Die ene fractie van een seconde waarin je al fotograferend wist: dit is hét beeld. Of dat moment waarop je op de juiste plek op de juiste tijd die foto der foto’s schoot. Ditmaal het fotomoment van fotojournalist en NVF-lid Ruud Rogier.
Die ene fractie van een seconde waarin je al fotograferend wist: dit is hét beeld. Of dat moment waarop je op de juiste plek op de juiste tijd die foto der foto’s schoot. Ditmaal het fotomoment van fotojournalist en NVF-lid Ruud Rogier.
Foto: Ruud Rogier
Ruud Rogier (67) was opgeleid als grafisch vormgever en werkzaam in die, toen nog, bloeiende industrie. Het waren de jaren 70 van de vorige eeuw. Hij hopte van de ene grafische werkgever naar de ander en kwam uiteindelijk bij een reclamebureau in het Brabantse Oss te werken. Het was de start voor een carrière in de fotojournalistiek.
‘Daar leerde ik een fotograaf kennen die iemand zocht om te assisteren. Het reclamebureau waar ik werkte, ging in 1981 failliet door de crisis van de jaren 80. Ik kon gelijk fulltime aan de slag bij deze fotograaf. Toentertijd was er megaveel werk te verstouwen in de regionale fotojournalistiek. Het fotopersbureau werkte veel voor de uitgever VNU, Brabants Dagblad en een hele trits huis-aan-huisbladen. Andere klanten waren het ANP en De Geïllustreerde Pers, industriële bedrijven en de semioverheid. Ik heb er behoorlijk leren buffelen. Bijzonder ongunstige werktijden en een laag salaris, maar dat nam ik voor lief. Ik was nog maar 24 jaar en kon het volume van opdrachten wel aan.’
In 1984 maakte Rogier de stap naar het ondernemerschap. ‘De eigenaar van dit fotobureau overleed en ik heb toen het bureau van de familie kunnen kopen. Door deze manier van overname gingen de meeste klanten mee, wel heb ik de mindere rendabele afnemers zoals de huis-aan-huisbladen een prijsvoorstel gedaan waardoor deze vanzelf een andere gek gingen zoeken. Die waren er toen ook al genoeg.’
Uiteindelijk maakte hij drie verschillende uitgevers mee: VNU, Wegener en DPG. ‘Het zijn altijd mijn grootste opdrachtgevers geweest. Zonder werk van deze uitgevers dacht ik geen bestaansrecht te hebben. Dat is ook wel de valkuil geweest. Ik kwam immers niet toe aan het werk wat ik het liefste deed. Eigen verhalen maken met beeld. Zo nu en dan kreeg ik wel de ruimte om een eigen rubriek in beeld te maken. Met de komst van DPG was dat wel helemaal voorbij. Een hoog oplopend meningsverschil in 2018 met deze uitgever over een billijke vergoeding voor geleverd werk veroorzaakte een breuk in de 40-jarige arbeidsrelatie met het Brabants Dagblad.’
‘Dinsdagochtend 12 januari 2016 las ik in de krant dat de inwoners van het dorp Heesch geschokt waren over het voornemen van hun gemeente om een asielzoekerscentrum met een capaciteit van 500 plaatsen aan de rand van het dorp te realiseren. Dat kan wel eens een rel worden, dacht ik. Dus eerst maar eens langs de locatie gaan. Daar aangekomen, trof ik een oploopje aan van een paar buurtbewoners. Een protestbord was al aan een boom getimmerd. Ter plekke belde ik de redactie. Zij zagen weinig in het onderwerp. Ik ben toch maar gebleven, de groep zwol aan. Mijn probleem was dat niemand met zijn gezicht in beeld wilde, bang om uitgemaakt te worden voor racist. Uiteindelijk heb ik de voorzitter van het buurtcomité bereid gevonden om met een petitie op de foto te gaan. Meer zat er op dat moment niet in.
Dit beeld heb ik uiteindelijk aangeboden aan de krant. En weer kreeg ik te horen dat er geen behoefte was aan beeld. Wel kwam er een redacteur langs om wat beeld te schieten met zijn telefoon. Die dag ben ik tussen wat andere onderwerpen door langs de locatie gereden. Inmiddels was de site van het Brabants Dagblad voorzien van de telefoonkiekjes die de redacteur die ochtend had gemaakt.’
‘Ik had mij er al bij neergelegd dat het voor mij verspilde uren waren geweest toen ik rond etenstijd werd gebeld: "Onmiddellijk naar de locatie! Er is een schaap opgehangen!" Daar aangekomen, bleek de beller zich vergist te hebben. Er hing geen schaap maar een klein biggetje in de boom. Toen ik van mijn auto naar de plek liep, begonnen de mensen al te roepen dat ik dat niet moest fotograferen. Ze riepen dat ik het geen podium moest geven. Op zo’n moment sta ik niet open voor enige discussie. De politie had al een lint gespannen. De dag was tanende en ik besloot om met een flitsje het beeld wat los te krijgen van de donkere achtergrond. Drie of vier beelden heb ik gemaakt, dezelfde redacteur van die ochtend kwam ook aan op de locatie en maakte naast mij over mijn schouder een beeldje met zijn iPhone.’
‘Ondertussen bleven enkele mensen uit het publiek mij benaderen: “Doe dit toch niet, je geeft ze alleen maar een podium.” Mijn beeld had ik, dus nu kon ik wel wat terugzeggen: "Ik laat zien hoe verschrikkelijk lomp dit is." Verdere discussie ben ik uit de weg gegaan. Nu moest dit beeld zo snel mogelijk naar de krant.’
‘In de avond werd het door de redacteur met zijn telefoon geschoten beeld in het Achtuurjournaal vertoond. Mij was door de redactie dit soort doorlevering strikt verboden. De volgende ochtend zag ik hoe mijn eigen krant de foto plaatste: staande in één kolom. Spandoek, protestbord, het landschap, de luchtpartij: het kwam niet over. Ik besloot om het beeld verder uit te zetten, dat ging eigenlijk vanzelf. Alle landelijke titels wilden mijn foto afnemen.'
'Dit doorleveren is mij trouwens door de hoofdredactie van het Brabants Dagblad uiteindelijk niet in dank afgenomen. Het heeft ervoor gezorgd dat ik geen opdracht kreeg om het verdere verloop van deze crisis voor de gemeente Heesch te coveren. Ik moest met een plekje in een regionale krant voor € 47,50 genoegen nemen. De doorlevering aan andere titels en veelvuldige vertoning op televisie gaf mij de voldoening, ook financieel, dat het beeld journalistiek gebruikt werd zoals het de bedoeling is. Een visuele aanvulling op een landelijke discussie omtrent het asielvraagstuk.’
Voor de artikelreeks Het fotomoment van… in Focus Magazine is de redactie van het oudste fotografietijdschrift van Nederland altijd op zoek naar NVF-leden die zich dat éne beslissende moment kunnen herinneren. En die er ook het bijbehorende beeld bij hebben. Letterlijk dan. Wil je meedoen? Stuur dan secretaris NVF Paul Teixeira een mail.