Advocaat Otto Volgenant: ‘Onze voorbeelden tonen aan hoe onredelijk deze tarieven zijn’

donderdag 28 maart 2019

Op woensdag 3 april dienen de rechtszaken die fotojournalist Ruud Rogier en freelance journalist Britt van Uem hebben aangespannen tegen De Persgroep. Hun inzet: een hoger tarief voor hun geleverde opdrachten. Niet eerder is er binnen deze sector geprocedeerd voor billijke tarieven. Otto Volgenant van Boekx Advocaten, advocaat van beide freelancers, legt het belang uit van de rechtszaak, de inzet van beide partijen en de mogelijke scenario’s. ‘Dit zijn mensen die gewoon goed werk hebben geleverd.’

Wat is het belang van deze rechtszaak?

‘Het gaat om twee losse rechtszaken van twee individuele freelancers. Ruud Rogier, een regionale fotojournalist uit Brabant en Britt van Uem, een regionaal schrijvend freelance journaliste uit Twente. Zij leggen aan de rechter voor of de betaling die ze hebben ontvangen voor een bepaald aantal opdrachten billijk is. Zij vinden zelf van niet, gezien het werk en de uren die zij hebben besteed aan de opdrachten en de exploitatie van hun werk door De Persgroep.’

Ze zijn destijds wel akkoord gegaan.

‘Ja en dat zal ook zeker onderdeel zijn van de discussie. De vraag is hoe vrij je bent als freelancer in dit speelveld. De freelancers zeggen: het is slikken of stikken met De Persgroep; met haar algemene voorwaarden en haar tarieven. Er valt niet te onderhandelen, de enige opties zijn niet akkoord gaan en geen opdracht krijgen, of wel akkoord gaan maar alleen voor dat bedrag. Er bestaat een heel onevenwichtige verhouding tussen de freelancer die het in zijn eentje moet opnemen tegen een miljoenenconcern. Daarom hebben freelancers wettelijke bescherming sinds de invoering van de wet Auteurscontractenrecht in 2015. Hierin staat onder meer dat het tarief billijk moet zijn en dat de rechter kan vaststellen of dat tarief billijk is. Dat is best bijzonder, omdat normaal gesproken die onderhandelingen over vergoedingen aan de partijen worden overgelaten. Maar dankzij de wet kan de rechter zich hiermee bemoeien, juist vanwege de genoemde ongelijkheid.’

Hoe stelt een rechter die billijkheid vast?

‘Er is hierover nog nooit eerder geprocedeerd, dus ook wij zijn benieuwd hoe de rechter hier invulling aan gaat geven. Wij hebben een aantal aanknopingspunten benoemd: hoe lang zijn beide freelancers bezig geweest met de opdracht? Wat is de vergelijking met een journalist die wordt betaald volgens de cao? Dat is een wereld van verschil. Wij zeggen dat een freelancer met ervaring 60 of 70 euro per uur moet kunnen rekenen. En De Persgroep maakt hoge winsten, dat is ook relevant.’

En dan roept een opdrachtgever al snel dat de freelancer te lang bezig is geweest.

‘Dat vind ik een flauwe discussie. Wil je je werk goed doen en waardevolle producten afleveren, dan is ook bij sneller werken het betaalde tarief veel te laag. En je kunt nooit een dermate hoog volume halen om hiervan rond te kunnen komen. Wij maken inzichtelijk via e-mails van opdrachtbevestigingen, parkeertickets, de duur van interviews uitwerken of fotobewerking, tot en met aanleveringen hoe lang beiden bezig zijn geweest. Dit zijn mensen die gewoon goed werk hebben geleverd.’

Wat is precies de inzet van beide freelancers?

‘Een billijke vergoeding die berekend is op basis van een uurtarief van 60 euro. Reken je de tarieven om die zij nu kregen, dan komt dat neer op 15 tot 18 euro per uur voor Ruud Rogier en 14 euro per uur voor Britt van Uem. Op basis van een uurtarief van 60 euro per uur zou voor Britt een woordprijs van 49 cent redelijk zijn, in plaats van de 13 cent die zij nu ontving. In het geval van Ruud zou dat neerkomen op 150 euro per foto, in plaats van 42 euro.’

Wat is de inzet van De Persgroep?

‘De Persgroep maakt het heel groot. Als zij voor deze paar opdrachten een hoger bedrag moet betalen dan zou naar eigen zeggen het huidige totaalbedrag van 31 miljoen euro dat zij jaarlijks kwijt is aan alle freelancers, opgehoogd moeten worden naar 115 miljoen euro. Dus volgens De Persgroep gaat de rechtszaak over een additionele kostenpost van 84 miljoen euro. Daarvan zeggen wij dat dit in deze twee zaken gaat om een paar opdrachten van twee individuele freelancers. Als de rechter het tweetal gelijk geeft, gaat het om twee bedragen ter grootte van ongeveer 1.400 euro.’

‘Als de rechter de twee freelancers in het gelijk stelt, dan zal dat wel een maatschappelijke discussie losmaken over de tarieven die De Persgroep aan andere freelancers betaalt. Maar dan nog zal elke freelancer die vindt dat hij of zij te laag wordt betaald individueel een zaak moeten beginnen. En je kunt niet alle freelancers over één kam scheren. In de regionale journalistiek worden freelancers veel slechter betaald dan freelancers die voor landelijke media werken. Het maatschappelijke effect zal weliswaar groter zijn dan alleen de uitspraak in deze twee zaken, maar er hangt natuurlijk geen prijskaartje van 84 miljoen aan, zoals De Persgroep nu beweert.’

Wat u nu benoemt is het gunstige scenario. Wat nu als de rechter de eisen afwijst?

‘Dan is dit de eerste uitspraak op basis van de wet Auteurscontractenrecht en weten we hoe de rechter hiermee omgaat. Als de twee freelancers vervolgens met lege handen staan, dan heeft die wet niet het beoogde effect gehad en zullen we andere oplossingen moeten vinden. Het zal voor een partij als de NVJ een reden kunnen zijn om in Den Haag te zeggen: maak een nieuwe wet. Of stel wettelijke tarieven vast voor freelancers die zijn afgeleid van de journalistieke cao. Of geef de NVJ het recht om collectief te onderhandelen met grote uitgevers over redelijke tarieven.’

Wat zal De Persgroep doen als de twee freelancers wél in het gelijk worden gesteld?

‘De Persgroep vindt dat er 84 miljoen op het spel staat, en zal het niet bij één rechter willen laten. Als de uitkomst ongunstig is, zal zij dat in hoger beroep en tot aan de Hoge Raad willen laten toetsen. En misschien beseft De Persgroep dan ook wel dat het werken met freelancers nu soms erg schrijnende gevallen oplevert. Misschien stelt De Persgroep de tarieven naar boven bij, daar is best ruimte voor. Uiteindelijk hebben freelance journalisten en De Persgroep veel gedeelde belangen en zou het goed zijn als er een gezamenlijke oplossing komt en De Persgroep het niet op jarenlange rechtszaken laat aankomen.’

Zijn de voorbeelden van Britt van Uem en Ruud Rogier representatief?

‘Ja, voor de regionale journalistiek wel. Waarvan iedereen roept dat die enorm belangrijk is. Als je vervolgens je freelancers niet voldoende betaalt om dit werk te kunnen blijven doen, dan komt daardoor die regiojournalistiek steeds verder onder druk.’

Hoe sterk staan de freelancers?

‘Sterk. De voorbeelden die Britt en Ruud hebben ingebracht zijn goede voorbeelden die aantonen hoe onredelijk het is wat freelancers krijgen ten opzichte van wat ze ervoor leveren. Goede artikelen, goede foto’s. De bedragen daarvoor zijn zo onredelijk laag, en zeker in een tijd dat het heel goed gaat met de Persgroep, daar zou de Persgroep meer voor over moeten hebben. De wet is juist gemaakt om bij dit soort ongelijkheid de rechter een oplossing te laten bieden.’

Hoe worden beide freelancers voorbereid op de rechtszaak?

‘Voor Britt en Ruud is dit natuurlijk heel spannend, want het is de eerste keer dat ze voor de rechter staan. Ik heb hen uitgelegd wat er gaat gebeuren en hoe zij zich daarop moeten voorbereiden. Waar ze rekening mee moeten houden is dat De Persgroep zal zeggen dat dit heel groot is, want het gaat om 84 miljoen. Terwijl wij heel duidelijk zeggen dat dit om twee individuele gevallen gaat.’

 

De rechtszaak bijwonen? 

  • De zitting is toegankelijk voor publiek (neem wel een legitimatiebewijs mee). Datum: woensdag 3 april, 9.30 uur (9.00 uur verzamelen).
  • Locatie: hoofdlocatie rechtbank Amsterdam, gebouw Parnas, melden bij de receptie in toren G aan de Fred Roeskestraat.