‘Het vuur op de redacties is ontbrand. Dít is waarom wij er als NVJ zijn’

woensdag 10 januari 2024

Hun profielen zijn behoorlijk verschillend maar hun visie over de uitdagingen van het vak is dezelfde. Mogen we even voorstellen: duovoorzitters Folkert Jensma en Rowan Blijd. Beiden stellen dat 2024 een pittig jaar wordt. Gelukkig klinkt er ook hoop. ‘Dat we nu zo’n grote solidariteit hebben tussen vast en freelance is historisch. Het is de erkenning dat freelance voor vernieuwing zorgt en onontbeerlijk is voor de toekomst van het vak.’

Rowan Blijd en Folkert Jensma: 'We leven in een tijdperk van mega transitie en ik hoop dat we ons snel genoeg kunnen aanpassen.' Foto: Ruben Philipse

We treffen elkaar in Almere op verzoek van Rowan. Het is nog even kerstvakantie en op het middenterrein van het gloednieuwe horeca- en winkelcomplex maken kinderen plezier op een kunststof ijsbaantje. Het is twee maanden na de bestuursverkiezing waarbij Folkert Jensma en Rowan Blijd benoemd werden tot respectievelijk voorzitter en vicevoorzitter. In de nieuwe samenstelling werd gekozen voor het duovoorzitterschap. Logisch, vinden beiden. Folkert: ‘Of ik wil of niet, de voorzittersrol is ook een representatierol, maar de NVJ is zoveel meer dan het gezicht van de voorzitter. En Rowan is alles wat ik niet ben. Ze is veelzijdig, multimediaal, zelfstandige, werkt voor vrouwenbladen, is jong… ze heeft een langere toekomst dan ik. En ik heb een langer verleden. Ik heb profijt van de ervaring die ik in de afgelopen 43 jaar heb opgedaan en baat bij de tien jaar als leidinggevende. Ik ken de spagaat tussen werkgever en werknemer.’

Hebben jullie een rolverdeling afgesproken?

Rowan: ‘Folkert is als voorzitter het eerste aanspreekpunt. Als er onderwerpen zijn die beter in mijn straatje passen, dan komen die bij mij terecht. Zoals jongeren, innovaties en inclusie.’

Toen je je verkiesbaar stelde als vicevoorzitter noemde je de filterbubbel en het wantrouwen in de media als een paar belangrijke aandachtspunten. Eerder stelde je jezelf ook de vraag wat nou als er door internet een nieuw soort denken ontstaat, dat zelfs met goede journalistiek niet meer bij te sturen valt? Heb je inmiddels een antwoord op die vraag?

Rowan: ‘Nee, omdat we er middenin zitten. Het eerste covid-jaar heeft alles in een stroomversnelling gebracht; mensen raakten nog dieper in de rabbit holes. Dat was nieuw voor journalisten. De journalistieke consumptie gebeurt steeds meer op basis van plaatjes en headlines. Ik heb niet zozeer het idee dat we de grote meute aan het verliezen zijn, maar de manier waarop journalistiek en media worden gezien, verandert in rap tempo. Hoe groeien we daarin mee? Wat werkt goed en met een clean geweten? Hoe zorgen we ervoor dat we mensen vasthouden? Dat zijn heel veel vraagstukken.’

Zoals een voorganger van je eens opmerkte: als je de auto niet meer kunt repareren, moet je denken aan een ander concept van vervoer.

Rowan: ‘Precies. We leven in een tijdperk van mega transitie en ik hoop dat we ons snel genoeg kunnen aanpassen.’   

Folkert: ‘De rol en meerwaarde van de journalistiek worden minder makkelijk herkend en gewaardeerd. Snelheid versus kwaliteit en een betrouwbare afzender zijn de spreekwoordelijke uitdagingen. Wel hoor ik steeds meer de uitspraak: koop je informatie. Waardeer je informatie, zorg dat die betaald is en garandeer dat je de goede bron hebt. Dat klinkt natuurlijk als muziek in onze oren.’

Een mooi voorbeeld vind ik hoe freelancers en redacteuren in loondienst zich verenigd hebben bij de cao-onderhandelingen

Hoe zorgen we ervoor dat de beroepsgroep zich herpakt?

Folkert: ‘De beroepsgroep zelf is al moeilijk vast te grijpen, ze is zeer divers. De uitdaging is om journalisten er zich bewust van te maken dat ze een gemeenschappelijk fundament hebben. Daarvoor is ooit de NVJ opgericht. En die gedeelde belangen van persvrijheid, veilige arbeidsomstandigheden en honorering moeten we verdedigen.’

Zijn jullie daarin optimistisch?

Rowan: ‘Een mooi voorbeeld vind ik hoe freelancers en redacteuren in loondienst zich verenigd hebben bij de cao-onderhandelingen.’

Het afgelopen jaar stond in het teken van koopkrachtcompensatie, gevolgd door cao-onderhandelingen bij het uitgeverijbedrijf. Werknemers en freelancers trokken hierin gezamenlijk met elkaar op. Er kwam een werkonderbreking, een aangekondigde staking en vlak voor kerst een afspraak voor werkenden bij DPG Media, Mediahuis en FD Media Groep. Dat werknemers en freelancers zij aan zij stonden was een paar jaar geleden bijna ondenkbaar. Bij eerdere acties over de positie van freelancers kon het verhaal nauwelijks worden overgebracht dat de sector afstevende op een soort onbetaalde journalistieke mantelzorg als de tarieven nog verder onder druk kwamen. De zorgen om het behoud van kwaliteit en onafhankelijke journalistiek worden inmiddels gezamenlijk gedeeld.

Hoe kan de NVJ die solidariteit verder uitbouwen?

Rowan: ‘De storytelling van het vak moet kloppen en behapbaar zijn. Mensen moeten het verhaal begrijpen.’

Folkert: ‘Het vak diversifieert. Er komen nieuwe technieken bij, zoals audio- en dataredacties bij dagbladtitels, en die worden grotendeels gedragen door jonge freelancers. Ze hebben een enorme voorsprong in vaardigheden maar hun positie is omgekeerd evenredig aan de honorering die ze krijgen. De boodschap dat de toekomst afhankelijk is van nieuwe vormen en wordt gedragen door een nieuwe generatie journalisten, zorgt nu voor de omslag bij de vaste staf.’

Rowan: ‘Bij de publieke omroep kwam die lage waardering voor jonge journalisten ook voor, ook als je in vaste dienst was. Er werd volop gebruik gebruikgemaakt van je vaardigheden maar de lage schaalindeling sloeg nergens op. Veel jonge journalisten liepen hier tegenaan. Dan wordt een freelanceleven wel aantrekkelijker.’

Folkert: ‘De jongere generatie kijkt ook anders naar de balans werk-privé. Als je nieuwe technieken in huis wil halen moet je ook weten wat er omgaat in die groep. Dat we nu zo’n grote solidariteit hebben tussen vast en freelance is historisch. Het is de erkenning dat freelance voor vernieuwing zorgt en onontbeerlijk is voor de toekomst van het vak.’

Hoe houd je die verbondenheid vast?

Rowan: ‘De actiebereidheid in de afgelopen maanden was buitengewoon. Via app-groepen en online vergaderingen maakten journalisten van verschillende uitgeverijen kennis met elkaar.’

Folkert: ‘Die mensen willen we graag geïnteresseerd houden. In de afgelopen maanden heb ik gemerkt dat de belangstelling voor de NVJ enorm is toegenomen. Er is een grotere bereidheid om lid te worden. Ik hoop dat er ook een grote bereidheid is om met elkaar in gesprek te blijven over het vak. Ik weet dat de secretarissen die contacten warm houden. Hun aanwezigheid op de werkvloer heeft heel veel gedaan. Wais Shirbaz en zijn collega’s zijn inmiddels household names geworden op de redactie.’

Hoe heeft het bestuur deze periode beleefd?

Folkert: ‘De enquêtes over koopkracht brachten een schok teweeg. Er waren natuurlijk wel signalen, maar ik wist niet dat zoveel mensen financieel klem zaten. De verhalen werden onderling gewoonweg niet gedeeld. Aanvankelijk waren mensen nog een beetje onzeker, maar na de betrekkelijk afhoudende reactie van de werkgevers is het vuur wel ontbrand. Dit bracht bij mij naar boven dat dít hetgeen is waarvoor wij er zijn als NVJ. Dit moeten we tot een goed einde zien te brengen.’

Het leek ook dat het om meer ging dan alleen geld.

Rowan: ‘Zeker weten, het ging ook om erkenning en waardering.’

Folkert: ‘Ik heb hele boze freelancers gezien, freelancers die de afgelopen acht jaar nooit een verhoging hebben gekregen; geen enkele onderhandelingsruimte hadden; van wie veel werd verwacht, maar naar wie nooit werd geluisterd. Ik denk dat er interessante stappen zijn gezet. Er is niet alleen sprake van bewustwording onder journalisten, maar ook aan de andere kant van de onderhandelingstafel. Dat er uitgevers zijn die zeggen dat ze de verhalen hebben onderschat. Dat laatste mag wel op een Delfts blauw tegeltje. Ik wacht met spanning het vervolg af.’

In 2023 kregen we ook te maken met een verkiezingsuitslag die weinig geruststellend is voor het journalistieke klimaat. In welke mate houdt het bestuur zich hiermee bezig?

Folkert: ‘Dit is een topic waar we het continu over hebben. Tot nu toe heeft de frontman van de PVV zijn tweet over “tuig van de richel” niet willen terugnemen. We moeten de komende tijd wel een antwoord hebben als de nieuwe verhoudingen bekend zijn. Het is duidelijk dat we een ander tijdperk zijn binnengetreden. Voor de verkiezingen was PVV een oppositiepartij waar je je zorgen over kon maar en last van kon hebben bij demonstraties, maar dat was het wel. Nu breekt er mogelijk een andere tijd aan. Stel dat een voornemen om de financiering van de NPO af te schaffen wordt ingevuld? Dan komen we in een heel ander domein terecht, een serieuze bedreiging van de persvrijheid in dit land.’

Rowan: ‘Ik denk dat we sowieso lering kunnen trekken uit een aantal machtswisselingen in het buitenland en hoe daar wordt omgegaan met journalistiek en media door de powers that be. In NRC stond een interessant interview met John Morijn, hoogleraar recht en politiek in internationale betrekkingen, die waarschuwt om niet te denken dat het hier niet zo’n vaart zal lopen. Hij geeft een draaiboek van mogelijke gevolgen en geeft voorbeelden van landen waar populisme een machtsfactor is geworden met maatregelen die strijdig zijn met de Grondwet of mensenrechten.’

Er is een enorme diversiteit aan nieuwe, interessante mensen die ook actief zijn binnen de NVJ 

Hoe kijken jullie naar 2024?

Rowan: ‘Het wordt pittig. Ik wil positief zijn, maar we hebben veel om tegenop te boksen. Een belangrijk thema vind ik een sterke (publieke) omroep. Zeker nu DPG de overname van RTL heeft aangekondigd. Er komt een mega consolidatie aan en die is niet in het voordeel van de journalistiek.

Een ander thema vind ik innovatie, nieuwe vormen van journalistiek. We hadden het al over wantrouwen en desinformatie. Hoe gaan we om met nieuwe platforms? Zoals Cestmocro, een Insta-account met een miljoen volgers, vooral veel jongeren. Het deelt berichten uit de media en heeft een heel andere tone of voice. Ze geven niet zozeer een boodschap af maar doen door hun selectie wel aan beeldvorming.’

Folkert: ‘Dit zijn stromingen waar je niet op bent aangesloten, of die nieuw zijn.’

Rowan: ‘Of die je bent verloren.’

Folkert: ‘Wat doe je dan als beroepsvereniging in dit snel veranderende veld? De positieve toon is dat we hier bovenop zitten. Het bruist aan alle kanten, er is veel beweging, er is een enorme diversiteit aan nieuwe, interessante mensen die ook actief zijn binnen de NVJ. En de NVJ heeft een buitengewoon professioneel bureau.’

Rowan: ‘100%! Daar zie je een gedrevenheid om te zorgen dat anderen het goed hebben. Dit klinkt misschien wooshy maar tegelijkertijd denk ik dat je dit werk alleen kunt volhouden als je intrinsiek gemotiveerd bent.’

Dat geldt ook voor het bestuur. Je kunt het werk niet half doen.

Rowan: ‘Nee, je moet er vol in gaan. Ik heb wel even getwijfeld of ik me verkiesbaar wilde stellen. Ik heb een gezin, er komt gezinsuitbreiding, ik heb een baan… het is nogal wat. Maar als je dingen wil veranderen… Ik kan sowieso slecht tegen onrecht en scheve verhoudingen. En die zijn er, zeker voor jongeren. Een andere beweegreden is dat ik me er als programmamaker nooit bewust van was dat ik me bij de NVJ kon aansluiten of wat ik eraan zou kunnen hebben. Volgens mij is er nog een wereld te winnen aan jonge en non-traditionele journalisten en makers. En hoe pittig het ook is qua tijd en balans, ik leer ook ontzettend veel en die kennis wil ik graag ook overdragen aan mensen die aan willen sluiten.’


Rowan Blijd (1990), vice voorzitter van de NVJ, is Chef Video bij Libelle, en freelance moderator, presentatrice en dagvoorzitter. Ze werkte eerder onder andere voor KRO-NCRV.

Folkert Jensma (1957), voorzitter van de NVJ, is juridisch columnist bij NRC en was van 1996 tot en met 2006  hoofdredacteur van NRC Handelsblad