Tekst Onderhandelingsresultaat CAO voor het omroeppersoneel

donderdag 30 juni 2011

ONDERHANDELINGSRESULTAAT CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL 2011-2012
17 juni 2011

Partijen:

Omroepwerkgevers:
1. Stichting Nederlandse Publieke Omroep, hierna de NPO, gevestigd en kantoorhoudend te Hilversum, krachtens het bepaalde in artikel 2.2, tweede lid sub g Mediawet mede handelend in naam van de instellingen die zendtijd hebben gekregen voor landelijke omroep;
2. Stichting Radio Nederland Wereldomroep, gevestigd en kantoorhoudend te Hilversum;
3. Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking, gevestigd en kantoorhoudend te Hilversum;
enerzijds,
en

Werknemersorganisaties:
1. FNV Kunsten Informatie en Media, gevestigd en kantoorhoudend te Amsterdam;
2. CNV Dienstenbond, gevestigd en kantoorhoudend te Hoofddorp;
3. De Unie, gevestigd en kantoorhoudend te Culemborg;
4. Nederlandse Vereniging van Journalisten, gevestigd en kantoorhoudend te Amsterdam;
anderzijds

hebben het navolgende onderhandelingsresultaat bereikt om de per 31 december 2010 geëindigde en vervolgens stilzwijgend verlengde CAO voor het Omroeppersoneel te verlengen met een looptijd van 24 maanden, aldus ingaande 1 januari 2011 en eindigend op 31 december 2012 met inachtneming van de navolgende wijzigingen;

1. Looptijd
Deze CAO heeft een looptijd van 24 maanden, ingaande 1 januari 2011 en derhalve eindigend op 31 december 2012.

2. Salarismaatregelen

2.1. Met ingang van 1 januari 2011 worden de salarissen op basis van de salaristabel als bedoeld in artikel 13 verhoogd met 1%.
2.2. Aan medewerkers die op 1 oktober 2011 in dienst zijn wordt een eenmalige uitkering
verstrekt van 0.5% van het maandsalaris van oktober 2011 X 12 (exclusief eindejaarsuitkering en vakantietoeslag), voor zover er gedurende het tijdvak 1 januari 2011 tot en met 31 oktober 2011 sprake is van een dienstverband. De uitkering wordt naar rato uitgekeerd, indien en voor zover er sprake was van een dienstverband gedurende een gedeelte van vermeld tijdvak.
2.3. Aan medewerkers die op 1 januari 2012 in dienst zijn wordt een eenmalige uitkering verstrekt van 1.5% van het maandsalaris van januari 2012 X 12 (exclusief eindejaarsuitkering en vakantietoeslag).

3. Compensatie verlies pensioenopbouw bij einde dienstverband

Tot en met 31 december 2014 wordt jaarlijks aan een bedrag van € 250.000 uit het structurele budget voor stage- en werkervaringsplaatsen (zie artikel 5.5 Protocol 2009-2010) een andere bestemming gegeven. Dit bedrag wordt aangewend voor maatregelen op het vlak van pensioensreparatie ten behoeve van individuele werknemers waarvan het dienstverband eindigt ten gevolge van reorganisaties die verband houden met de door de overheid aan de omroepwerkgevers opgelegde bezuinigingen.
Pensioenreparatie is uitsluitend bedoeld voor individuele medewerkers die, zes maanden na ontslag nog geen andere passende werkzaamheden hebben gevonden en mede daardoor door het einde van hun dienstverband zodanig onevenredig in hun pensioenopbouw worden getroffen, dat dit mede in het licht van hun persoonlijke situatie een schrijnende en onbillijke financiële situatie na pensionering tot gevolg zal hebben.

Een Paritaire Commissie, bestaande uit twee door de werknemersorganisaties aangewezen leden en twee door werkgevers aangewezen leden en een gezamenlijk aan te wijzen onafhankelijke pensioendeskundige als voorzitter, zal zich over deze individuele gevallen buigen en criteria voor de beoordeling er van formuleren, alsmede voor de vorm en omvang van de compensatie. Voorts zal deze Commissie een Reglement opstellen, waarin de procedure voor het doen van een beroep op deze regeling zal worden opgenomen.

4. Inzet onafhankelijke derde bij beoordelingen.

In het kader van de bestaande interne bezwarenprocedure(s) krijgen werknemers de mogelijkheid een, door de Ondernemingsraad aan te wijzen, onafhankelijke interne derde, niet zijnde een lid van de Ondernemingsraad, te betrekken bij door hen ingesteld bezwaar bij hun jaarlijkse beoordeling, bedoeld in artikel 16 CAO. Het bezwaar kan alleen betrekking hebben op de gevolgde procedure en/of een correcte toepassing van het binnen de betrokken werkgever toegepaste beoordelingssysteem. De inhoudelijke beoordeling van het functioneren van de werknemer is in deze uitgesloten.

5. Paritaire werkgroep Sociale Innovatie en Employability

Een paritaire werkgroep zal zich buigen over (te ontwikkelen) beleid en instrumenten in het kader van Sociale Innovatie en Employability. De werkgroep zal zijn bevindingen in 2012 rapporteren. Deze rapportage zal een leidende rol te spelen in het daarop volgende Cao-overleg.


6. AWO-fonds

Cao-partijen geven het bestuur van het AWO-fonds het mandaat om te besluiten over aanpassingen in de bestedingsdoelen en/of de wijze van besteding van de zogenaamde werkzekerheidsgelden. Voorwaarde daarbij is dat deze gelden, conform de bij CAO 2009-2010 gemaakte afspraken, wordt besteed aan maatregelen in het kader van werkzekerheid en mobiliteit.

7. Loopbaangelden
De door de werkgevers, op grond van artikel 5.1 Protocol 2009-2010, jaarlijks gereserveerde, maar niet bestede gelden t.b.v. loopbaanadviezen, zullen, in afwijking op de slotzin van artikel 5.5. van dit Protocol, niet worden aangemerkt voor een in overleg tussen partijen nieuw te kiezen bestedingsdoel, maar ter beschikking blijven van de individuele werkgevers, teneinde deze (alsnog) te besteden aan loopbaantrajecten t.b.v. hun medewerkers.

8. Redactioneel

Bereikbaarheidsdiensten
Artikel 24, tweede lid wordt aangevuld als volgt:


2. Bereikbaarheid

De werknemer dient gedurende de tijd van een bereikbaarheidsdienst bereikbaar te zijn op een plaats waarvan de reistijd tot zijn standplaats niet langer is dan die van zijn huis tot zijn standplaats, tenzij door de werkgever dit niet noodzakelijk wordt geacht.

Uitspraken vaste Commissie
De bindende uitspraken van de vaste Commissie inzake artikel 31 CAO (NRD), artikel 6.5 CAO (beëindigingvergoeding Flexposities), alsmede de uitspraak inzake artikel 15 (functiewaardering inzake combifuncties) worden verwerkt in de toepasselijke CAO- artikelen.

Voor de gewijzigde tekst van deze bepalingen wordt verwezen naar bijlage 1.

Technische wijziging
In artikel 30, zesde lid CAO wordt het woord “ouders” gewijzigd in “(groot)ouders”.




Hilversum 17 juni 2011


Bijlage 1

Cao-wijzigingen ten gevolge van uitspraak vaste Commissie inzake NRD

Artikel 31, tweede lid CAO, tweede lid wordt gewijzigd als volgt:

2. Werkingsgebied

De NRD-regeling is van toepassing voor binnen Nederland verrichte arbeid op maandag tot en met vrijdag vóór 07.00 uur en na 19.00 uur, alsmede voor arbeid op zaterdag en zondag en is van toepassing op de werknemer, werkend:
• op een vaste planning op regelmatige tijden op maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 en 19.00 uur, ingedeeld in salarisklasse A t/m F voor de door hen op aanwijzing van de werkgever gewerkte uren buiten de regelmatige tijden op maandag tot en met vrijdag tussen 7.00 en 19.00 uur.
• op een vaste planning werkend van maandag tot en met zondag van 0.00 tot 24.00 uur, ingedeeld in de salarisklasse A t/m F voor de door hen op aanwijzing van de werkgever gewerkte uren buiten de tijden op maandag tot en met vrijdag tussen 7.00 en 19.00 uur.
• op een vaste planning werkend van maandag tot en met zondag van 0.00 tot 24.00 uur, ingedeeld in de salarisklassen G en H voor zover de op aanwijzing van de werkgever gewerkte uren buiten de tijden op maandag tot en met vrijdag tussen 7.00 en 19.00 uur meer dan 36 uur bedragen. In het geval van een deeltijd dienstverband of indeling in de loop van het jaar in een salarisschaal boven F geldt een evenredig deel van de bedoelde 36 uren per jaar.
• volgens dienstrooster op maandag tot en met zondag tussen 0.00 en 24.00 uur, ingedeeld in salarisklasse A t/m H voor de door hen op aanwijzing van de werkgever gewerkte uren buiten de tijden op maandag tot en met vrijdag tussen 7.00 en 19.00 uur.


De definitie van het begrip Dienstrooster (Bijlage 1, onder 2, sub 1 CAO) wordt gewijzigd als volgt:

“Dienstrooster”: Een variabel en wisselend dienstschema, afwijkend van regelmatige tijden, dat wil zeggen afwijkend van de tijdvakken 7.00 tot 19.00 uur op maandag tot en met vrijdag, dat tevoren met een regelmatige frequentie, tenminste drie keer per jaar verschijnt. Het bestrijkt een tevoren bepaalde periode en wordt door de werkgever met behulp van planningstechnieken, samengesteld en schriftelijk en/of via internet en/of via e-mail vastgelegd. Het omvat de aanduiding van begin- en eindtijden van uit te voeren taken van individuele of groepen werknemers, waar nodig aangevuld met reis- en vertrektijden. Het wordt tijdig tevoren aan de werknemer verstrekt.

Cao-wijziging ten gevolge van uitspraak Vaste Commissie inzake beëindigingsvergoedingen Flexposities.

Artikel 6, vijfde lid CAO wordt aangevuld als volgt:

5. Beëindigingsvergoedingen Flexposities


Indien de werkgever de werknemer meedeelt (aanzegging), dat hij niet tot verlenging c.q. omzetting naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wenst over te gaan,
én
tevens de totale som van de duur van de opeenvolgende arbeidsovereenkomsten meer dan achttien maanden bedraagt, ontvangt de werknemer een premie bij beëindiging van het dienstverband volgens onderstaande staffel:

Staffel:
Looptijd in maanden: vergoeding in maandsalaris:
>18 1
=24 1,5
=30 2
=36 2,5
=42 3
=48 3,5
=54 4
=60 4,5

De vergoeding is naar rato verschuldigd, indien en voor zover een lopende arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor minder dan de overeengekomen wekelijkse arbeidsduur wordt verlengd voor bepaalde tijd of wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Arbeidsovereenkomsten die elkaar opvolgen met onderbrekingen korter dan drie maanden gelden als opeenvolgend met dien verstande dat deze onderbrekingen niet meetellen bij het bepalen van de totale som van de duur van de feitelijke arbeidsovereenkomsten.

Cao-wijziging ten gevolge van uitspraak Vaste Commissie inzake combifunctie

Bijlage 1- Definities wordt aangevold met een nieuw sub s. luidende als volgt:

s.”Combifunctie” een combinatie van functies, welke door één persoon wordt verricht op functieniveaus, welke in zwaarte in het functieraster al dan niet verschillend zijn ingedeeld, waarbij de aard van de werkzaamheden in de verschillende functies op een bijna vanzelfsprekende manier in elkaars verlengde ligt. Dit kan zich voordoen als de werkzaamheden door elkaar heen of logistiek volgorderlijk verricht kunnen worden, vaak op éénzelfde werkplek, vaak onder éénzelfde leidinggevende, en het te bereiken resultaat veelal betrekking heeft op het totaal van de werkzaamheden.