NVJ: freelance tarieven relateren aan lonen journalisten in dienst

woensdag 26 juni 2019

De NVJ vindt dat freelance tarieven gerelateerd moeten worden aan wat journalisten in loondienst voor datzelfde werk verdienen. Ook vindt de NVJ het belangrijk wat een freelance (foto)journalist per uur verdient. Dit ligt in lijn met het tussenvonnis van de rechter in de zaak van twee freelance (foto)journalisten tegen De Persgroep. Een uurtarief van 16 euro – conform het voorstel van minister Koolmees van Sociale Zaken – ziet de NVJ als een maatregel om excessen aan de onderkant van de arbeidsmarkt te bestrijden, maar heeft geen enkele relatie met het vakmanschap dat nodig is om journalistiek werk te verrichten.

(foto: Peter Hilz/HH)

De rechter liet op 17 mei weten deze twee omstandigheden – loondienst en uurtarief - mee te willen laten wegen bij het bepalen van een billijk tarief. Inzet van de rechtszaak is een billijk tarief dat in overeenstemming is met wat journalisten in vast dienstverband verdienen. Een uurtarief van 16 euro zoals minister Koolmees voorstelt, is een maatregel om excessen aan de onderkant van de arbeidsmarkt te bestrijden, aldus de NVJ, maar heeft geen enkele relatie met het vakmanschap dat nodig is om journalistiek werk te verrichten. Daarvoor is het veel logischer om een relatie te leggen met de beloning, die in cao-afspraken voor journalisten is vastgelegd.

Tarieven journalisten en fotojournalisten

De NVJ vindt dat voor starters een uurtarief van 40 euro per uur, medior 60 euro per uur en senior 80 euro per uur een redelijke ondergrens is, in relatie tot de waardering van journalisten in loondienst. Voor fotojournalisten geldt een hoger tarief omdat zij hoge investeringskosten hebben.

De Ministeries van Financiën en van Sociale Zekerheid en Werkgelegenheid willen het minimumtarief van 16 euro per uur voor zzp’ers met ingang van 2021 doorvoeren. Zelfs als dit uurtarief wordt ingevoerd dan heeft dit geen effect voor zelfstandige (foto)journalisten die nu een hoger bedrag krijgen per uur. De rechter heeft in zijn tussenvonnis immers gesteld dat het relevant is hoe die vergoeding in verhouding staat tot wat een journalist in loondienst per uur verdient. De verdienste van een journalist in loondienst is echter niet alleen maatgevend voor wat een billijke vergoeding is, het is volgens de rechter één van de relevante gezichtspunten.

Het grote gemiddelde van DPG Nederland

Bart Verkade, zakelijk directeur van DPG Nederland (voorheen De Persgroep), laat in dagblad Trouw van afgelopen zaterdag 22 juni weten: ‘Wij betalen per opdracht of per woord aan onze freelancerjournalisten. We weten hoeveel productie gemiddeld per uur wordt geleverd. Onze regionale kranten betalen 13 cent per woord. Omgerekend naar een uurtarief kom je uit op 21,50 euro uit. Sommige freelancers zullen meer tijd kwijt zijn, maar dan is de vraag of dat redelijk is. Wij gaan uit van het grote gemiddelde. Die 21,50 euro is een basistarief, geen eenheidsprijs. Voor ons zou een minimumtarief van 16 euro geen verschil maken. Wij betalen onze journalisten al meer.’

Schril contrast

Rosa García López, NVJ-secretaris Zelfstandigen en NVF, wijst Verkade erop dat het uurtarief van 16 euro zoals door Koolmees is voorgesteld vooral bedoeld is voor de absolute onderkant van de arbeidsmarkt. ‘Journalistiek werk is dat heel nadrukkelijk niet. De Monitor Freelancers en Media 2018 laat zien dat (foto)journalisten hoogopgeleid zijn met minimaal een HBO-opleiding. Daar hoort een hoger tarief bij dan die schrale 0,13 cent per woord van De Persgroep. Een uurtarief van 16 euro (of van 21,50 euro per uur) staat in schril contrast met wat een gemiddelde journalist in vast dienstverband verdient. Inclusief werkgeverslasten en niet-inzetbare uren verdient een ervaren journalist 60 euro per uur. Dat is een verschil van 38,50 euro per uur. Koolmees wil armoede en schijnzelfstandigheid onder zzp’ers aanpakken met een minimumtarief van 16 euro per uur. Een zelfstandige die 16 euro per uur vraagt, komt net uit op het bijstandsniveau van netto 1.025 euro per maand.  Dit minimumtarief vormt dan ook op geen enkele wijze een oplossing voor de problemen waar de journalistieke sector mee geconfronteerd wordt.

Vakmensen horen een uurtarief te kunnen verdienen, dat past bij de zwaarte van hun functie. Daarvoor zijn ooit cao’s in het leven geroepen. Invoering van minimumtarieven voor zelfstandigen zijn alleen zinvol als daarin een koppeling met de cao voor die betreffende beroepsgroep wordt gemaakt, anders kunnen ze juist averechts uitpakken voor alle werkenden. Een stabiele samenleving heeft een stabiele arbeidsmarkt met gezonde lonen en tarieven nodig. De inkomenskloof tussen werknemers en freelancers moet worden gedicht.’

Rapport commissie-Borstlap

De NVJ onderschrijft verder het onlangs verschenen rapport van de commissie-Borstlap waarin wordt geconstateerd dat de kloof tussen zzp’ers en werkenden in vast dienstverband onevenredig groot is. De commissie Borstlap pleit voor een universeel fundament voor alle werkenden om ze te beschermen tegen inkomensverlies bij ziekte of ouderdom. De commissie zet in op vergelijkbare arbeidsrechtelijke status voor werkenden met ongelijke onderhandelingspositie. In haar tussenrapportage nodigt de commissie partijen op om mee te denken over de invulling hiervan. Die handschoen pakt de NVJ op en zal de komende tijd de commissie van input voorzien. Eind dit jaar verschijnt het eindrapport van de commissie-Borstlap.

  • Ga hier naar de discussienotitie commissie Borstlap