Mag dat, informatie openbaar maken zonder zienswijze te vragen?

Voor een artikel heb ik uitgebreid gecorrespondeerd met de burgemeester van een middelgrote gemeente. In deze vertrouwelijke correspondentie is van alles aan de orde gekomen. Ook zaken die absoluut niet voor andermans ogen bedoeld zijn. Tot mijn schrik ontving ik na publicatie van mijn stuk een brief van de desbetreffende gemeente. Ze zijn van plan om deze correspondentie openbaar te maken. Dit in het kader van een Woo-verzoek. Mag dat zomaar?

Antwoord

Nee. Niet zomaar.

Op 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) in werking getreden en heeft de Wob vervangen. De Woo heeft onmiddellijke werking. Dit betekent dat vanaf 1 mei 2022 alle besluiten (ook op ‘oude’ Wob-verzoeken) met inachtneming van de bepalingen van de Woo moeten worden genomen.

Net als onder de Wob moet een bestuursorgaan op grond van de Woo ‘derden’ die naar verwachting bedenkingen hebben bij de openbaarmaking op de hoogte brengen van het plan om bepaalde informatie te verstrekken in het kader van een Woo-verzoek. Zij moeten de kans worden geboden om een zogenaamde zienswijze in te dienen op het voornemen de informatie openbaar te maken. De zienswijze van de derde-belanghebbende wordt in de belangenafweging van het bestuursorgaan meegenomen.

Als journalist ben je natuurlijk groot voorstander van een transparante overheid en de openbaarmaking van stukken. Toch kunnen er goede redenen zijn waarom je niet wilt dat nu juist jouw correspondentie op straat komt te liggen. Nog los van privacyoverwegingen en het feit dat het hier vertrouwelijke journalistieke correspondentie betreft, kan het brongeheim in gevaar komen. In de correspondentie kan immers gevoelige informatie staan over klokkenluiders of andere bronnen. Ook wordt je journalistieke werkwijze bekend, wat weer consequenties zou kunnen hebben voor eventuele toekomstige verhalen.

Al deze argumenten kan in je je zienswijze naar voren brengen. Als het bestuursorgaan niet (volledig) overtuigd is door je betoog zal er een ‘uitgestelde verstrekking’ van de correspondentie plaatsvinden. Voordat er tot het daadwerkelijk openbaar maken wordt overgegaan, krijg je eerst de gelegenheid (doorgaans een termijn van twee weken) om door middel van een bezwaarschrift én een spoedprocedure bij de bestuursrechter het openbaarmakingsbesluit te schorsen totdat er in bezwaar daarover is beslist. Zolang de rechter geen beslissing heeft genomen, mag de gemeente de vertrouwelijke correspondentie niet openbaar maken. Je geheimen zijn dan voorlopig veilig.

Maarten van den Berg, NVJ Advocaten & Juristen


Heb je ook een kwestie die je aan onze juristen wil voorleggen? Mail naar juridisch@nvj.nl of kijk op nvj.nl/rechtshulp

juridisch mag dat zomaar