NVJ en NVF: Schijnzelfstandigheid moet wel aandachtspunt blijven

vrijdag 25 november 2016

De NVJ en de NVF zijn tevreden met de opschorting van de Wet DBA tot 1 januari 2018. Tot die datum wordt ook de handhaving opgeschort. Ondernemende zelfstandigen dreigden minder of geen werk te krijgen of geheel tegen hun zin een payrollconstructie te worden ingedrukt.

Hoewel de NVJ en de NVF zich kunnen vinden in de opschorting vinden zij wel dat schijnzelfstandigheid een aandachtspunt is en moet blijven. In de komende cao-onderhandelingen zal daar aandacht voor worden gevraagd.

VAR keert niet terug

Wat betekent de opschorting van de Wet DBA in de praktijk? Voor alles betekent het dat de VAR niet terugkeert. Ondernemende zelfstandigen mogen met een modelovereenkomst werken. Deze modelovereenkomst is alleen noodzakelijk als de opdrachtgever en zelfstandigen willen uitsluiten dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Als in de praktijk blijkt dat de afspraken in de modelovereenkomst niet overeenkomen met de praktijk dan handhaaft de Belastingdienst niet tot 31 december 2017. Alleen als de opdrachtgever of de zelfstandige opzettelijk meewerken aan schijnzelfstandigheid, terwijl er sprake is van een dienstbetrekking, dan wordt er wel gehandhaafd. Bijvoorbeeld als een mediaorganisatie journalisten ontslaat om ze vervolgens als zelfstandige in te huren om ze precies hetzelfde werk te laten verrichten als voorheen dan is er sprake van een kwaadwillende aanpak.

Rapport Commissie Boot

Aanleiding voor de opschorting van de Wet DBA is het kritische rapport van de Commissie Boot. In haar rapport stelt de Commissie Boot dat ze kansen ziet voor modelovereenkomsten maar dat de focus te sterk ligt op toetsing van de tekst  van het contract en te weinig aandacht is voor de bredere context zoals de maatschappelijke positie van partijen en de feitelijke uitvoering van het contract. Werkbaarder zijn de criteria van de Commissie Boot van wel-dienstbetrekking en niet-dienstbetrekking. Volgens deze criteria is er sprake van wel-dienstbetrekking als bijvoorbeeld de beloning laag is in verhouding met de beloning in dienstbetrekking en is er sprake van een niet-dienstbetrekking als er sprake is van een hoge beloning (hoger dan het marktconform tarief).

Brief ‘Tweede Voortgangsrapportage DBA’

Staatssecretaris Eric Wiebes rept in zijn brief ‘Tweede Voortgangsrapportage DBA’ aan de Tweede Kamer van vrijdag 18 november jongstleden over de omroep. Daarin geeft hij aan dat cao-partijen de ketenbepaling kunnen verruimen zonder tussenkomst van de Minister van SZW. In de huidige cao voor het Omroeppersoneel (januari 2015 tot en met 31 december 2016) wordt al gebruik gemaakt van de maximale verruiming voor in elk geval de journalistieke functies. De huidige verruiming staat toe dat tijdelijke werknemers zes contracten krijgen aangeboden over een periode van maximaal 48 maanden terwijl de Wet Werk en Zekerheid drie tijdelijke contracten toestaat in een periode van twee jaar.