‘Kamerleden: steun instroomvoorstel Plasterk’

donderdag 26 november 2009

De sectie Dagblad van de NVJ roept leden van de Tweede Kamer op om in te stemmen met het voorstel van minister Plasterk, waarin geld wordt vrijgemaakt voor het aannemen van jonge journalisten bij kranten- en weekbladredacties. Sectievoorzitter Ernst-Jan Rozendaal schetst in een brief aan de Tweede Kamer hoe nodig deze zogenoemde ‘Plasterk-gelden’ zijn. ‘De zorg om de onafhankelijkheid van de journalistiek is ongegrond.’ De sectie roept bovendien haar leden op om ook hun eigen (regionale) vertegenwoordigers in de Tweede Kamer te vragen dit voorstel te steunen. De behandeling in de Tweede Kamer vindt begin volgende week plaats.

Bijgaand treffen jullie een brief aan die de NVJ vandaag stuurt naar alle tweede kamerleden. De brief bevat een oproep om volgende week de Plasterkgelden, bestemd voor extra jonge journalisten op de redacties, definitief toe te kennen. De behandeling van dit voorstel vorige week in de Tweede Kamer leidde tot veel vragen aan minister Plasterk en heeft er ook toe geleid dat er nog geen definitieve beslissing is genomen.

Middelburg, 26 november 2009

Aan: alle leden van de Tweede Kamer

Betreft: geld voor jonge journalisten

Geachte mevrouw/heer,

Voor het voorstel van minister Plasterk om geld vrij te maken voor het aannemen van jonge journalisten op redacties van kranten en weekbladen lijkt in de Tweede Kamer onvoldoende draagvlak te bestaan. Dat is zorgelijk. Het parlement heeft nu namelijk de gelegenheid om met een relatief gering, eenmalig bedrag een essentiële bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de journalistiek in Nederland, aan een broodnodig transitieproces bij dagbladen en tijdschriften en aan het functioneren van de democratie. Op basis van discutabele argumenten dreigen de volksvertegenwoordigers deze kans nu te laten lopen.

Ik wil dat graag illustreren aan de hand van de situatie op de redactie van de PZC (Provinciale Zeeuwse Courant), waar ik zelf werkzaam ben. Ruim twee jaar geleden, als gevolg van een reorganisatie die gekoppeld was aan de overgang van broadsheet naar tabloid, is de redactie met ongeveer tien arbeidsplaatsen ingekrompen. Vanwege tegenvallende resultaten zijn dit jaar opnieuw zes journalisten van onze werkvloer verdwenen. We maken de krant voor Zeeland nu met ruim zeventig redacteuren.

Hoewel de redactie de afgelopen jaren steeds verder is ingekrompen, zijn de werkzaamheden uitgebreid en diverser geworden. We maken op het ogenblik niet alleen een volwaardig dagblad, we onderhouden tevens een uitgebreide nieuwssite en organiseren onder meer ook tweemaandelijks een debat over belangrijke regionale kwesties. Aan twee van de laatste debatten (over kernenergie en de verdieping van de Westerschelde) nam een aantal Kamerleden deel. Ze werden ook gevolgd door de landelijke en de Vlaamse pers. Net als veel collega-kranten hebben wij het afgelopen jaar bovendien onderzoeksjournalistiek als speerpunt benoemd, omdat de PZC het essentieel vindt zich ook te onderscheiden met diepgravende journalistieke reportages. Zoals bekend is voor deze tijdrovende vorm van journalistiek veel menskracht nodig.

U kunt zich dus voorstellen dat wij blij waren met het voornemen van minister Plasterk geld vrij te maken voor jonge journalisten die twee jaar lang onze redactie komen versterken. Groot was dan ook onze schrik toen vorige week bleek dat veel Kamerleden de zogenoemde ‘Plasterkgelden’ niet zien zitten. Ze zouden nadelig uitpakken voor oudere journalisten en leiden tot de aanstelling van staatsjournalisten. Dat is niet het geval.

Zoals hierboven geschetst, worden dagblad- en tijdschriftredacties voortdurend kleiner onder druk van de economische omstandigheden. Ook als de crisis straks over is, zal die druk niet verminderen. Door onder meer de afkalving van het abonneebestand en concurrentie van andere media is de crisis voor dagbladen- en tijdschriften namelijk structureel. Dat hoeft niet dramatisch te zijn. Zoals hierboven geschetst, is de PZC volop bezig andere wegen te verkennen voor het vergaren en verspreiden van informatie. En wij niet alleen. Alle dagbladen en tijdschriften zitten in een proces van innovatie. Daar is wel enige tijd voor nodig. Her en der worden de mooiste initiatieven ontplooid, maar het verdienmodel voor de nieuwe manier van werken is nog niet gevonden. Juist daarom zijn de Plasterk-gelden welkom.

Het door de minister beschikbaar gestelde budget voor jonge journalisten is gekoppeld aan een regeling voor jonge instroom. Voor de PZC betekent dit dat wij komend jaar zouden kunnen rekenen op twee journalisten op basis van het bij CAO afgesproken (en dus door de sector zelf betaalde) instroomproject voor jonge journalisten. Door matching zouden daar nog twee ‘Plasterk-journalisten’ bijkomen. Deze werkervaringsplaatsen komen bovenop de sterkte van de huidige redacties. Er worden dus geen oudere journalisten door verdrongen. Wel ontstaan bij elkaar opgeteld veel arbeidsplaatsen voor de vele afgestudeerden van journalistieke opleidingen die onder de huidige omstandigheden weinig kans hebben op de arbeidsmarkt. De vrees dat het aannemen van ‘goedkope’ jonge journalisten zal leiden tot bezuinigingen op ‘dure’ oudere journalisten is ongegrond. Het is ook een misvatting te denken dat nieuwe reorganisaties alleen ten koste zouden gaan van oudere journalisten. De PZC-redactie is het afgelopen jaar alle journalisten met tijdelijke contracten kwijtgeraakt (altijd als eersten aan de beurt bij reorganisaties). Zij behoorden tot onze jongste collega’s.

Zou een overheid er omwille van de onafhankelijkheid van de media niet beter aan doen helemaal geen journalisten te subsidiëren? Ook dat is een veelgehoord argument. Het is een respectabel principieel standpunt, maar het is onzin om op basis van deze overweging tegen de Plasterk-gelden te stemmen. Ten eerste gebeurt het sinds jaar en dag bij de publieke omroepen. En wordt daar staatsjournalistiek bedreven? Is het NOS Journaal niet onafhankelijk? Integendeel, het is een instituut van betrouwbare journalistiek. Vrijwel elk dagblad en tijdschrift werkt bovendien op basis van een redactiestatuut, een rechtsgeldig document waarin de onafhankelijkheid van de redactie is vastgelegd. De zorg om de onafhankelijkheid van de journalistiek is in dezen dus ongegrond.

Ik zou de argumentatie liever omdraaien. Wat gebeurt er als de Plasterk-gelden niet beschikbaar worden gesteld? Als PZC lopen we dan twee (en misschien wel vier) extra journalisten mis. Krachten die we hard nodig hebben in de innovatieslag die we momenteel leveren. Nu kunnen we het ons nog net veroorloven op veel fronten actief te zijn, maar het moment nadert dat we keuzes moeten gaan maken. Vervelende keuzes.

Misschien wordt het wel te duur om ons editiestelsel overeind te houden. Nu zorgt dat er nog voor dat iedereen in Zeeland professioneel en onafhankelijk wordt geïnformeerd over alles wat in zijn of haar nabijheid plaatsvindt. Wij volgen niet alleen alle gemeenteraden, maar ook de bijbehorende commissievergaderingen, dorpsraden en inspraakbijeenkomsten. Bij de gemeenteraadsvergaderingen in bijvoorbeeld Borsele, Reimerswaal, Noord-Beveland, Hulst en Tholen zit doorgaans alleen een journalist van de PZC. Lukt het ons niet meer deze verslaggeving te verzorgen, dat doet niemand het (want de met overheidsgeld betaalde regionale omroep laat zich daar slechts zelden zien). Dan ontstaan witte vlekken op de kaart – niet alleen op die van Zeeland maar van heel Nederland. Plekken waar het democratische proces niet meer door een onafhankelijk en professioneel journalistiek medium wordt gevolgd en gecontroleerd.

Aangezien wij buitengewoon veel waarde hechten aan deze publieke taak, zou onze keuze ook anders kunnen uitvallen. We zouden de meeste van de bovengeschetste nieuwe initiatieven kunnen stopzetten, omdat ze tot op heden meer geld kosten dan dat ze opleveren. Maar is dat een reële optie? Natuurlijk niet. Iedereen beseft onderhand dat de transitie van dagblad naar multimediale nieuwsorganisatie voor kranten als de PZC van levensbelang is.

Ik zou daarom in deze brief een beroep op u willen doen. Steun het voorstel van minister Plasterk om de komende twee jaar geld beschikbaar te stellen voor twee jonge journalisten per titel. Afstuderende journalisten zijn ermee geholpen, dagbladen en tijdschriften zijn ermee geholpen, het democratische proces in Nederland is ermee geholpen. Als over twee jaar blijkt dat ik ongelijk heb, heeft u goede argumenten om de subsidie niet te verlengen. Het is trouwens niet uitgesloten dat de sector deze subsidie dan al niet meer nodig heeft. Maar nu meer dan ooit! Want als blijkt dat ik gelijk heb en u beslist nu anders blijven onnodig meer jonge journalisten werkloos, krijgen kranten en tijdschriften het nog moeilijker en zal in het slechtste geval op veel plekken geen verslag meer worden gedaan van de besluitvorming die het dichtst bij de Nederlandse burger staat. Nooit meer, want in dit geval geldt dat wat verdwijnt vrijwel zeker niet meer terugkomt.

Ik wens u veel wijsheid bij de besluitvorming. Uiteraard ben ik te allen tijde beschikbaar voor een toelichting.

Hoogachtend,

Ernst Jan Rozendaal
Verslaggever PZC / Voorzitter sectie dagblad NVJ

Deze oproep wordt ondersteund door de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ)
Huub Elzerman, voorzitter NVJ
Bregje van der Wijst, voorzitter jonge journalisten NVJ- VIP (Vers in de Pers)
Bianca Rootsaert, secretaris NVJ