Erelid NVJ Marinus Jansen overleden

maandag 1 juli 2024

Met het overlijden van NVJ-erelid Marinus Jansen (82) uit Enter is op 16 juni 2024 een verdienstelijke vakbondsman en dagbladjournalist in hart en nieren heengegaan. Jansen kleurde met name de jaren 70 en 80 met zijn onvoorwaardelijke inzet voor de beroepsgroep journalisten op het gebied van de pensioenen en de VUT. Mede dankzij zijn inzet voor een sterke cao kunnen journalisten nog altijd rekenen op een goede en stabiele financiële oudedagsvoorziening. Niet alleen hiervoor, maar ook voor zijn actieve rol in de VUT-regeling en de ledengroei werd Jansen tot erelid benoemd.

Foto: Archief De Twentsche Courant Tubantia

De strijdlustigheid van de Twentenaar, die in 1941 Rijssen werd geboren en na zijn huwelijk tot aan zijn dood in het nabijgelegen Enter woonde, zat er al vroeg in. Begin jaren 60 begon Jansen als journalist bij Dagblad van het Oosten in Almelo, onderdeel van Hilarius Courantbedrijf, dat al lange tijd in handen was van de uitgevers Tijl in Zwolle en Kluwer in Deventer. In alle facetten van de regionale en provinciale journalistiek maakte hij zich verdienstelijk. Hij was gespecialiseerd in de bestuurlijke verslaggeving en een meester in politieke beschouwingen en scherpe analyses over de Provinciale Staten, de Tweede Kamer, gemeenteraadsverkiezingen, de poging om van Twente een zelfstandig gewest te maken en de Euregiovorming van Oost-Nederland met Duitsland.

Pluriformiteit

De pluriformiteit van de pers, onafhankelijke journalistiek en sterke scheiding van redactie en directie waren voor hem begrippen waaraan nooit te tornen viel. Van beïnvloeding van buiten de redactie was hij wars. Van journalisten die geen lid van de vakbond NVJ waren ook.

Toen in het midden van de jaren 70 Tijl volledig eigenaar zou worden van Dagblad van het Oosten en de Twentse redactie wilde bestieren vanuit Zwolle, kwam Jansen in opstand. En toen in die periode uitgeversmaatschappij Van der Loeff (eigenaar van Dagblad Tubantia en kopblad Hengelo’s Dagblad) Dagblad van het Oosten wilde kopen en inlijven als kopblad, werd Marinus Jansen uit angst voor zijn mobilisatievaardigheden onkundig van dit voornemen gehouden. Jansen was het redactionele lid van de ondernemingsraad en hij werd bewust nergens over geïnformeerd. Directeur-eigenaar Chris Houwert van Van der Loeff besprak zijn voornemen met een uitgeklede ondernemingsraad, waar de grafici volop garanties kregen, maar Dagblad van het Oosten journalistiek niet. Een kopblad zonder hoofdredacteur, onder Enschedees bewind.

Onmondig leesvee

Er kwam een voorstel dat bij de overname een deel van de abonnees bij Tijl zou blijven via een nieuw Dagblad Noord-Oosten en een deel bij Van der Loeff als Dagblad van het Oosten. Voor Marinus Jansen was verkwanseling en verkoop van abonnees onacceptabel. Hij belde NVJ-voorzitter Max de Bok, die naar Almelo reisde en samen met Jansen en Dagblad van het Oosten-hoofdredacteur Dick Houwaart optrok in de strijd tegen de overname.

De Bok sprak zich namens de NVJ uit tegen de plannen en vond dat abonnees werden behandeld als ‘onmondig leesvee’. Toen Van der Loeff vasthield aan zijn voornemen, mengde de Twentsche Courant zich in de strijd en toonde ook interesse in een overname, met de garantie dat Dagblad van het Oosten journalistiek zelfstandig kon opereren. De voorwaarden voor grafici waren minder goed. Dit alles mondde uit in een fors conflict tussen grafici die voor Van der Loeff kozen en journalisten die zelfstandigheid eisten of voor de Twentsche Courant kozen. Een escalatie was niet meer te voorkomen. Met steun van de NVJ besloot de Dagblad van het Oosten-redactie onder aanvoering van Jansen en de Almelose hoofdredacteur Houwaart te staken.

Journalistenstaking

17 februari 1975 ging daarmee de geschiedenis is als de derde journalistenstaking uit de historie van de Nederlandse pers. In het bijzijn van het NVJ-bestuur droeg Marinus Jansen met zijn collega’s een zwarte doodskist door de stad Almelo. De actie mocht niet baten. Uiteindelijk stemden de ondernemingsraden van de te fuseren kranten allemaal in met een fusie. Er was één tegenstem: de or-redactie-afgevaardigde Marinus Jansen.

Na de krantenfusie vond Jansen zichzelf opnieuw uit en werd hij een loyaal allround journalist voor zijn nieuwe werkgever Tubantia, waar hij meerdere leidinggevende posities zou bekleden. Ondanks zijn weerstand tegen de fusie, was hij degene die de plooien glad streek tussen de verschillende bloedgroepen.

De NVJ haalde met Jansen de kennis binnen op onder meer het gebied van pensioenen en VUT. Jansen zat aan de onderhandelingstafel met pensioenfondsbestuurders, politici en werkgevers over vernieuwing en verbetering van de oudedagsvoorziening voor de journalistiek. Daarbij nam hij ook een actieve rol binnen de vakbond voor zijn rekening op het gebied van de VUT die midden jaren 70 in opkomst kwam.

Meester in de rechten

Omdat hij vond dat hij op rechtsgebied tekortschoot tegenover de doorgewinterde onderhandelaars, pakte hij de studie rechten op aan de Universiteit van Utrecht. Nagenoeg al zijn vrije uren spendeerde hij vijf jaar lang om zijn graad van meester in de rechten te halen, naast zijn drukke journalistieke baan. Nooit vroeg hij collega’s of de hoofdredactie om aanpassing van zijn werktijd. Hij werd in stilte jurist en slaagde glansvol.

Bij de invoering van de VUT en de verbeteringen van de pensioen-cao was zijn kennis zo groot, dat hij vanaf het begin al waarschuwde dat de regelingen zichzelf om zeep zouden helpen. Hij voorspelde dat de VUT uiteindelijk niet betaalbaar zou blijken en de eindloonregeling van pensioenen niet was vol te houden. Vooral niet, zo waarschuwde hij, omdat werkgevers hun werknemers in het laatste jaar van hun dienstverband nog snel even een (flinke) loonsverhoging zouden geven, waarna de werknemer na pensioen de rest van zijn of haar leven een veel hoger inkomen zou krijgen, wat pensioenfondsen flink op kosten zou jagen. Die visie van Marinus Jansen werd bewaarheid.

Kabelkrant

Bij de dagbladen, die in geheel Twente uiteindelijk opgingen in De Twentsche Courant Tubantia, was Jansen ook visionair. Hij voorspelde dat papier steeds minder aantrekkelijk zou worden en dat digitaal de toekomst werd. Hij werd aangesteld als pionier met de kabelkrant, kort na de intrede van Teletekst in 1980 en leidde die nieuwsvoorziening, die steeds groter werd. Hij maakte zich sterk voor de invoering van computergebruik in de dagbladjournalistiek en het zo snel mogelijk afschaffen van typemachines en zat in adviesorganen voor redactionele computersystemen. Via zijn nauwe betrokkenheid bij de NVJ wist hij ook andere kranten hierin te inspireren.

Projectleider Wegener

Bij de opkomst van internet bemoeide hij zich met de opzet en invoering, waarna hij uiteindelijk toch weer terugkeerde naar de (papieren) dagbladredactie, als chef van de eindredactie. Enkele jaren voor zijn VUT, waar hij als een van de laatsten nog gebruik van kon maken, werd hij door Koninklijke Wegener, waarin veel regionale krantentitels waren opgegaan, projectleider nieuwe media voor het concern. Hij bleef lange tijd adviseur van de NVJ, maar vrijwel alleen op de achtergrond én vooral in stilte en voedde (nieuwe) bestuurders, die hij voor een deel zelf had gekweekt.

Na zijn pensionering bleef hij nog medevoorzitter van de deelnemersraad van het AWP-pensioenfonds waar hij bij het opgaan in het Pensioenfonds Grafische Bedrijven met zijn mede dagelijks bestuurders van de raad (John van Miltenburg, Henk Kamp en ondergetekende) een miljoenenbedrag van Wegener voor het moratorium wist af te dwingen ten faveure van een pensioenreparatie voor journalisten.

Mentor

Daarna zei hij de journalistiek écht vaarwel en stortte hij zich volop in bestuurlijke functies en vrijwilligerswerk in het maatschappelijk leven. Voor zijn verdiensten werd Marinus Jansen terecht koninklijk onderscheiden.

Voor De Twentsche Courant Tubantia was en blijft Marinus Jansen de zeer gedreven, deskundige en aimabele collega, die een mentor was voor meerdere generaties dagbladjournalisten, met een groot hart voor de beroepsgroep, de krant en vooral de lezers.

Hans Berkhout, journalist De Twentsche Courant Tubantia en oud-bestuurder NVJ