De Persgroep willigt eisen NVJ/NVF niet in

donderdag 24 januari 2019

De Persgroep heeft in een gesprek met NVJ/NVF op woensdag 16 januari aangegeven de tarieven niet te willen indexeren of de algemene voorwaarden op cruciale punten te willen aanpassen. Wel heeft zij aangegeven ‘met begrip’ naar onze wensen te zullen kijken met betrekking tot de algemene voorwaarden.

Eén van die voorwaarden is de exclusiviteitsperiode van zeven dagen. Die lijkt erg kort maar nieuws is ‘bederfelijk waar’ en na 24 uur is een nieuwsfoto doorgaans niets meer waard. Deze exclusiviteitsperiode van zeven dagen leidt sinds 2015  tot felle reacties van zelfstandige (foto)journalisten evenals de vergoeding. Zij krijgen een eenmalige vergoeding voor hun beeld die ontoereikend is. Vooral omdat De Persgroep het beeld van fotojournalisten niet eenmalig gebruikt, maar op verschillende manieren exploiteert: in elk uitgeefproduct van het uitgeefconcern; in dagbladen van andere uitgevers met wie een samenwerkingsverband is aangegaan; en in digitale databanken en knipseldiensten van derden, zoals Blendle. Hierdoor blijven er geen kanalen over voor de fotojournalist om zelf hun ‘waar’ te verkopen. Zij missen hierdoor inkomsten die niet door De Persgroep worden gecompenseerd.

E-mail De Persgroep schept verwarring

Naar aanleiding van het gesprek tussen de NVJ/NVF en De Persgroep heeft De Persgroep een e-mail gestuurd naar al haar fotojournalisten. Deze e-mail van vrijdag 18 januari schept verwarring bij NVF-leden. De Persgroep schrijft in de e-mail dat ze de tarieven in 2015 met 5% tot 15% heeft verhoogd. Wat De Persgroep niet vermeldt, is dat zij hier iets voor terugvroeg namelijk een ruimere licentieovereenkomst zoals in de eerste alinea beschreven. 

Oproep aan De Persgroep

De NVJ/NVF roept De Persgroep op om de exclusiviteitsperiode aan te passen tot één dag (24 uur) en doorplaatsing van beeld te betalen. Daarnaast vraagt zij De Persgroep op om bepaling 6.4 te schrappen in de Algemene Voorwaarden: De Algemene Voorwaarden van De Persgroep beperken een freelance journalist om ook voor concurrerende media te werken, met name door bepaling: 6.4. Indien partijen zijn overeengekomen dat Maker regelmatig een Bijdrage zal leveren over een bepaald onderwerp, zal Maker zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Persgroep geen opdrachten van derden aanvaarden met betrekking tot hetzelfde onderwerp voor een publicatie die de Uitgave directe concurrentie kan aandoen. De Maker zal ieder voornemen tot publicatie over hetzelfde onderwerp waarbij sprake zou kunnen zijn van directe concurrentie melden aan de Persgroep.

De NVJ/NVF roept De Persgroep op om de vergoeding voor doorplaatsing te verhogen, omdat door het enorme verspreidingsgebied en aantal titels van de Persgroep waarin foto’s kunnen worden doorgeplaatst, verdere exploitatie door de fotograaf zeer beperkt is. De verhoging met ingang van 1 juli 2015 met 5 en 15% is daarvoor ontoereikend. 

De NVJ/NVF roept De Persgroep ook op om de tarieven te indexeren. Volgens de gegevens van de NVJ/NVF is dit sinds jaren niet gebeurd. De Persgroep indexeert haar tarieven naar lezers en adverteerders zelf immers ook jaarlijks. De advertentietarieven van De Persgroep zijn voor 2019 met 2,4% en voor 2018 met 2,1% geïndexeerd.

De NVJ/NVF constateert ook dat De Persgroep in de regio met fotobureaus werkt. Ondanks eerdere toezeggingen in 2015 om niet meer met fotobureaus te werken is deze samenwerking juist geïntensiveerd. Dit heeft als gevolg gehad dat met ingang van 31 december 2018 afscheid is genomen van verschillende zelfstandige fotojournalisten die niet met een fotobureau wilden samenwerken. De fotobureaus waar De Persgroep mee samenwerkt houden een bedrag in van de tarieven die De Persgroep betaalt terwijl de uitgever deze kosten zou moeten betalen.

Tot slot constateert de NVJ/NVF dat een vergelijkbare regionale uitgever, MHL (De Limburger) een tarief betaalt van 75 Euro per opdracht en De Persgroep in de regio 42 Euro per opdracht betaalt. Dit verschil is aanzienlijk. Opvallend is dat De Limburger, ongeacht het aantal foto’s dat daadwerkelijk wordt gepubliceerd uit één opdracht, een hoger tarief betaalt. De NVJ/NVF roept De Persgroep op om eenzelfde hoger basis-opdrachttarief te betalen, ongeacht het aantal foto’s dat daadwerkelijk geplaatst wordt van een bepaald nieuws-event. Dit past veel meer in een digitale omgeving waar meerdere foto’s getoond kunnen worden en komt tegemoet aan de noodzakelijke tijdsinvestering, die voor een foto-opdracht moet worden gedaan.

Fotojournalisten en De Persgroep zijn er bij gebaat om toekomstbestendige tarieven te betalen die de kwaliteit van het vak borgen.

Eisen niet ingewilligd

De Persgroep is gevraagd om de drie eisen van de actie ‘Fotojournalistiek heeft een prijs ‘ in te willigen. Twee van die eisen (indexatie tarieven en meer zeggenschap auteursrechten) zijn niet ingewilligd. Met betrekking tot de eis ‘stel online tarieven gelijk aan print tarieven’ heeft de Persgroep een punt. De Persgroep betaalt voor opdrachten vrijwel in alle gevallen dezelfde tarieven voor beide media. Daar staat tegenover dat voor vrij aangeleverd werk online aanzienlijk minder wordt betaald dan voor print.

Conclusie

‘De NVJ/NVF concludeert dat de acties van fotojournalisten hard nodig zijn ook na het gesprek met De Persgroep’, aldus NVJ/NVF secretaris Rosa García López.

Waardering

De NVJ/NVF spreekt haar waardering uit voor het feit dat De Persgroep  de NVF uitdrukkelijk bevestigd hebben dat zij als opdrachtgever begrip heeft voor het feit dat er vrijdag 26 januari  actie gevoerd wordt voor het belang van het vak. Daarbij sprak De Persgroep uit dat zij de voor haar werkende freelance fotojournalisten niet kwalijk zal nemen dat ze op 25 januari deelnemen aan de acties en geen foto’s zal aanleveren. De Persgroep heeft uitgesproken dat ze erop zullen toezien dat er geen negatieve consequenties zullen volgen naar individuele fotografen.