Met zijn mededeling dat zzp’ers de ‘onrendabele uren’ kunnen meetellen om voor de zelfstandigenaftrek in aanmerking te komen, toont minister Jan Kees de Jager zijn minachting voor zzp’ers. Dat vindt de NVJ, samen met de zzp-organisaties van FNV. Die uren telden namelijk altijd al mee. De Jager reageerde met zijn voorstel op de e-mail die NVJ- en FNV-leden konden sturen met de vraag om mild om te gaan met het urencriterium. Binnen enkele dagen ontving het ministerie 1200 mails.
De niet-declarabele uren telden altijd al mee voor de zelfstandigenaftrek. Vanzelfsprekend hebben zzp'ers die minder gemakkelijk opdrachten binnenkregen, meer tijd aan acquisitie besteed. Of ze hebben nascholing ter hand genomen of een nieuwe versie van hun website. Stuk voor stuk activiteiten die voor de zelfstandigenaftrek meetellen omdat ze mede de onderneming in stand houden.
Ellie Speet van de NVJ noemt het minachting van de minister, in plaats van een steuntje in de rug. Volgens voorzitter Charles Verhoef van FNV Zelfstandigen Bouw heeft De Jager er zelfs nooit de regels op nageslagen.
Vorige week vroegen de vier zzp-organisaties van de FNV hun leden om de minister per e-mail te vragen van strenge handhaving van het urencriterium af te zien bij de belastingaangifte over 2009. Wie geen 1.225 uur heeft gewerkt, komt niet langer in aanmerking voor de zelfstandigenaftrek. Dat betekent dat zzp'ers die al een klap van de crisis kregen, straks méér belasting betalen dan waarop het ministerie had gerekend.
In een persbericht laat het ministerie weten dat morgen in de Staatscourant een 'beleidsbesluit' verschijnt dat zzp'ers bij het invullen van hun belastingpapieren onrendabele uren kunnen meetellen. De NVJ en de zzp-organisaties van FNV, en FNV KIEM, gaan door met hun e-mail actie. ‘Onze leden zullen de minister ongetwijfeld hun boosheid willen laten blijken over dit volstrekt overbodige beleidsbesluit.’
Het steekt dat de minister nu met een loos gebaar goede sier probeert te maken. ‘Kennelijk zijn de binnengekomen 1200 mails nog niet genoeg. We moeten maar eens op de stoep gaan staan’, vindt Charles Verhoef.