Nepnieuws en censuur

vrijdag 22 juni 2018

Censuur ligt al snel op de loer in het debat over nepnieuws. Het is een wankel evenwicht tussen het vrije woord en het bestempelen van nieuwsberichten als fake news. Zeker als een overheid zich daarin gaat mengen is het oppassen geblazen.

Herman Spinhof

Overheden dienen zich te onthouden van enige bemoeienis. Wantrouw autoriteiten en in het bijzonder overheden, want er steekt achter bijna alles wat overheden doen een machtsfactor. Dat zit bijna in mijn genen gebakken. In de loop der tijd heb ik geleerd elke bron te wantrouwen, ook ‘doorgaans betrouwbare’. Objectiviteit bestaat niet, berichtgeving is vrijwel altijd gekleurd. Achter elk verhaal schuilt een wereldbeeld beginnend met de wijze waarop je een gebeurtenis observeert. Onlangs plaatste NRC Handelsblad twee berichten naast elkaar (in de papieren krant van 15 mei) over hetzelfde conflict op de Gazastrook, één vanuit de http://invalshoek van de Israëlische regering en één vanuit die van http://Palestijnse demonstranten. Het is een goede illustratie van het laten zien van twee kanten, twee waarheden van een en hetzelfde conflict.

Bestrijden van nepnieuws

Doorgaans schuilt er achter elke waarheid als je blijft dooronderzoeken een andere waarheid. Bij het ontrafelen van een geschiedenis blijkt steeds weer dat achter de ene waarheid een andere verborgen is. Welke ook: of het nu http://Srebrenica is of de koloniale oorlogen waar Indonesië in 460 jaar (sinds de Portugezen) verwikkeld is geweest. Onderzoeker Piet Hagen telde in zijn onlangs verschenen boek Koloniale Oorlogen in Indonesië maar liefst 500 gewapende conflicten. Een eyeopener voor velen.

Maar wat te doen tegen nepnieuws? Begin dit jaar verscheen een nieuw rapport van de Europese Commissie over het bestrijden van fake news en wat zij noemen ‘disinformation’ (gedefinieerd als ‘alle vormen van valse, inaccurate of misleidende informatie gepresenteerd en gepromoot om met winstoogmerk opzettelijk openbare schade aan te richten’). Het http://rapport opgesteld door een groep van 39 experts onder leiding van voorzitter Madeleine de Cock Buning van het Commissariaat voor de Media noemt vier pijlers om ‘disinformation’ te bestrijden. Zelfregulering van met name social-media-platforms als Facebook, Google en Twitter is de belangrijkste pijler. De netwerken hebben al een Trust project waarin de bronnen van de berichten op hun netwerken worden vermeld. Brussel wil in het voorjaar van 2019 de gang van zaken evalueren op dit gebied. Naast zelfregulering meent deze groep van experts dat educatie van het publiek en op scholen een belangrijk onderdeel is in het bestrijden van nepnieuws. In Nederland is de site http://www.mediawijsheid.nl actief,, waarin NPO en de Koninklijke Bibliotheek participeren.

Centre of Excellence

Het (financieel) ondersteunen van mediaorganisaties en journalisten in hun berichtgevingen en het duiden van nepnieuws, acht de commissie ook van belang. Ook op dit terrein biedt http://Google Newsinitiative een helpende hand bij het ontmaskeren van bijvoorbeeld fake foto’s en video’s, maar ook bij het analyseren van data. En ten slotte bepleit de groep het optuigen van een onafhankelijk Centre of Excellence die de nationale organisaties ondersteunt die bezig zijn met nepnieuws, zoals in Nederland het aan de Leidse Universiteit verbonden http://www.nieuwscheckers.nl. Dit instituut doet verdienstelijk werk in het checken van nieuwsberichten als http://'zachtgekookt ei gezonder dan hardgekookt?' en http://'Is er een schurftuitbraak onder Leidse studenten?'‘

Alexander Pleijter van dit Leidse instituut uit voorzichtige kritiek op het EU-rapport in de http://Volkskrant.  In zijn ogen is ‘een onafhankelijk fonds dat geld verdeelt over diverse fact-check-organisaties’ geen gek idee. Maar ook met geoormerkt geld moet je oppassen, vind ik. Dat kan ongewenste sturing geven aan dat waarmee wetenschappelijk onderzoek zich moet bezighouden. Beter is het om universiteiten en scholen met voldoende middelen uit te rusten, zodat ze vrij zijn waarvoor ze het geld aanwenden. Onderzoek naar nepnieuws is dan net zo belangrijk als welk ander wetenschappelijk onderzoek ook. Zo relatief is het ook weer.