Moet vervolgd worden

dinsdag 26 november 2019

Voor het eerst maakten freelancers deel uit van de NVJ-onderhandelingsdelegatie voor een nieuwe cao in de uitgeverswereld. Geweldig natuurlijk, maar het klonk mooier dan het was. De werkgevers weigerden categorisch om ook maar íets over freelancers in de cao op te nemen.

 

‘Freelancers zijn ondernemers, en daarover mogen we in de cao niets afspreken’, was kortweg het formele standpunt van de werkgevers. De NVJ benadrukte dat een principe-afspraak over ‘vergelijkbare beloning om ondermijning van de cao te voorkomen’ er daarentegen uitstekend in zou passen. Er ís immers duidelijk sprake van ondermijning. Van serieuze tijdschriftredacties is bijvoorbeeld weinig meer overgebleven sinds uitgevers ontdekten dat het goedkoper is om freelancers te laten hengelen naar een opdracht dan mensen in dienst te houden.

Een deel van onze collega’s in loondienst beseft gelukkig dat goede beloning voor freelancers ook in hun eigen belang is, maar helaas is dat besef nog niet bij ieder van hen doorgedrongen. Dat werkte in het nadeel van de NVJ-onderhandelingsdelegatie. Wat zou er gebeuren als het nu voorliggende voorstel voor een tussen-cao vanwege dát punt wordt afgewezen? Zouden die collega’s daar begrip voor hebben? Zouden ze in actie komen om zo’n anti-ondermijningsclausule alsnog in de cao te krijgen?

Goede tarieven voor freelancers, die afgeleid zijn van cao-salarissen, zijn natuurlijk geen zaak voor collega’s in vaste dienst alleen. Wij freelancers moeten er net zo hard aan trekken. Harder zelfs. Dat begint er natuurlijk mee dat we moeten weigeren om klussen aan te nemen voor een hongerloontje. Wie van zijn werk eigenlijk niet kan rondkomen, en dan reken ik premiebetaling voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en pensioenen mee, moet zich misschien afvragen of de journalistiek iets voor hem/haar is. Passie voor het vak is mooi, maar er moet wel brood op de plank komen. Wie minimale tarieven accepteert, maakt collega’s het werken bovendien erg lastig.

Wij freelancers zouden er bovendien goed aan doen om collega’s in vaste dienst onze benarde positie duidelijk te maken. Zwijgen over slechte beloning, niet-verzekerd-zijn en ontbrekende pensioenvoorzieningen wordt door uitgevers dankbaar gebruikt. Als er op redacties over gepraat zou worden, zou dat ongemak en onrust veroorzaken. Ook daar is voor ons allen dus een taak weggelegd, niet alleen voor het bestuur van de sectie zelfstandigen. Een breed gedragen onvrede over de slechte behandeling van freelancers zal de zaak uiteindelijk aan het rollen brengen. Is het niet goedschiks aan de cao-onderhandelingstafel, dan wellicht kwaadschiks in de vorm van acties, in welke vorm dan ook. Hoe dan ook: wordt vervolgd.