Hoofdpunten principeakkoord CAO-Dagblad

dinsdag 2 februari 2010

Vorige week bereikte de NVJ samen met werkgevers een principeakkoord CAO Dagbladjournalisten 2009- 2010. Alle dagbladjournalisten gaan er in 2010 bruto 1,4% op vooruit. Op de redacties kunnen jonge journalisten boven de sterkte worden aangenomen (1 jonge journalist op 60 redacteuren). De NVJ gaat een onderzoek doen naar de invoering van het beoordelingssysteem. De NVJ zal de komende maanden bezoeken brengen aan alle redacties.

PRINCIPE-AKKOORD CAO VOOR DAGBLADJOURNALISTEN 1 APRIL 2009 TOT EN MET 31 DECEMBER 2010

Op 20 januari 2010 hebben de onderhandelingsdelegaties van de vereniging De Nederlandse Dagbladpers (NDP), groepsvereniging binnen het Nederlands Uitgeversverbond (NUV), en de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) na vier onderhandelingsronden een principe-akkoord bereikt over een nieuwe CAO voor Dagbladjournalisten.
Het principe-akkoord, dat met positief advies aan de leden ter goedkeuring wordt voorgelegd, omvat de volgende hoofdpunten:

1. Looptijd
Een looptijd van 21 maanden: van 1 april 2009 tot en met 31 december 2010.

2. Salarisschalen
De salarissen en salarisschalen worden niet verhoogd.

3. VUT-premie 2010
Het werknemersdeel van de VUT-premie in 2010, t.w. 1,4% van de VUT-grondslag, wordt éénmalig, voor het jaar 2010, voor rekening van de werkgever afgedragen. Partijen verwachten dat VUT-premieheffing na 2010 niet meer nodig zal zijn. Indien in de loop van 2010 mocht blijken dat na 2010 een restfinanciering t.b.v. de VUT overblijft, is dat gegeven onderdeel van het CAO-overleg 2011.

4. Instroomproject Jonge Journalisten
Er wordt in de periode 2010-2012 een nieuw Instroomproject Jonge Journalisten gerealiseerd, gelijk aan de opzet en spelregels van het Instroomproject 2008-2010 (P2.1 van de CAO-DJ 2007-2009).

5. Pensioen
De CAO Minimum Pensioenvoorwaarden voor Dagbladjournalisten kent een looptijd tot en met 31 december 2009 en heeft nawerking. Een paritaire studiecommissie richt zich op de vaststelling van minimum pensioenvoorwaarden waaraan pensioenregelingen voor dagbladjournalisten dienen te voldoen. De vorm waarin de minimum pensioenvoorwaarden worden gegoten, is onderwerp van overleg in de paritaire studiecommissie. De commissie rapporteert in de loop van het jaar 2010.
De Pensioenkamer blijft gedurende het jaar 2010 bestaan om lopende zaken af te wikkelen en haar toetsingsrol te blijven vervullen. Voor de financiering van de werkzaamheden van de Pensioenkamer is de werkgever in 2010 een bijdrage verschuldigd van 0,013% van de gemaximeerde SV-loonsom.

6. Evaluatie beoordelingssystematiek
Werkgevers zullen hun medewerking verlenen aan een onderzoek dat door de NVJ in 2010 zal worden gedaan naar de beoordelingssystematiek behorend bij het loongebouw. Partijen erkennen de noodzaak van een goedwerkende beoordelingssystematiek waarvan de uitgangspunten zijn vastgelegd in de CAO.

7. Modernisering van de CAO
De paritaire studiecommissie Modernisering van de CAO zal haar werkzaamheden vervolgen en rapporteert gedurende de looptijd van de CAO. Indien de bevindingen van de commissie tijdig beschikbaar zijn en inhoudelijk daartoe aanleiding geven, zullen CAO-partijen gedurende de looptijd van deze CAO al overleg plegen over de beoogde toekomstige modernisering. Voor zover uit de modernisering van de CAO wensen voortvloeien die aanvullende financiering behoeven, zal in het
voorkomende geval naast andere mogelijke oplossingen/bronnen o.m. de premievrijval van de VUT betrokken kunnen worden.

8. Onderzoek naar payrollconstructies
Partijen zullen gedurende de looptijd van de CAO een onderzoek doen in hoeverre op redacties gebruik wordt gemaakt van gedetacheerde journalistieke medewerkers op basis van zgn. payroll- of uitzendconstructies om te beoordelen of er mogelijk sprake is van ongewenste situaties. De resultaten van het onderzoek worden ingebracht in de studiecommissie Modernisering van de CAO.

9. Fiscaal vriendelijke verrekening contributie NVJ
De uitvoering in de praktijk van artikel 9.7 van de CAO zal op secretarieel niveau door NVJ en NDP worden beoordeeld. Uitgangspunt is dat alle NVJ-leden kunnen profiteren van een fiscaal voordeel. Waar nodig worden de verschillende werkgevers terzijde gestaan bij de uitwerking van de gemaakte afspraken ter zake.

10. Beëindiging van de CAO
In de CAO wordt de bepaling opgenomen dat na ommekomst van de looptijd de CAO van rechtswege verstrijkt zonder dat opzegging door partijen zal zijn vereist.