Wie mij kent weet dat ik niet alleen vanachter de bestuurstafel de positie van de fotojournalist behartig, maar hiermee ook praktijkgericht aan de slag ga, onder andere in de zaak tegen DPG Media.
Wie mij kent weet dat ik niet alleen vanachter de bestuurstafel de positie van de fotojournalist behartig, maar hiermee ook praktijkgericht aan de slag ga, onder andere in de zaak tegen DPG Media.
Foto: Dingena Mol
Als freelancers zagen we destijds geen andere mogelijkheid om naar de rechter te stappen, omdat DPG weigerde mee te werken aan een procedure bij de Geschillencommissie Auteurscontractenrecht. De kantonrechter oordeelde in 2019 dat de regionale tarieven van DPG Media te laag zijn en stelde ze met ruim 50 procent naar boven bij. DPG ging in hoger beroep.
Gemotiveerd door deze uitspraak stonden twee collega-freelancers op, die ook een rechtszaak startten tegen hun opdrachtgever. Op 24 maart was ik bij de eerste zitting van deze nieuwe rechtszaak van fotojournalist Peter Nicolai en schrijvend journalist Hans Teunissen versus DPG Media.
Op 7 april was ik zelf aan de beurt bij het gerechtshof in het hoger beroep, aangespannen door DPG. Wat mij verheugde tijdens beide gelegenheden, was de grote betrokkenheid van collega’s. Er waren veel geïnteresseerde collega’s aanwezig. Het gaf mij een positieve boost om als individu, gesteund door een flinke groep sympathisanten, de rechtszaal te betreden. De aanwezigheid van collega’s onderstreepte nog eens het belang van de zaak. Ook naar het hof toe is dit een belangrijk signaal.
Het laat zien dat niet alleen deze vier freelancers maar een belangrijk deel van onze beroepsgroep ervan overtuigd is, dat journalistiek een vak is dat door professionals moet worden uitgeoefend. En dat daar professionele, billijke tarieven bij horen. Journalistiek heeft immers een prijs!
Inhoudelijk ga ik verder niet in op de zaak. Wat ik wel kan zeggen is dat het hof beide partijen vier weken de tijd geeft om tot een schikking te komen die recht doet aan de onze zaak. Lukt dit niet voor 11 mei dan zal het Hof op 21 juni arrest wijzen.