Elke stad haar eigen kattennieuwsdienst

woensdag 1 februari 2017

‘Het zou de lokale en regionale politiek sieren als ze hun hartverwarmende steunbetuigingen omzetten in concrete beleidsmaatregelen om de regionale journalistiek te ondersteunen.’ Dit zei algemeen secretaris van de NVJ, Thomas Bruning, afgelopen dinsdagavond tijdens een debat over de toekomst van het Haarlems Dagblad naar aanleiding van de reorganisatieplannen bij HMC.

Als ik denk aan regionale journalistiek, dan denk ik aan Minoes, het boek van Annie M.G. Schmidt.  Hierin legt de wat sullige journalist Tibbe, ondersteund door de scherpe en elegante poes/dame Minoes (de echte journalist in het verhaal) en haar kattennieuwsdienst een milieuschandaal bij de plaatselijke fabriek bloot, dat de burgemeester en fabrieksdirecteur verborgen hadden willen houden.

Maar daarmee hadden de burgemeester en de directeur dus buiten de kattennieuwsdienst gerekend, die dankzij een fijnmazig netwerk binnen het stadje (met de burgemeesterspoes, de poes van de pastoor etc.) zorgt voor uitstekende informatie en bronnen. Maar zo fijn overzichtelijk is de stad en mediawerkelijkheid anno 2017 natuurlijk niet meer. Met alleen het brengen van nieuws en informatie kom je er niet meer als journalist.

Nieuws en informatie verspreiden kunnen bedrijven, overheid en politici inmiddels zelf ook wel, via eigen websites, videokanalen en social media accounts. Donald Trump heeft ruim 22 miljoen volgers op Twitter, Wilders driekwart miljoen, dat zijn er meer dan menig nieuwsmedium in de VS en NL.

Maar de publieke functie van de journalistiek, het op onafhankelijke en evenwichtige wijze informeren van het publiek en het controleren van de macht, staat nog altijd als een paal boven water.  Meer dan ooit, want de behoefte aan “echt” nieuws, dat niet afkomstig is van een bron met een bepaald belang, is groot. Uiteindelijk zit de oplossing voor een goed geïnformeerde burger niet in een twitterende burgemeester of de communicatie-afdeling van het lokale bedrijf. Het blijft de journalist die vanuit onverdachte rol weet wat er speelt in de stad en dat op aantrekkelijke wijze weet te vertellen.  

Voor die informerende en controlerende rol zijn professionals nodig die actief onderdeel uitmaken van onze samenleving. Dat begint op lokaal en regionaal niveau. Net als een wijkagent of huisarts vervult een regionale journalist een wezenlijke maatschappelijke rol.  Daarvoor moet een regionaal journalist herkenbaar en benaderbaar zijn, een buurtgenoot, die weet wat er speelt. In die rol als zichtbare buurtgenoot weten lokale bronnen hem of haar goed te vinden, juist als in een probleemwijk de vlam nog niet in de pan geslagen is of een sluimerend milieuprobleem nog geen onomkeerbare schade heeft veroorzaakt.

Een krantenpoes dus in Schalkwijk, bij Hoogovens en bij concertzaal Philharmonie.

Zichtbaar en benaderbaar is anno 2017 natuurlijk fysiek én digitaal aanwezig zijn in een lokale community, zodat de journalist voeling houdt met zijn publiek en regio. Dat vergt investeringen van regionale mediabedrijven, tegen de klippen van de ontwikkeling van de advertentiecijfers en de print-oplage op.

Daarvoor is een visie nodig voor de rol, die de regionale journalistiek kan vervullen in een digitaal tijdperk, waarbij voor de gedrukte krant uiteindelijk een minder belangrijke rol zal zijn weggelegd, maar voor regionale journalistiek een blijvende en wezenlijke rol.

Behalve visie is ook uithoudingsvermogen nodig, want de noodzakelijke investeringen hiervoor zullen niet altijd morgen of de eerstvolgende jaren hun geld opleveren.  Die bereidheid om te investeren in de krant, het geloof in een waardevolle toekomst, dat is wat in ons  gevoel ontbreekt in de huidige plannen van het TMG-concern, de eigenaar van deze krant. Die willen vooral kosten snijden om op korte termijn winstgevend te blijven, zonder een wenkend perspectief voor de lezer en regio te presenteren.

Onze zorg gaat verder dan het verlies van journalistieke werkgelegenheid, het gaat om het toekomst willen geven aan de verbindende en controlerende functie van de regionale journalistiek. Ik ben ervan overtuigd dat die rol op termijn ook weer kan groeien en economisch lucratief kan zijn.

Op termijn, dus investeerders met uithoudingsvermogen en hart voor de journalistiek zijn daarbij cruciaal. Én een overheid, die een stimulans wil geven aan dit soort investeerders, op een manier die juist de publieke journalistieke taak ondersteunt de komende jaren. Dat is in ons aller belang en juist alle steunbetuigingen die de afgelopen weken zijn binnengekomen bij de kranten hier in de omgeving bewijzen in mijn optiek het brede draagvlak voor de regionale journalistiek. Bedrijfsleven, politiek en burger, allen zien de meerwaarde.

Regionale journalistiek verbindt, zoveel is zeker.

De afgelopen jaren hebben de redacties zich al stap voor stap verder teruggetrokken uit de dorpen en steden, ook hier in de regio. Nu al wordt de krant met bijna de helft minder mensen gemaakt dan vijftien jaar geleden. Dat bezuinigen op die journalistieke kern kent een grens, en is in onze ogen echt bereikt.

De oplossing zit er niet in om vanuit een kantoor in A’dam Sloterdijk de regionale krant te maken, om met slecht betaalde freelancers een krant te vullen, waarin het regionale hart ontbreekt, met het lokale nieuws als inlegvel bij een landelijke krant. Journalisten moeten een verbindende en controlerende rol kunnen spelen in hun lokale gemeenschap, kritische vragen stellen aan lokale politici, problemen in een vroeg stadium signaleren en agenderen, maar ook oplossingen aandragen en mensen een stem kunnen geven. Via gedegen onderzoek en een breed netwerk, zichtbaar in de wijk of in de stad.

Het journalistieke vak verliest haar meerwaarde als lokale journalistiek vooral vakken vullen wordt met een zo klein mogelijke redactie, als journalisten alleen nog maar aan het einde van het proces verslag mogen doen. Als de geest uit de fles is en het kalf verdronken. 

Er moet een ander plan komen voor de toekomst van onze regionale krant.  Eentje waarin geïnvesteerd wordt in professionele, lokale correspondenten in dorpen, wijken en steden. Een plan waarin de verbinding wordt gezocht, die de krant zo sterk heeft gemaakt. Er is niets tegen slimme samenwerking met andere redacties binnen een groot concern. Maar een regionale krant moet eigen keuzes kunnen maken, met een eigen smoel en een stevige redactie.

Onze oproep aan TMG en haar mogelijke nieuwe eigenaren: investeer in de regionale journalistiek, in lokale digitale communities. Investeer in een vernieuwend platform, waar burgers zich onderdeel voelen van een gemeenschap, waarbinnen de regionale redactie de spil is. Voor ons is het evident dat zowel de regionale omroep als de regionale kranten daarbij ondersteund zouden moeten worden. Het is een welgemeend eigenbelang van ons allen. En dergelijke belangen krijg je niet cadeau. Daar is publiek geld voor nodig. 

Het zou de lokale en regionale politiek sieren als ze hun hartverwarmende steunbetuigingen ook omzetten in concrete beleidsmaatregelen om de regionale journalistiek te ondersteunen. Vanuit de NVJ hebben we daarvoor praktische en werkbare voorstellen, die in andere landen uitstekend functioneren én de onafhankelijkheid van die media niet in gevaar brengen. Zoals in Denemarken, waar regionale krantenredacties ook met publiek geld ondersteund worden.  

Dus collega’s politici, graag boter bij de vis!

De lokale democratie verdient een sterke regionale krant, een eigen kattennieuwsdienst met een betrokken eigenaar én een beter politiek mediabeleid.