Dit was de zomer van de moord op Peter R. de Vries. Een gruwelijke en onvoorstelbare daad, die een gevoel van kwetsbaarheid en wetteloosheid geeft dat niet past bij onze rechtsstaat.
Dit was de zomer van de moord op Peter R. de Vries. Een gruwelijke en onvoorstelbare daad, die een gevoel van kwetsbaarheid en wetteloosheid geeft dat niet past bij onze rechtsstaat.
In wat voor een werkelijkheid leven we als een onschuldige collega op klaarlichte dag kan worden omgebracht en niet lang daarna een programma zodanig wordt bedreigd dat ze van uitzending moet afzien en vooralsnog permanent moet uitwijken naar een zwaarbeveiligde locatie?
De kwetsbaarheid die hieruit volgt, raakt ons allemaal. Misschien niet zozeer direct in de eigen praktijk, maar in het besef dat misdaadjournalistiek blijkbaar voortaan met op de persoon gerichte moordaanslagen dient rekening te houden. Het is een bittere plicht van onze overheid, zoals de Italiaanse journaliste Maria Mazzola in het FD betoogde, dat zij juist deze vorm van journalistiek mogelijk blijft maken. Met alle middelen die daarvoor nodig zijn.
Tegelijkertijd zien we zich een ramp voltrekken in een ander deel van de wereld, waarvan de aard dezelfde is, maar de omvang van een geheel andere orde. In Afghanistan is wetteloosheid en kwetsbaarheid feitelijk een nieuwe werkelijkheid geworden.
Doodsbedreigingen en executies zijn niet langer afkomstig van een kleine groep, maar rechtstreeks vanuit het nieuwe regime. De Taliban, die het nu zogenaamd goed voor zouden hebben met vrouwen, media en mensenrechtenstrijders. Wer’s glaubt wird selig, zouden de Duitsers zeggen.
Waar kun je dan nog heen als je als onafhankelijke journalist je werk wilt blijven doen?
In de afgelopen jaren hebben Afghaanse mediawerkers - fixers, vertalers, chauffeurs, lokale journalisten – vaak met gevaar voor eigen leven – hun collega’s uit Nederland geholpen om op onafhankelijke wijze verslag te doen van de situatie in het land. Dat gevaar voor eigen leven wordt nu vele malen groter door de herovering van het land door de Taliban.
Voor deze groep heeft de NVJ samen met Free Press Unlimited lijsten kunnen opstellen en bij de Nederlandse overheid ingediend, zodat zij met hun families het land kunnen verlaten en in Nederland onderdak kunnen krijgen. Maar onze aandacht moet ook uitgaan naar de duizenden Afghaanse journalisten die vaak met Westerse steun de afgelopen jaren met open vizier kritisch verslag hebben gedaan in een land dat nu een duistere toekomst te wachten staat.
Ook deze groep collega’s, die juist door haar zichtbaarheid veel te vrezen heeft, verdient onze steun, zowel politiek als anderszins. Hoe armoedig is het dat we als rijk Westers land hen eerst verleiden om onafhankelijke journalistiek te gaan bedrijven en nu onze handen van hen af te trekken, uit angst voor een nieuwe vluchtelingenstroom?
De NVJ en Free Press Unlimited hebben talloze noodkreten ontvangen van Afghaanse journalisten en hun familie in Nederland. Vooralsnog kunnen we deze groep slechts verwijzen naar landen zoals Canada, die wel hun verantwoordelijkheid pakken en journalisten een visum verstrekken.
Met Free Press Unlimited en het Genootschap van Hoofdredacteuren heeft de NVJ het kabinet opgeroepen om alle bedreigde journalisten en mediawerkers asiel te verlenen. Bij deze herhaal ik graag deze oproep. Het is immers even goed een bittere plicht van Nederland om haar verantwoordelijkheid op internationaal niveau te nemen.
Thomas Bruning, algemeen secretaris
twitter@thomasbruning