Het gerechtshof in Den Bosch heeft vandaag geoordeeld dat de cartoon van Ruben Oppenheimer over Theo Hiddema niet onrechtmatig is. De cartoonist had de strafpleiter in zijn cartoon ‘louche advocaat’ genoemd. De rechtbank in Maastricht oordeelde vorig jaar dat dit onrechtmatig is en veroordeelde Oppenheimer tot het plaatsen van een rectificatie. Tegen dat oordeel ging de cartoonist in hoger beroep.
Met succes, het gerechtshof vernietigt het oordeel van de Maastrichtse rechter. Het gaat hier namelijk om een satirische uiting; een vorm van maatschappelijk commentaar, die door overdrijving en uitvergroting beoogt te provoceren en te stoken. In zijn oordeel verwijs het hof expliciet naar rechtspraak van het Europees Hof voor de rechten van de Mens waaruit volgt dat de inperking van satire met bijzondere zorgvuldigheid moet worden onderzocht. En dat heeft het hof gedaan. De berichtgeving over Hiddema en privédetective Zuidema, die elkaar in de Telegraaf over een weer beschuldigen, was voor Oppenheimer voldoende aanleiding om zijn spottende mening te geven over Hiddema door hem in zijn cartoon louche advocaat te noemen. Daarnaast vond het gerechtshof van belang dat Hiddema zich meer dient te laten welgevallen dan de gemiddelde persoon, aangezien hij zelf regelmatig de publiciteit zoekt en ferme bewoordingen over anderen niet schuwt.
Alle omstandigheden afwegend komt het hof tot het oordeel dat de vrijheid van meningsuiting van Oppenheimer het zwaarst weegt.