Naast de exploitatierechten komen de auteursrechthebbende ook de zogenaamde persoonlijkheidsrechten toe. Deze rechten beschermen de reputatie van de maker en de integriteit van het werk. Op basis hiervan kan de auteursrechthebbende optreden tegen aantasting van zijn werk of reputatie. Dit kan voorkomen als het werk zodanig wordt aangepast of veranderd dat er sprake is van 'verminking' van het werk.
Bij aantasting van de reputatie kun je denken aan de situatie dat de naam van de auteursrechthebbende niet wordt genoemd, of dat de maker bij gebruik van het werk in verband wordt gebracht met ideeën of partijen waarmee hij niets van doen wenst te hebben.
Anders dan de exploitatierechten kunnen de persoonlijkheidsrechten niet worden overgedragen. Vanwege het hoogstpersoonlijke karakter tussen de oorspronkelijke maker en zijn werk kan de maker ook ná overdracht van de exploitatierechten optreden tegen inbreuk op zijn persoonlijkheidsrechten, zoals gebruik zonder naamsvermelding, wijzigingen, misvorming en andere aantastingen van zijn werk. Wel kan de auteursrechthebbende afspreken afstand te doen van zijn persoonlijkheidsrechten en daarvan geen gebruik te zullen maken. Dit kan echter niet met betrekking tot het recht op te treden tegen verminking of aantasting. Hiertegen kan de maker altijd optreden - zelfs met andersluidende afspraken.