Onderzoekers bevestigen kritiek NVJ op PCM

maandag 15 december 2008

Vandaag hebben de onderzoekers, die de Ondernemingskamer heeft benoemd om de gang van zaken binnen PCM in verband met de komst en vertrek van APAX te onderzoeken, hun bevindingen bekend gemaakt. NVJ en FNV KIEM zijn in augustus 2007 een enquêteprocedure gestart bij de Ondernemingskamer, omdat zij ernstige twijfels hebben aan de juistheid van het binnen PCM gevoerde beleid. In een beschikking van 10 januari 2008 heeft de Ondernemingskamer aangegeven deze twijfels te delen en bepaald dat er een onderzoek moest komen.

NVJ en FNV KIEM constateren dat de onderzoekers grondig te werk zijn gegaan. In een uitgebreid rapport (meer dan 350 pagina’s) gaan zij op de onderwerpen in die door NVJ en FNV KIEM bij de Ondernemingskamer zijn aangekaart.

De onderzoekers wijzen op het bijzondere karakter van de onderneming PCM. De dagbladen die PCM uitgeeft spelen een belangrijke rol in de meningsvorming in een democratisch bestel en dragen bij aan de instandhouding van pluriforme media. De vakorganisaties constateren dat de onderzoekers ook van mening zijn dat deze publieke functie zich slecht verdraagt met de keuze om met een private equity fund als APAX in zee te gaan, dat primair als doel heeft om een zo hoog mogelijk rendement op zijn investering te behalen. Met name de NVJ, als vakorganisatie voor journalisten en als bewaker van een pluriforme media, is blij met deze erkenning die ook van invloed kan zijn op andere mediabedrijven/dagbladondernemingen.

Een belangrijk punt van kritiek van de NVJ en FNV KIEM was de wijze waarop de financiering heeft plaatsgevonden bij de binnenkomst van APAX. Het onderzoek toont aan dat PCM als onderneming er na de APAX-periode er aanmerkelijk slechter voor staat dan daarvoor. De onderzoekers wijzen op de gevaren van het financieren van overnames met (maximale) schuldenlast. Indien de binnen de financiële wereld gebruikelijke praktijkmaatstaven waren gehanteerd binnen PCM, dan zou PCM het naar alle waarschijnlijkheid niet overleefd hebben.

De onderzoekers wijzen op een falen van de aansturing en besluitvorming binnen PCM in de jaren 2004-2007. Falen van aandeelhouders, de Raad van Commissarissen en Raad van Bestuur, die op essentiële momenten onvoldoende hebben gefunctioneerd. De onderzoeker geven aan dat het feit dat de opeenvolging van negatieve ontwikkelingen niet acuut tot problemen voor PCM hebben geleid, vooral te wijten is aan de kracht van de titels binnen PCM en de resultaten van ThiemeMeulenhoff. De vakorganisaties delen deze conclusie. Dankzij het feit dat het personeel zijn werk goed is blijven doen, is PCM overeind gebleven. PCM is dan ook, zoals de onderzoekers stellen, niet zozeer dankzij, maar eerder ondanks het handelen van de organen op holdingniveau de onderneming overeind gebleven.

Ook het feit dat de kosten van de adviseurs van de kopers, waaronder APAX, op PCM zijn afgewenteld, stuit op kritiek van de onderzoekers.

De managementparticipatieregeling die is opgesteld bij binnenkomst van APAX, werd eveneens bekritiseerd door NVJ en FNV KIEM. Deze bevatte verkeerde prikkels. Gevolg van deze regeling is geweest dat, terwijl PCM in de jaren dat APAX binnen was verliezen heeft geleden en de vermogenspositie aanzienlijk verslechterd is, de leden van het management forse winst hebben gemaakt, omdat de participatieregeling gekoppeld was aan de verkoopprijs die APAX heeft ontvangen. Ook hieraan besteden de onderzoekers kritische woorden..Zij concluderen dat de wijze waarop de managementparticpatieregeling binnen PCM is vormgegeven en afgewikkeld de onjuistheid aantoont van de aan de regeling ten grondslag liggende uitgangspunten. Een belangrijk manco van de regeling is dat de beloning van het management niet is gekoppeld aan de resultaten van PCM, maar aan de verkoopprijs die APAX voor zijn investering heeft gekregen.

Al deze punten bevestigen de opvatting van NVJ en FNV KIEM dat de wijze waarop de financiering van PCM heeft plaatsgevonden en het beleid dat is gevoerd de toets der kritiek niet kan doorstaan. Uit het onderzoeksrapport zijn vele wijze lessen te trekken over de wijze van financiering van overnames door private equity funds e.d. Het is te hopen dat de financiële wereld deze kritiek ter harte zal nemen. Vakorganisaties en ook ondernemingsraden zullen hier in ieder geval veel uit kunnen halen, dat zij kunnen gebruiken in de toekomst bij de beoordeling van voorgenomen overnames.

Een belangrijke reden voor NVJ en FNV KIEM om de enquêteprocedure te starten was de roep vanuit hun achterban, dat er een grondig onderzoek moest komen naar de gang van zaken binnen PCM. Ze constateren dat het nu voorliggende rapport daaraan voldoet.

Inmiddels heeft PCM, middels een persverklaring al een aantal voorstellen gedaan om te komen tot wijzigingen. NVJ en FNV KIEM zullen de komende tijd het rapport uitvoerig gaan bestuderen en de voorgestelde wijzigingen door PCM kritisch bestuderen. Zij zullen dit gaan bespreken met hun leden en met hun adviseurs.

Binnen twee maanden moet beslist worden of de volgende stap in de enquêteprocedure gezet gaat worden. Deze bestaat eruit de Ondernemingskamer te verzoeken om vast te stellen dat er sprake is geweest van wanbeleid en eventueel te vragen om voorzieningen op te leggen. Bij de beslissing of daartoe wordt overgegaan zal de inhoud van het rapport, de ontwikkelingen binnen PCM en de opvatting van de leden en deskundigen betrokken worden. Wij gaan er van uit uiterlijk eind januari 2009 met een beslissing te komen.