Bestuursblog: Biechten

woensdag 7 december 2022

‘Mensen zoals jullie maken de publieke omroep kapot.’ Het citaat is van Marcel van Dam, toen de baas van de VARA. De locatie: een volle VARA-kantine aan de Heuvellaan in Hilversum. Als in een boze droom herinner ik mij nog de vinger van de baas die mijn richting uitwees. Het was toen, en het ging over cao-eisen van de NVJ. En als een cao ter sprake komt, is het geld altijd op. Dat is van alle tijden. Maar als Van Dam uithaalde was je gezien. Ik, een beginnend politiek redacteur, omringd door grootheden van VARA-programma’s. Het was muisstil. Ik bloosde en keek om mij heen. Ik noem geen namen, maar ik weet nog goed wie dat waren. 

Foto: Joris van Gennip

Voor deze herinnering ben ik nooit in behandeling geweest. De VARA was journalistiek voor mij een geweldige leerschool, voor empathie was je hier aan het verkeerde adres.

Er gaat een schok door Hilversum. De deksel is gelicht. Is onze werkomgeving gelijk Animal Planet? Ik vroeg het collega’s. Heb jij nog iets ergs meegemaakt, en hoe erg was ik? Nou ja, ik heb als toenmalig hoofdredacteur van de actualiteitenrubriek Netwerk KRO weleens tegen iemand gezegd: ‘Als het je niet bevalt, dan rot je toch op…’ Ooit het wandelend compromis genoemd, daarom voor mijn doen een krasse uitspraak. De betrokkene vertrok. En we zijn er beiden niet slechter van geworden. En die keer dat ik een redacteur toeriep: ‘Wat moet je thuis doen!’ De uitzending moest nog beginnen en hij dreigde huiswaarts te gaan.

Maar wat ik in de Volkskrant las over de omgangsvormen bij DWDD gaat elke fantasie te boven. Natuurlijk, in ons metier is God voor ons allen maar het werk gaat altijd voor. Ik meen dat het beroepseer heet. Adequaat is te zuinig, heel goed zijn is het doel. Toegegeven, deze regel vind je niet in het lijstje van de Principles of Journalism.

Uitkafferen, kleineren, misbruik van macht, het hoort allemaal niet bij de basisregels van ons vak. Wat mij in de berichtgeving over DWDD wel verbaast, is het gebrek aan onderlinge solidariteit op de redactie. Nu wil ik het niet te zwaar maken door Campert erbij te halen, maar ‘verzet begint niet met grote woorden maar met kleine daden’. Velen hebben gehoord en gezien wat niet kan. Ik heb het over de toekijkers: kijken hoe iemand verzuipt maar geen reddingspoging starten.

Waarom worden chefs plots his masters voice? Kortom, waarom zijn medewerkers te bang hun mond open te doen? Ja, nu, anoniem, en nog steeds bang voor represailles. Kan het erger? Het heeft alles te maken met een volstrekt gebrek aan veiligheid; een gebrek aan medezeggenschap, een gebrek aan normale (vaste) arbeidscontracten en een cultuur van ons-kent-ons.

Het onderzoek onder toezicht van Martin van Rijn moet over dit alles gaan. Maar het moet ook gaan over de organisatiestructuur van de Publieke Omroep. Daar is iets heel erg mis mee. Wie is daar de échte baas, wie legt verantwoording af en aan wie, wie gaat precies waarover? Waarom functioneren ondernemings- en redactieraden niet optimaal? En hoe kan het dat personeelsfunctionarissen of vertrouwenspersonen de andere kant uitkijken als je een ‘akkefietje’ aan de orde stelt.

Biechten, een spiegel voorhouden en het bestel anders inrichten. Daarover wil ik graag iets lezen in dat onderzoek.