Te grote verschillen tussen vaste dienst en freelance

donderdag 27 september 2012

Is de flexibiliseringsgolf bij lokale kranten een modegril met gevaarlijke kanten of een noodzaak die volop kansen biedt? Dat was de grote vraag tijdens het debat op de Dag van de Lokale Media, die op 27 september werd gehouden in Nieuwspoort Den Haag. “Uitgevers moeten zich de vraag stellen hoe mensen zich kunnen klaarmaken voor de toekomst.”


Mike Ackermans: “We leren juist mensen medianeutraal te gaan werken”

Het lijkt een trend te zijn dat bedrijven zoveel mogelijk willen uitbesteden aan een flexibele schil rond hun onderneming. Contracten van medewerkers worden afgekocht, waarna zij als freelancer weer aan de slag kunnen voor dezelfde krant. De vraag is of je dit flexibilisering kunt noemen of dat dit een ordinaire afvloeiingsregeling is. Of zou flexibilisering ook een belangrijke stap kunnen zijn naar ultieme vrijheid, de ideale wereld van de freelancer? Anderzijds is het zo dat redacties ankers zijn, kernen waar de basis wordt opgebouwd en waar vertrouwdheid heerst. Een redactie kan makkelijker het verhaal van Haren evalueren dan een freelancende éénpitter in zijn eentje, aldus NVJ-secretaris Thomas Bruning. De vrees bestaat nu dat de functie van de redactie, de plek waar je van elkaar leert, verloren gaat.

Fort
Volgens Mike Ackermans, hoofdredacteur van HDC Media, is het vaste dienstverband een fort geworden. De verschillen tussen vaste dienstmedewerkers en freelance journalisten zijn veel te groot geworden. De freelancers zijn de dupe met hun slecht betaalde opdrachten. Om dit te doorbreken zouden vaste banen flexibeler moeten worden. Maar dat vindt Rosa Garcia López, NVJ-secretaris Freelance en NVF, een te makkelijke oplossing. De kans op schijnzelfstandigheid wordt alleen maar groter als vaste mensen worden ontslagen en weer verbonden worden aan de krant als freelancer. Haar sectie streeft er bovendien juist naar dat freelancers goed betaald worden.

Zorgelijk beeld
Nico de Bruijne, eindredacteur van Het Kontakt-Veluws Nieuwsblad, ziet de flexibilisering als een landelijke trend die jaren geleden in de zorg is begonnen en nu de journalistiek treft. Hij schetst een zorgelijk beeld van de freelancende journalist. “Ik was in de goede tijd freelancer die tien jaar geleden voor een artikel ongeveer 200 euro kreeg. Nu wordt voor hetzelfde artikel 50 euro betaald, en het liefst nog met een foto erbij. Ik durf bijna geen eisen meer te stellen, zou je nog een derde of vierde bron willen raadplegen? Het is absurd. Er is zoveel op de freelance budgetten bezuinigd, maar ik zou niet weten waar dat geld naar toe is gegaan.”

Rosa Garcia López verbaast zich over het feit dat hoewel ondernemerschap primair voor uitgevers geldt, de innovatie uitblijft. “Waar zijn de investeringen in plaats van alleen maar kostenreducties?” Maar Mike Ackermans vindt dat er wel degelijk wordt geïnvesteerd. “We investeren juist in nieuwe media. Maar je hebt één pot met geld en als je aan de ene kant investeert, moet het ergens anders vandaan komen.” Maar is het schrappen van journalistieke banen dan geen kapitaalvernietiging? “Human capital staat niet op de balans”, zegt Ackermans. Nico de Bruijne: “Op den duur zal je dat wel merken.”

Kwaliteit
Er moet worden ingezet op goede producties, geleverd door goede journalisten. Rosa Garcia López: “Nu zie je dat daarin te weinig wordt geïnvesteerd. Dat gaat ten koste van kwaliteit. Ik zie bagger en ik vraag me af hoe het mogelijk is dat lezers niet in opstand komen.”
Dat ligt ook aan het enorm grote aanbod van informatievoorzieningen, vindt Mike Ackermans. “Daar kan een fotograaf die kwaliteitsfoto’s levert, niet meer tegenop.”
Volgens Thomas Bruning moeten bedrijven ervoor zorgen dat ze het ondernemerschap bij de werknemers brengen in de vorm van bijvoorbeeld opleidingen. Om met Jeroen Smit te spreken: je moet journalisten veel breder inzetten. Ze kunnen debatten modereren, of een boek laten schrijven. “Dat is ook flexibilisering binnen het bedrijf. Uitgevers moeten zich de vraag stellen hoe mensen zich kunnen klaarmaken voor de toekomst.”
“Dat suggereert”, zegt Mike Ackermans, “dat dat nu niet gebeurt. We leren juist mensen medianeutraal te gaan werken. We brengen verdieping en verbreding aan door mensen op te leiden tot bijvoorbeeld datajournalist.”
Nathalie Mathot, chef redactie Holland Combinatie, Gooi- en Eembode, noemt in het verlengde hiervan de positieve uitwerking van de webfirst strategie, waar haar krant recent mee is begonnen. “Het werkte zo goed dat we webfirst bij alle huis-aan-huisbladen hebben ingevoerd. Dat is ook een flexibiliseringsslag.”

foto’s: Wil Monsieurs