Ik doe hoofdredacteuren graag een spiegel cadeau
Column door Fréderike Geerdink
Keihard lachen moest ik, toen ik bij de Ombudsman van de Volkskrant las dat de hoofdredactie met freelancers in gesprek wil over hun commerciële klusserij, en hoe zich dat verhoudt tot onafhankelijke journalistiek. Het zijn natuurlijk niet de freelancers met wie hoofdredacteuren daarover aan tafel moeten, maar hun uitgevers en aandeelhouders. Als die met geld over de brug komen – en dan bedoel ik niet een schamel inflatiecorrectietje of twee cent extra per woord, maar gewoon 50 tot 100% hogere tarieven – dan laten veel journalisten die tekstschrijfklussen met liefde vallen.
Zelf kan ik overigens prima rondkomen van de freelance journalistiek. Ik doe nauwelijks ‘commerciële’ klussen en doe er geen moeite voor ze binnen te harken. Mede-freelancers kijken me doorgaans ongelovig aan als ik dat zeg want dat je van freelance journalistiek niet kunt leven, is algemeen bekend. En ik schrijf nog boeken ook, wat al helemaal een hobby is, qua opbrengsten. Dat ik van de journalistiek kan leven, zegt echter vooral iets over hoe extreem laag mijn vaste lasten zijn. In verhouding betaal ik nu veel minder hypotheek dan ik 33 jaar geleden betaalde voor mijn eerste studentenkamer in Kampen.
Sexy
Dat ik niet veel verdien, is eigenlijk vreemd want ik doe veel goed, als ‘ondernemer’. Ik freelance al ruim twintig jaar, heb workshops gegeven over onderhandelen en over freelancen in het buitenland en ik begeleid nog altijd individuele freelancers in hun ondernemerschap, dus ik weet een beetje waarover ik het heb. Waar alles om draait, is een specialisme. Wie gespecialiseerd is, kan niet zo makkelijk worden ingeruild voor tien anderen, wat je onderhandelpositie versterkt. Als Koerdistan-specialist zou ik dus een uitstekende onderhandelpositie moeten hebben. Maar ja, wie wil er nou een stuk over Koerdistan? Koerden zijn niet sexy.
Waarmee we tot de kern van de zaak komen. Als freelancer is het natuurlijk wel van belang je te specialiseren in iets waar vráág naar is. Of, laat ik het anders zeggen: je moet je specialiseren in een onderwerp of thema waar media die de targets van aandeelhouders moeten halen in zijn geïnteresseerd, en die een beetje aansluiten bij waar adverteerders wel naast willen staan. Dus wie zijn de hoofdredacteuren eigenlijk om hun freelancers erop aan te spreken dat ze niet ‘onafhankelijk’ zouden zijn als ze er eens bijbeunen omdat ze chronisch worden onderbetaald? Ze zijn toch zelf net zo afhankelijk van commerciële partijen? Tuurlijk, er staat ‘advertentie’ boven, of ‘ingezonden mededeling’, en dat hele katernen gesponsord zijn staat er gewoon op, maar maakt dat wezenlijk verschil? De krant zegt van wel, want het is in lijn met het redactiestatuut en de onafhankelijkheid. De verslaggeving is gewoon ‘objectief’.
Archaïsch
Maar wat vinden we eigenlijk objectief? ‘Objectief’ in de journalistiek, dat is de wereld door de ogen van de bevolkingsgroepen die zich een krant kunnen veroorloven en de spullen waarvoor in die krant wordt geadverteerd, die kunnen lezen en die mogen stemmen. Dat klinkt archaisch en dat is het ook, want ruim een eeuw geleden is dát de doelgroep waar de eerste ‘onafhankelijke’ kranten in de VS voor werden gemaakt. Witte hoogopgeleide mannen. Dat soort van ‘objectief’ is de oceaan overgestoken en geldt nu welbeschouwd nog steeds als de zogenaamd neutrale blik. Dat soort van objectief vindt de Koerdische gewapende strijd niet sexy. Eerder extreem, gevaarlijk en bedreigend.
Alle freelancers die ik ken, en dat zijn er veel, denken diep na over hoe hun commerciële klussen zich verhouden tot hun journalistieke werk. De meeste zijn integer en professioneel genoeg om dat goed naast elkaar te laten bestaan. Het is mij een raadsel wat hoofdredacteuren aan die freelancers zouden kunnen uitleggen over het mengen van journalistiek en commercie. Het is urgenter dat witte mannelijke hoofdredacteuren in contemplatie gaan over hun eigen ‘objectiviteit’ en die van hun krant. Behalve dat ik hen aanraad met de uitgevers en aandeelhouders om de tafel te gaan zitten, doe ik ze dus graag een spiegel cadeau. In overdrachtelijke zin, natuurlijk.
Fréderike Geerdink schrijft over machtsstructuren en zij die die willen afbreken, en over de Koerdische strijd in het bijzonder. Volg haar op Twitter, of abonneer je op haar gelauwerde wekelijkse Koerdistan-nieuwsbrief. Ze zit in het Beleidsteam Persvrijheid van de NVJ.