De kracht en urgentie van regionale journalistiek

donderdag 26 april 2018

Goede, degelijke en onafhankelijke journalistiek in de regio staat onder druk. De regionale dagbladen moeten bezuinigen en lokaal is het beeld niet veel beter. Hoe blijven redacties overeind? Hoeveel is ons de regionale journalistiek waard en welke rol kunnen gemeenten hierin spelen? Daarover ging het NVJ-debat Van de Straat naar de Raad, onder leiding van moderator Klaske Tameling.

V.l.n.r. Robert Strijk, Wijnand Nijs, Klaske Tameling, Hans van Keken en Koos Maarleveld (foto: Sean van der Steen)

Hans van Keken van de redactie Eemland (De Gooi en Eemlander) woonde twee maanden in een flatje in Smitsveen. Een probleemwijk in Soest met elke dag wel ergens overlast. ‘Smitsveen staat altijd negatief in het nieuws, maar we zijn als journalisten gewend om te praten over mensen en niet mét mensen.’ Van Keken kreeg van woningcorporatie Portaal een flat toegewezen en van daaruit schreef hij elke dag over de wijk. Het project bleef niet onopgemerkt: vanuit Soest en verre omstreken kreeg Van Keken reacties. ‘Het was bijzonder, maar moet het wel zo bijzonder zijn? Het gaat om de aandacht voor mensen. We doen dit veel te weinig.’

Wat Van Keken gedaan heeft, behoort niet tot de mogelijkheden van Wijnand Nijs, hoofdredacteur/eigenaar van BredaVandaag. ‘Ik kan het niet doen, omdat ik dan veel andere dingen moet laten liggen.’ De lokale nieuwssite BredaVandaag voorziet in een behoefte. ‘Het is goed om concurrentie te hebben in een stad; BN De Stem was dat niet meer gewend. Zoiets heeft niet alleen gevolgen voor de politiek maar ook voor de burgers die geen stem meer hebben.’

Het aanbod van de nieuwssite varieert van grote tot kleine onderwerpen, van geredde eendjes, de weersverwachtingen voor Koningsdag, afvalproblemen, tot parken met zonnepanelen en interviews met wethouders. Het verdienmodel is gebaseerd op het aantal clicks. ‘Dat bepaalt wel je keuze van het nieuws.’ Vorig jaar dreigde BredaVandaag bijna om te vallen. ‘Er kwamen zoveel reacties los, die aangaven dat er enorm veel behoefte is aan lokale journalistiek.’ Inmiddels is BredaVandaag door overname gered.  

Lokaal is een internationaal probleem

Een goed businessmodel voor regionale en lokale journalistiek is lastig. Maar weinig mensen zijn bereid ervoor te betalen. Het probleem zit ’m dus niet in het product. Of toch wel een beetje? Onderwerpen die burgers belangrijk vinden, worden namelijk nauwelijks opgepikt door de lokale media, zo blijkt uit onderzoek van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. Als voorbeeld wordt de zorgsector genoemd. Hieruit zou je kunnen afleiden dat journalisten nog te weinig moeite doen om de informatiebehoefte te peilen.

Volgens Thomas Bruning, algemeen secretaris van de NVJ, is de verschraling een internationaal probleem. ‘Het is niet dat we het niet goed doen in Nederland. Dezelfde ontwikkelingen zie je in de Verenigde Staten en Canada, namelijk dat er heel moeilijk geld is te verdienen met regionale journalistiek en dat freelancers erbarmelijk laag betaald worden. Het is een illusie om te denken dat het probleem is opgelost als journalisten meer over zorg gaan schrijven. Dat is niet zo. Waar het wel om gaat is dat je aanwezig bent.’

Veel meer vinger aan de pols houden, zegt ook Hans van Keken. ‘We zitten te veel in coconnetjes van journalisten en bestuurders, niet in die van burgers.’ Zou Van Keken dan bereid zijn om ook twee maanden in een verzorgingstehuis te wonen? ‘Als ik daarvan het belang zou inzien, dan zou ik daar zeker voor vechten om dat voor elkaar te krijgen.’

Haagse Luis in de Pels

Er zijn verhalen waar je echt als journalist in wil duiken. Lukt dat niet, dan kan een mediafonds een oplossing of een deel van de oplossing zijn. In Nederland is inmiddels een aantal initiatieven van start gegaan. In Den Haag gebeurt dit via indirecte steun aan de lokale omroep en aan het fonds Luis in de Pels, dat politieke en onderzoeksjournalistiek voor de regio Haaglanden steunt. Het fonds ontvangt subsidie van de gemeente, alsook donaties en schenkingen van particulieren. ‘Wij zien ook de verschraling op de perstribunes bij raadsvergaderingen’, zegt Koos Maarleveld van de gemeente Den Haag. ‘Er moet iets gebeuren. Wij kunnen niet het nieuws maken, onze stadskrant is een marketinginstrument. Luis in Pels biedt steun aan media en journalisten bij het uitoefenen van hun functie als waakhond van de lokale democratie.’  

Mediafonds Leiden

De gemeente Leiden reserveert voor de komende vier jaar jaarlijks 250.000 euro ter versterking van de journalistiek in de regio Leiden. Veel gemeenten praten over mediafondsen, maar het heeft geen zin om het bij praten alleen te houden, vindt wethouder Robert Strijk. ‘De stad is een gemeenschap. Die moet je kunnen duiden en lokale media dragen hierdoor bij aan de gemeenschap.’ Nu is het in Leiden nog niet zover dat de media verdwijnen, maar ze staan wel onder druk. ‘Daar acteren we op’, zegt Strijk. Bovendien zijn meer media in algemene zin geen garantie voor meer kwaliteit. Of zoals Thomas Bruning het noemt: ‘een volle etalage met lege dozen.’

Het Leids Mediafonds heeft een bestuur dat uit vijf onafhankelijke leden bestaat, die benoemd zijn op grond van hun ervaring in de journalistiek. Het is aan dit bestuur om de aanvragen te beoordelen. Zo moet het product over de Leidse regio gaan en moet het impact en maatschappelijke relevantie hebben. Niet de media, maar de journalisten dienen de aanvraag in. Wel kunnen ze in dienst zijn van bijvoorbeeld het Leidsch Dagblad. De journalistieke producten moeten er dus toe doen. Robert Strijk hoopt dat de impact van het Mediafonds en wat daaruit voortvloeit aantoonbaar is de komende jaren. ‘Wat ik vooral hoop is dat met mediafondsen de onderzoeksjournalistiek toeneemt en ook het belang van de regionale en lokale media.’

Kwetsbaar

Mediafondsen zijn niet ideaal, vindt Thomas Bruning. Er zit immers een kwetsbaarheid in zo’n systeem want echte continuïteit kun je niet garanderen. Toch omarmt hij mediafondsen, zolang de minister niet komt met structurele oplossingen. ‘Er is weliswaar jaarlijks 5 miljoen toegezegd voor onderzoeksjournalistiek, maar anderzijds wordt 30 miljoen opgehaald uit de btw-verhoging.’

Gelukkig zijn er fondsen die hoop geven, zowel in eigen land als in het buitenland. Zo is Bruning is gecharmeerd van het Amerikaanse initiatief Report for America, een door private fondsen gefinancierd project, waardoor zeker 1.000 regionale journalisten aan de slag kunnen. Ook het project Het Verdwenen Groningen van het Dagblad van het Noorden is een goed voorbeeld, dat mede mogelijk werd gemaakt door de provincie Groningen. Bruning: ‘Ik geloof in de redactionele kracht en urgentie van de regionale en lokale journalistiek en media.’

 

De regio vecht terug

Het debat ‘Van de Straat naar de Raad’ maakte deel uit van het regiodebat ‘De regio vecht terug’, dat op 25 april werd georganiseerd door het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. Op die dag werd het onderzoek van het Stimuleringsfonds gepresenteerd over het gebruik van lokaal nieuws en de invloed op het stemgedrag rond de gemeenteraadsverkiezingen. Enkele conclusies uit dit rapport:

  • Wie lokaal nieuws gebruikt, is eerder geneigd te gaan stemmen;
  • Gebruikers van lokaal nieuws hebben behoefte aan onderwerpen als zorg, veiligheid en hete hangijzers, maar media brengen nieuws over campagne, schandalen en 112-nieuws;
  • Lokale nieuwsgebruikers zijn geïnteresseerd in lokale politiek, daar liggen kansen voor regionale en lokale media.