Toespraak NVJ-voorzitter tijdens de Grote Freelancersdag

vrijdag 17 juni 2011

‘In een crossmediale wereld, waarin vandaag tablets en smartphones, morgen nog geavanceerdere gadgets opduiken, zijn nieuwe afspraken over hergebruik nodig. Maar die afspraken willen we graag in goed overleg maken en niet in een positie waarin de freelancer met de rug tegen de muur staat. De nieuwe Auteurswet is een stap in de goede richting, maar wij vinden dat de balans tussen de makers en de exploitanten nog niet in evenwicht is.’ Aldus NVJ-voorzitter Huub Elzerman in zijn toespraak vandaag tijdens de Grote Freelandersdag.

De Grote Freelancersdag
Vrijdag 17 juni 2011, Huub Elzerman

Collega’s,
Dames en heren,

Geachte genodigden, van harte welkom, in het bijzonder een woord van welkom voor staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie, die het met ons zal hebben over een heikel onderwerp: de modernisering van de Auteurswet en de betekenis daarvan voor de freelance journalist.

Geachte heer Teeven, wij stellen uw aanwezigheid buitengewoon op prijs. Ik zou er graag aan toevoegen dat wij het dapper van u vinden dat u zich in het hol van de leeuw waagt, maar op dit punt past ons bescheidenheid.

Toen uw collega, minister Donner op 3 mei, op de Dag van de Persvrijheid aankondigde dat hij de werking van de Wet Openbaar Bestuur zou gaan beperken, werd hij met een beleefd applaus beloond.
Volkskrant-columniste Sheila Sitalsing sprak daar haar verbazing over uit.
Niks hol van de leeuw, een kudde makke schapen en dat nog wel in het voormalige Trouw-gebouw.
Wob-deskundige Roger Vleugel schreef: Op 3 mei klapten 200 journalisten per abuis toen Donner zijn oorlogsverklaring uitsprak.
Om niet weer door de eigen achterban bestraffend te worden toegesproken zeg ik maar bij voorbaat: een applaus duidt hier meer op beleefdheid dan op instemming.
Tenzij, ja tenzij, u vanmiddag een helpende hand biedt om de positie van de freelance journalist ten opzichte van de mediaconcerns en de uitgevers drastisch te versterken.
Natuurlijk begrijpen ook wij dat er in een crossmediale wereld, waarin vandaag tablets en smartphones, morgen nog geavanceerdere gadgets opduiken, nieuwe afspraken over hergebruik nodig zijn. Maar die afspraken willen we graag in goed overleg maken en niet in een positie waarin de freelancer met de rug tegen de muur staat, een positie waarin hij kan slikken of stikken. De nieuwe Auteurswet is een stap in de goede richting, maar wij vinden dat de balans tussen de makers en de exploitanten nog niet in evenwicht is.
Kortom, we zijn benieuwd naar uw opvatting.

Donner en de Wob

Wat op 3 mei inderdaad nog een regelrechte oorlogsverklaring leek, blijkt inmiddels te zijn afgezwakt tot een ministerieel stampvoeten. Donner is nog steeds boos op journalisten die met hun eindeloos doorvragen de staat onnodig op kosten jagen. Maar zijn aanvankelijke plan om de beleidsvoorbereiding uit de Wob te halen, is weer van tafel. En de Wob blijft, ondanks het dreigen met financiële prikkels gratis. Er volgt zelfs actieve instructie aan lagere overheden om geen leges te heffen.
Wat overblijft is het dreigement met een verdergaande juridisering, procedurele barrières zouden de toegang tot de Wob moeten bemoeilijken. We zullen zien wat daar van terecht komt. Het lijkt mij dat procedures met procedures bestrijden nieuwe procedures oproept en dat daardoor het doel – kostenbesparing – uit het zicht zal verdwijnen.
Eind goed, al goed? Nee, want achter de karikatuur van ambtenaren die teveel tijd kwijt zouden zijn aan Wob-procedures en de kwalificatie van de openbaarheid van bestuur als staatssteun voor de pers, maskeert dat Nederland internationaal achterloopt op het punt van de openbaarmaking.

De NVJ zal blijven hameren op de ondertekening van het Verdrag van Tromso, waarin het recht van burgers op eenvoudige en snelle toegang tot overheidsinformatie verwoord staat.
De Wob is voor de journalist nog altijd een tijdrovende, in de regel moeizame en daarom voor de freelancer een kostbare procedure. Het is allerminst staatssteun voor de pers. Integendeel, het standpunt van de minister is staatssteun voor de firma list en bedrog. Als journalisten snel en adequaat antwoord zouden krijgen op vragen dan is er helemaal geen beroep op de Wob nodig. Journalisten met een kluitje in het riet sturen, hen dwingen tot eindeloze gevechten met de bureaucratie en dan klagen over de kosten is de wereld op zijn kop zetten.
Het is ook een miskenning van de rol van de media. Wij houden staande dat wij in het belang van de burger de openbaarheid van wetgeving, bestuur en rechtspraak verzilveren. Dat doen we met vallen en opstaan, maar met veel inzet en een hoge mate van integriteit.
Als het kabinet wil bezuinigen – en uit alles blijkt dat het dat wil – dan is er nog veel geld te verdienen met een actieve openbaarheid, een betere voorlichting, betere archivering en als het dan toch nog tot een Wob-verzoek komt, met ambtenaren die snel en ter zake kunnen handelen.

Ik bedoel maar, wij zijn bereid om mee te denken.

Vervolgens, de Grote Freelancersdag, althans ik neem aan collega’s dat u inmiddels hebt begrepen dat dit jaar de traditionele jaarrede ontbreekt. De belangrijkste beleidsstukken zijn vanmorgen op de verenigingsraad behandeld en goedgekeurd. Voor de nieuwsgierigen onder u is er uiteraard het NVJ jaarverslag over 2010 en het Plan van Aanpak voor de komende periode.
Ik heb vanmorgen in de verenigingsraad melding gemaakt van het standpunt van de NVJ inzake de uitwerking van het Pensioenakkoord. Dat akkoord heeft nu met heel veel moeite en met veel bitterheid het stadium van een onderhandelingsakkoord bereikt.

In de federatieraad van de FNV heeft de NVJ ingestemd met het akkoord. Dat hebben we niet gedaan omdat we het akkoord op alle punten omarmen, maar omdat het alternatief, zoals naar voren gebracht door FNV Bondgenoten, zou betekenen dat de pensioenen tot in lengte van jaren niet geïndexeerd zouden kunnen worden. Wij zullen ons standpunt met een positief advies in een referendum aan de vereniging voorleggen.

Ik wil nog wel kwijt dat ik grote bewondering heb voor de wijze waarom op onze voorvrouw Agnes Jongerius zich in dit emotionele, maar ook buitengewone complexe debat heeft staande gehouden.

Petje af.

In een reguliere jaarrede zou ik wat langere hebben stilgestaan bij kunst en cultuur en uiteraard bij de disproportionele bezuinigingen bij de publieke omroep, de Wereldomroep in het bijzonder.
Nogmaals, niemand beweert dat in tijden van bezuinigingen de Publieke Omroep moet worden overgeslagen. Maar het leveren van een redelijke, proportionele bijdrage is toch wat anders dan de kaalslag die nu de Publieke omroep en vooral de Wereldomroep boven het hoofd hangt.

Er zijn in de wereld zo’n honderd Wereldomroepen en Radio Nederland Wereldomroep hoort – met het kleinste budget – tot de big five: Voice of America, BBC Worldservice, Deutsche Welle en Radio France International. Geen van die omroepen wordt met opheffing bedreigd, omdat hun regeringen het van belang vinden dat het eigen geluid overal op de wereld wordt gehoord. Nederland daarentegen met zijn kosmopolitische traditie en zijn enorme belangen in het buitenland dreigt het mes te zetten in een omroep die een belangrijke functie heeft bij het verstrekken van onafhankelijke informatie in landen met een informatieachterstand en die zich dag in dag uit bezig houdt met het verspreiden van een realistisch beeld van Nederland, in negen talen. Duidelijk probeert te maken dat we meer hebben dan molens en tulpen en dat we minder doen dan aan seks, drugs en rock-’n-roll dan in sommige behoudende kringen in het buitenland wordt gedacht.
Het is een kortzichtig, niet diep doordacht besluit.
Wat nog het meest stoort is het hoge rancune gehalte en de onzuivere motieven waarmee bijvoorbeeld de oud-medewerker van de Wereldomroep, het PVV-kamerlid Bosma zijn voormalige werkgever te grazen probeert te nemen.

De historicus Thomas von der Dunk heeft onlangs in zijn Arondeuslezing met een verwijzing naar de Tweede Wereldoorlog gepoogd de PVV te kenschetsen als een agressief populistisch gevaar voor de rechtsstaat. Ik denk niet dat zo’n verwijzing veel zin heeft. Veel zinniger is naar mijn gevoel een vergelijking met Joseph McCarthy, de Amerikaanse senator die in de jaren vijftig een ware heksenjacht op links ontketenende. McCarthy maakte ambtenaren, journalisten, schrijvers en vooral filmmakers verdacht door hen te beschuldigen van communistische sympathieën of on-Amerikaanse activiteiten. Gebruikmakend van de angst onder de bevolking tijdens de koude oorlog heeft hij vele honderden Amerikanen met pure stemmingmakerij en loze beweringen van hun baan beroofd. En hij kreeg het voor elkaar de Voice of America – inderdaad de Amerikaanse wereldomroep – tot mikpunt van nader onderzoek te maken. Een van zijn laatste geslaagde acties was het verwijderen van zogeheten procommunistische literatuur uit de overzeese bibliotheek van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Inspelen op angst, stemmingmakerij, het verdacht maken van de zogeheten linkse kerk. Het zijn bekende refreinen.

Was het ook niet Kamerlid Bosma die onlangs de leestafel van de Tweede Kamer wilde zuiveren van in zijn ogen al te linkse smetten? Wilde hij niet de Franse krant Liberation en de Engelse The Guardian niet inwisselen voor de rechtse Figaro en The Daily Telegraph?
Laat ik er dit over zeggen: de geschiedenis herhaalt zich nooit, maar soms lijken dingen wel heel erg op elkaar.

Terug naar de positie van de freelancers.

34 procent van de beroepsbevolking heeft geen vaste aanstelling meer; dat zijn ZPP’ers of in onze beroepsgroep freelancers. Velen van u hebben welbewust gekozen voor een bestaan als freelancers en u vaart daar wel bij. Er zijn ook collega’s die net hun opleiding hebben afgerond of die na jaren noodgedwongen het vertrouwde nest van de redactie hebben moeten verlaten, meestal met een regeling. Maar of er nu sprake is van vrijwilligheid of niet, bijna alle categorieën, uitzonderingen daargelaten, worden geconfronteerd met de gevolgen van de crisis – er wordt altijd eerst op de zogeheten flexibele schil bezuinigd – en met de manier waarop uitgevers, verwijzend naar de crisis, de positie van de freelancer onder druk zetten.
Voor allen geldt dat de tarieven onder druk staan, dat er sprake is van vertraging in betaaltermijnen en aantasting van de privacy door Kamers van Koophandel die freelancergegevens doorverkopen aan Google. Freelancers worden geconfronteerd met de eis om op nota’s het btw-nummer, het Sofinummer en het Kamer van Koophandel-nummer te vermelden, wat de ontvanger eindeloos ruimte geeft om in je dossier te neuzen.

Antoinette Herzenberg maakte er vorige maand een prima item over. Het zijn de dagelijkse beslommeringen in het bestaan van de kleine ondernemer.

Filosofen van naam zeiden het al: alles verkeert in zijn tegendeel en een voetbalvedette maakte er van: elk nadeel heb zijn voordeel.

Alleen al door de inkrimping van de vaste redactiebezettingen wordt het belang van de freelancer voor de media steeds groter.
Dat toegenomen belang vertaalt zich echter niet in een behoorlijke betaling van tarieven en eerbiediging van rechten van freelancers.

Het is waar: uitgevers als de Persgroep, Wegener, TMG en vooral de omroepen vormen een machtsblok. Maar uiteindelijk is zo’n machtsblok een reus op lemen voeten. Ook zo’n reus kan niet buiten de kwaliteit, want daarop moet hij concurreren. De freelancer wil erkenning van die kwaliteit. In het midden van die spagaat zit de NVJ met zakelijk en juridisch advies, met zonodig juridische acties, met onze politieke lobby, nationaal en internationaal, met onze opleidingen, met onze vastberaden wil om voortdurend met de uitgevers in gesprek te blijven en – in dit najaar – de inrichting van het ‘Meldpunt freelancers’. Want ook hier geldt: meten is weten, we hebben elkaar voortdurend nodig om informatie uit te wisselen, we willen weten waar en bij wie we aan de bel moeten trekken.
Natuurlijk, freelancers moeten voort zichzelf opkomen, een sterk merk opbouwen, zo sterk dat opdrachtgevers er niet omheen kunnen, zakelijk hun praktijk inrichten en zorgen dat zij zelf hun kennis actueel houden. Daar wil de NVJ graag bij helpen, door het inventariseren en signaleren van problemen met het zoeken van publiciteit, door te blijven hameren op de erkenning die de freelancers verdient. De komende drie jaar doen we dat met de campagne: Eerlijk deel.

Het is niet alleen kommer en kwel.

De provincie Noord-Brabant zette na onze actie de aanbesteding van de centrale inkoop stop en kwam met een betere regeling voor freelancers.
Sanoma heeft na onze actie haar algemene voorwaarden voor freelancers gunstiger ingericht dan zij eigenlijk van plan was. Het recht om materiaal van freelancers ook aan derden door te verkopen liet zij varen.

Collega Eric Smit hebben we, met een beroep op het Persvrijheidfonds, kunnen steunen, toen tycoon Nina Brink beslag liet leggen op zijn privébezittingen.

We participeren de Stichting Platform Makers. Ook daar doen we voorstellen om de positie van de makers – en dus van de freelancers – in de Auteurswet te versterken.
Dat is hard nodig.

We gaan nu van de staatssecretaris horen wat hij er van vindt.
Ontvang hem, zou ik zeggen, met beleefd applaus.

Huub Elzerman, voorzitter Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ)