Bijna de helft (48%) geeft aan onvoldoende pensioen te hebben opgebouwd.
De meest gebruikte bron voor pensioenadvies is via de pensioenuitvoerder en in mindere mate via de werkgever of vakbond. Ook zegt een aantal hun adviezen in te winnen bij hun eigen financieel adviseur. De meeste respondenten hoeven geen extra informatie te ontvangen over pensioen, terwijl 32 procent daar wel behoefte aan heeft in de vorm van een informatieplatform of een (online) cursus of workshop. Een klein deel heeft een voorkeur voor een persoonlijk advies.
Journalistieke klimaat
Het journalistieke klimaat en de media gaat deze groep, net als bij de Plus+ ledengroep, na aan het hart. Het merendeel van de respondenten (68%) vindt de Nederlandse media onafhankelijk en betrouwbaar. Tegelijkertijd vindt bijna 80 procent dat de veiligheid van journalisten onder druk staat en volgens 65 procent geldt dit ook voor de journalistieke onafhankelijkheid. Daarnaast vindt 60 procent dat door de hoge werkdruk het journalistieke niveau is gedaald. Een ruime meerderheid (92%) vindt dat een goede vakbond essentieel is voor de journalistieke onafhankelijkheid.
Dienstverlening van de NVJ
De belangrijkste redenen om lid te zijn van de NVJ zijn de juridische dienstverlening (51%), persvrijheid en veiligheid (46%) en collectieve belangenbehartiging (45%). De NVJ wordt beschouwd als een achtervang, een dienstverlening waar je op terug kunt vallen als dat nodig of wenselijk is. De verwachting van de respondenten is in de komende jaren eventueel gebruik te maken van juridisch advies of rechtsbijstand (51%), de NVJ-perskaart (49%), een cursus van NVJ Academy (22%), evenement (19%), of de opdrachten- en vacaturesite van Villamedia (17,5%).
Volgens de respondenten hoeft de NVJ niet per se moeite te doen om speciaal voor oudere journalisten cursussen te ontwikkelen; het algemene aanbod van NVJ Academy voldoet prima. Deze journalisten vinden zich dan ook helemaal niet te oud om te leren. Ze zijn geïnteresseerd in cursussen zoals Boek Publiceren, Specialiseren (podcast, video en beeldbewerking) en Social Media en Online. Andere diensten die in de smaak vallen zijn vakinhoudelijke en tevens informele netwerken en online workshops over actualiteiten. Minder geïnteresseerd zijn de respondenten in een cursus Ondernemen. Opvallend vaak wordt in de commentaren wel de vraag naar financieel advies genoemd.
Media en social media
De groep van 62-65 jaar maakt iets meer gebruik van social media dan de groep Plus+ leden, maar ook hier zijn veel journalisten helemaal niet actief.
Twitter: 45 procent is helemaal niet actief; 55 is een beetje tot zeer actief.
Facebook: 36 procent is helemaal niet actief; 64 procent is een beetje tot zeer actief.
LinkedIn: 28 procent is helemaal niet actief; 72 procent is een beetje tot zeer actief.
Instagram: 64 procent is helemaal niet actief; 36 procent is een beetje tot zeer actief.
De journalisten die actief zijn, gebruiken social media om te volgen wat er speelt in de wereld (61%), brengen onderwerpen onder de aandacht (30%), voeren gesprekken (18%) en zijn op zoek naar werk of opdrachten (12%).
Vrijetijdbesteding
De journalisten die deelnamen aan de enquête hebben en breed sociaal leven naast hun werk. Ze houden zich bezig met kunst en cultuur (70%), natuur (50%), sport (47%), geschiedenis (40%), activiteiten waarin ze hun journalistieke vaardigheden kunnen toepassen (27%) en verenigingsleven (13%).
Vervolgstappen
De respons op de enquête voor leden van 62-65 jaar was 33 procent. De resultaten zijn bedoeld om diensten van de NVJ nog beter te laten aansluiten op de wensen en belevingswereld van journalisten ouder dan 62 jaar.
Wil je meepraten of heb je ideeën? Stuur dan een e-mail naar vereniging@nvj.nl, ovv onderzoek NVJ 62-65.