Het lijkt een cliché, maar dit credo past wonderwel bij journalist Kees Schaepman, ons erelid en oud-voorzitter, die dit weekend, op 5 maart 2022 is overleden. Kees werd 75 jaar.
Het lijkt een cliché, maar dit credo past wonderwel bij journalist Kees Schaepman, ons erelid en oud-voorzitter, die dit weekend, op 5 maart 2022 is overleden. Kees werd 75 jaar.
Foto: Truus van Gog
Kees was een dappere soldaat, zijn leven lang. En hij wist van geen ophouden, zelfs als het perspectief eigenlijk al niet meer aanwezig was. Want Kees was niet zo van de realiteit, hij was een dromer, maar wel eentje met militaire precisie, strategie en onuitputtelijk optimisme.
Hij liet zich in zijn dromen niet ontmoedigen door enig fysiek ongemak, en zag de steeds somber wordende medische prognoses, die de laatste jaren met een progressief verlopende Parkinson manifest werden, toch vooral als een tijdelijk ongemak. Die reis met zijn dochter naar Koerdistan die ging er komen, net als dat nieuwe boek en die jaarvergadering van de NVJ.
Hij heeft onze jaarvergadering niet meer gehaald, maar als hij dat wel had gedaan, zou hij beloond zijn met een staande ovatie.
Kees was namelijk niet alleen een kundig, integer en dapper journalist, hij was bovenal verantwoordelijk voor een onvoorstelbare reeks inspanningen voor de beroepsgroep en de NVJ in het bijzonder.
Het dilemma in dit kleine eerbetoon is vooral om enerzijds recht te doen aan zijn kwaliteiten en persoonlijkheid, maar anderzijds toch ook een poging te doen om een deel van al zijn activiteiten en bestuursrollen te benoemen, zonder dat het op een opsomming gaat lijken.
Want Kees wilde zich, buiten zijn werk voor Vrij Nederland en VPRO en als schrijver van mooie boeken, graag met veel bemoeien, zeker als het ging om zaken, die hem na aan het hart lagen.
Daarbij was hij altijd principieel, maar uiteindelijk toch ook een echte katholiek, in de zin dat hij wel zocht naar een oplossing waarmee de zaak vooruit kwam.
Soms was hij daarbij grappig praktisch, zoals de keer dat de NVJ zich ergens in de jaren tachtig had laten verleiden tot een chique diner voor alle actieve verenigingsraadsleden, bekostigd door de firma Philips. Het toen voor de NVJ nog redelijk onbekende verenigingsraadslid Kees liet zich het haute cuisine meergangendiner in de Karpendonkse Hoeve uitstekend smaken, maar drong er na afloop wel op aan om de maaltijd zelf te bekostigen. Kortom, erst das Fressen, dann die Moral!
Maar hij stond er dus wel op om zelf te betalen, zijn onafhankelijkheid stond immers buiten kijf. Dat was zo eenvoudig nog niet, dus werd de vorm gekozen dat hij dan maar een zelfgekozen bedrag achter moest laten in de buurt van de obers!
Dit verhaal ken ik alleen uit de overlevering, maar in zijn rol als voorzitter van de NVJ, zo’n 20 jaar later, mocht ik zijn principiële karakter ook zelf ervaren.
Nog voordat ik hem kon inwijden in de diplomatieke vereisten van het voorzitterschap, had hij in zijn eerste week als voorzitter, en plein public, al de hoofdredacteur van het NOS-journaal, Hans Laroes tot op het bot beledigd.
Hij vond namelijk dat Laroes maar slappe knieën had, dat hij de nieuwspresentatoren Gijs Wanders en Annette van Tricht niet op staande voet de laan had uitgestuurd, toen bleek dat deze een extra jaarsalaris ontvingen met kluswerk voor het UWV.
De opzegging van het lidmaatschap van Laroes kwam dezelfde dag nog binnen.
Op zichzelf had Kees natuurlijk volstrekt gelijk in zijn analyse, maar als hij van plan was elke week een NVJ-lid de maat te nemen en te beledigen, bleef hij als voorzitter straks achter met wel erg weinig leden.
Nou, en dan kwam de praktisch katholieke Kees bovendrijven. Zolang maar duidelijk was en genotuleerd werd hoe hij ergens tegenaan keek, was hij wel bereid om voortaan zijn visie op het geklungel van trouwe NVJ-leden binnenskamers te houden.
Als voorzitter kreeg Kees ook de kans om zijn uitstekende schrijfkunst in te zetten voor de vereniging.
Daarbij was hij verrassend bescheiden en onzeker over zijn eigen kwaliteiten. Zo stuurde hij steevast zijn speeches of opiniestukken vooraf aan mij toe en accepteerde loyaal mijn suggesties om zaken aan te passen of in te korten.
Andersom vervulde Kees diezelfde rol voor mij. Kees leerde mij dat je (eigenlijk) elk bijvoeglijk naamwoord wel kan schrappen, dat je sowieso (heel) veel kan schrappen als je je tekst aan kracht wilt laten winnen.
Eindredactie-werk deed hij niet alleen voor mij, hij deed het ook belangeloos voor tal van jonge journalisten, die schreven over gevoelige onderwerpen en risico liepen op juridische procedures.
Een rol als mentor en trainer vervulde hij in tal van colleges op de School voor Journalistiek, maar hij was ook degene die onze NVJ-veiligheidstraining voor conflictgebieden een journalistiek karakter gaf.
Deze training werd aanvankelijk gegeven door defensiespecialisten, maar met de komst van Kees veranderde de training. Cursisten konden voortaan niet alleen een landmijn opsporen, maar leerden vooral hoe je als journalist moest overleven in een conflictgebied.
Met de oorlog in Oekraïne is de training actueler dan ooit en staat er komende maand een extra editie op het programma. Kees had er denk ik graag nog een rol in gespeeld.
Naast zijn rol in het NVJ-bestuur was hij op veel fronten actief. Aanvankelijk vooral binnen de vereniging, als lid van de onderhandelingsdelegatie tijdschriften, op onderzoeksmissie na de moord op Sander Thoenes in Oost Timor en als schrijver van een adviesrapport over een nieuwe democratische structuur voor de vereniging.
Maar zeker ook in rollen namens de NVJ bij onder andere Press Now, het Persvrijheidsfonds, Stichting LIRA en het onderwijsfonds COP (het zogenaamde “leuke dingenfonds van de tijdschriftensector” zoals hij dat noemde).
En ook daar liet hij zijn wilskracht en strategisch inzicht gelden. Het COP stond aan de basis van wat nu een florerende NVJ Academy is en bij LIRA bracht Kees de oude strijdende partijen FLA en NVJ bijeen, vanuit een gezamenlijke missie voor een sterk auteursrecht.
In die rol kennen velen van ons Kees ook in de NVJ-ledenvergaderingen, niet aflatend zich inzettend voor het belang van een sterk auteursrecht, een veilige werkomgeving voor journalisten en een onafhankelijke uitoefening van het vak.
Wij verliezen in Kees een markante, intelligente, innemende en autonome topjournalist. Een solist, die toch het belang zag van samenwerken en de kracht van het collectief.
We zijn Kees veel dank verschuldigd, als beroepsgroep en als vereniging. En we wensen zijn familie en naasten veel sterkte bij het verwerken van het verlies.
Thomas Bruning, Algemeen Secretaris NVJ