Verplicht verzekeren, noodzaak of gotspe?

donderdag 1 februari 2018

'Verplicht verzekeren, noodzaak of gotspe?' Dat is de vraag die de organisatoren van deze hoorzitting mij hebben meegegeven voor deze column. Misschien wel in de veronderstelling dat ik hartgrondig voor het eerste zou kiezen: 'Verplichte verzekeringen voor zzp'ers zijn een gotspe!' Maar zo ongenuanceerd als dat, wordt het niet. Column van zzp-expert Pierre Spaninks.

Pierre Spaninks (foto: Eva Posthuma)

Het woord 'gotspe' zal ik sowieso niet vlug gebruiken. Ik weet dat de betekenis ervan ergens ligt tussen 'onbezonnen lef' en 'verregaande onbeschaamdheid'. Vergelijkbaar met het oud-Griekse begrip 'hybris': een belediging van de goden, die nooit ongestraft blijft. Zo'n kwalificatie kan onmogelijk van toepassing zijn op de oprechte bezorgdheid over het lot van zzp'ers die ik bij u vermoed als drijfveer.

Maar helaas gaan voorstellen om speciaal voor zzp'ers een verplichte collectieve verzekering in het leven te roepen, bij anderen nogal eens gepaard met minder nobele bedoelingen. Dat weet u net zo goed als ik. Al is het niet uw gedachtegang, u kent hem wel: dat verplichte verzekeringen zzp’ers duurder maken voor hun opdrachtgevers, dat die opdrachtgevers er dan eerder voor kiezen om mensen in loondienst te nemen, en dat we dan van die zzp'ers geen last meer hebben.

Zo perfide bent u gelukkig niet. U vindt sociale zekerheid voor iedereen die in Nederland woont en werkt oprecht belangrijk. U weet wel beter, dan die sociale zekerheid te misbruiken om groepen op de arbeidsmarkt tegen elkaar op te zetten. U begrijpt dat we deze discussie in elk geval zuiver moeten houden. Aan die intentie van u wil ik graag recht doen. Daarom tover ik niet zomaar een schijnoplossing uit de hoge hoed, maar doe ik eerst even een stapje terug, naar de feiten en de cijfers. Waar hebben we het eigenlijk over?

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek waren er eind vorig jaar 1,4 miljoen mensen die een 'zzp-inkomen' hebben. Anders dan weleens wordt gesuggereerd, verkeren die lang niet allemaal in precaire omstandigheden.

Onder die 1,4 miljoen zijn er om te beginnen al 550.000 voor wie dat zzp-inkomen slechts bijzaak is. Die zijn sociaal verzekerd uit hoofde van een betrekking in loondienst, een uitkering, een pensioen of – als zij nog studeren – via hun ouders. Vervolgens zijn er onder de 900.000 mensen die wél in hoofdzaak van een zzp-inkomen leven, ook nog eens 260.000 die een neveninkomen hebben waaruit ze aanspraak kunnen maken op verzekeringsrechten.

Zo blijven er maximaal 650.000 mensen over die echt uitsluitend een zzp-inkomen hebben. Ook dat is echter weer een allesbehalve homogene groep, met grote verschillen in inkomen en grote verschillen in zekerheid.

Er is een top en een brede middenlaag van zelfstandigen die prima zelf hun zaakjes kunnen regelen en die dat ook doen. Niet altijd door een verzekeringsproduct aan te schaffen, maar daar zijn alternatieven voor. En er is – helaas – een beperkte groep waar het echt niet goed mee gaat en die echt niet zelf zijn risico’s kan managen. Dan hebben we het over ongeveer 10 procent van het totaal, om en nabij de 65.000 mensen.

Die kwetsbare groep is weliswaar beperkt van omvang, maar de problemen daar zijn serieus. Met verplichte verzekeringen gaan we die problemen niet oplossen. Want die kleine minderheid waar we ons terecht zorgen om maken, zal de premies daarvoor niet eens kunnen opbrengen, terwijl die voor de overgrote meerderheid alleen maar zullen neerkomen op een ordinaire lastenverhoging.

Een duivels dilemma, voor u en voor iedereen die van goede wil is. Is er een uitweg uit dat dilemma? Jazeker, er is een uitweg.

Volgens mij moeten we met zijn allen accepteren dat de vaste baan voor het leven niet meer bestaat. We moeten accepteren dat loondienst niet meer het antwoord op is op elke vraag naar arbeid. We moeten accepteren dat steeds meer mensen steeds meer zelf verantwoordelijkheid kunnen en willen nemen.

En, wat daar de laatste jaren nog eens bij komt: mensen zijn niet meer uitsluitend en hun leven lang werknemer, werkgever of zelfstandige, vrijwilliger of mantelzorger. Dat zijn even zo veel rollen die ze na elkaar spelen in opeenvolgende fasen van hun leven of vaak zelfs naast elkaar tegelijkertijd. Ook zzp'er is voor velen maar zo'n tijdelijke rol.

Die 'hybridisering' van de arbeidsmarkt zet steeds meer druk op het sociale stelsel, waarin verzekeringen en pensioenen nu eenmaal gekoppeld zijn aan iemands werkgever of aan de bedrijfstak waarin iemand toevallig werkt. Tegen de grenzen van dat systeem lopen we nu op. Niet alleen de hardcore zzp’er maar iedereen die arbeidsmarktgewijs wel eens buiten de lijntjes kleurt. Als dat zo is, dan gaat het niet helpen om tegen het sociale stelsel aan een bijkantoortje te bouwen voor zzp’ers.

Veel duurzamer en dus veruit te prefereren is het, om door te pakken en de overgang te maken naar een stelsel dat toekomstbestendig is. Dat kan, als we ophouden onze zekerheden te koppelen aan de voorbijgaande relaties die we hebben tot de arbeidsmarkt. Als we teruggaan naar de enige constante in dit hele spel, naar de mens zelf. Dat kan op een radicale manier, in een stelsel met compleet persoonlijke potjes. Maar misschien is het wel slimmer om in elk geval de basis te regelen via collectieve risicodeling. Echt grote klappen (zoals blijvende complete invaliditeit of zo oud worden als Methusalem) kun je nu eenmaal niet in je eentje opvangen.

De overgang naar zo’n nieuw stelsel lijkt een hele opgave, maar onmogelijk is het niet. We hebben al de Participatiewet, de Zorgverzekeringswet, de Wet Langdurige Zorg en de Algemene Ouderdomswet. Vier wettelijke regelingen waar iedere Nederlander verplicht premies voor betaalt, inkomensafhankelijk, ook de zzp’er.

Mogelijk vinden we het voorzieningenniveau dat uit die volksverzekeringen voortvloeit te zuinig bemeten. Zeker in het geval van de bijstand en de AOW zit daar wel wat in. Als we willen, dan kunnen we de premies voor die verzekeringen en voor die uitkeringen zo ver verhogen, dat wèl voor iedereen een aanvaardbaar minimum wordt gegarandeerd.

Daarvoor hoeven we alleen maar het belang van de volksverzekeringen te vergroten, en dat van de particuliere verzekeringen te verkleinen. De volksverzekeringen vormen de basis, de particuliere verzekeringen bieden extra dekking voor wie daar behoefte aan heeft.

Op die basis kunnen we een moderne vorm van solidariteit creëren, een solidariteit die er niet alleen voor zorgt dat alle Nederlanders bij tegenspoed kunnen terugvallen op dezelfde stevige basis, maar die ook ruimte laat voor eigen verantwoordelijkheid. Niet alleen voor zelfstandigen, maar ook voor werknemers in alle soorten en maten. Niet alleen voor mensen die betaald werk doen, maar ook voor vrijwilligers en mantelzorgers.

Daarmee sluiten we aan bij de sociale drijfveren van vorige generaties. Daarmee passen we het stelsel dat zij in hun tijd hebben ontwikkeld aan bij wat nodig is in onze tijd. Daarmee zorgen we dat het weer decennia mee kan. En daarmee vermijden we dus meteen dat de goede bedoelingen die we hebben met een kwetsbare minderheid, uitdraaien op een ordinaire zzp-belasting. Want dát zou natuurlijk wel een 'gotspe' zijn. 

Pierre Spaninks, gesproken column voor de Hoorzitting collectief onderhandelen op 1 februari 2017 in Nieuwspoort